Deze folder geeft u informatie over een achillespeesruptuur en de meest gebruikelijke behandelingsmogelijkheden. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan beschreven.
Ligging en functie van de achillespeesDe achillespees bevestigt de kuitspieren aan het hielbeen. Het is een belangrijke pees, waar vaak grote krachten op komen. Denk maar eens aan het trekken van een sprintje: dat is een hoge belasting voor zo'n pees.
Een achillespeesruptuurHet is mogelijk dat een achillespeesruptuur ontstaat omdat de pees niet stevig genoeg is aangelegd of verzwakt is. Bijna altijd is er een snelle en plotselinge spieractie aan de scheuring vooraf gegaan. Een achillespeesruptuur treedt meestal op bij mannen tussen de dertig en veertig jaar, die met enige regelmaat sport beoefenen.
Bij een achillespeesruptuur ontstaat hevige pijn laag achter op de kuit of enkel, die vergelijkbaar of erger is met de pijn bij een spierscheur. Lopen lukt daarna niet of nauwelijks meer.
Diagnose en onderzoekBij onderzoek hoeft er niet zo veel zichtbaar te zijn. Bij voelen (palpatie) van de kuit is vaak heel duidelijk een onderbreking in het verloop van de pees vast te stellen. Het belangrijkste onderzoek is het testen van de achillespeesfunctie: de hiel kan niet meer van de grond getild worden of bij knijpen in de ontspannen kuitspier is er geen voetbeweging meer op te wekken. Bij onduidelijkheid kan het onderzoek eventueel worden aangevuld met echografie van de achillespees.
De behandelingsmogelijkheden
Er zijn twee behandelingsmogelijkheden:
- De niet-operatieve behandeling, waarbij de voet in strekstand (spitsstand) gehouden wordt met behulp van een gipsspalk of tape. De spitsstand van de voet zorgt ervoor dat de gebroken peesuiteinden tegen elkaar komen te liggen en er bij de genezing geen groot defect overbrugd hoeft te worden. De spitsstand wordt in de loop van enkele weken steeds verminderd.
- De operatieve behandeling, waarbij de peesuiteinden tegen elkaar aangelegd en gehecht worden. Dat hechten kan op verschillende manieren. Meestal gebruiken we hiervoor een techniek waarbij de peesuiteinden via kleine sneetjes tegen elkaar aan worden gelegd en waarbij de niet gescheurde peesdelen gebruikt worden voor het plaatsen van een stevige hechting die de uiteinden naar elkaar trekt. Soms wordt de hechting via een boorgat door het hielbeen geleid, zodat het hielbeen de kracht opvangt.
Onder normale omstandigheden gaat de voorkeur uit naar de niet-operatieve methode (gouden standaard), aangezien deze goede resultaten oplevert en er geen operatie nodig is.
Mogelijke complicaties van de operatieve behandeling.Geen enkele ingreep is zonder risico's. Zo is ook bij deze operatie de normale kans op complicaties van een operatie aanwezig, zoals nabloeding, infectie of trombose.
Als u geopereerd wordtIn geval van operatie krijgt u de folder:
Dagopname (bij operatie). Wilt u deze folder goed doorlezen. De operatie vindt plaats onder regionale of plaatselijke verdoving. De anesthesist zal de mogelijkheden met u bespreken.
Op de afdeling wordt u door de verpleegkundige voorbereid op de operatie. De verpleegkundige geeft informatie over deze dag en neemt bijzonderheden met u door. Voor de operatie krijgt u een operatiejasje aan. Sieraden (kettingen, horloge, ringen, etc.) moeten allemaal af. Eventuele piercings moeten worden verwijderd. Waardevolle spullen kunt u het beste thuis laten of mee naar huis geven. Bril, contactlenzen, hoorapparaat of een gebitsprothese kunt u op- of inhouden. U krijgt voor de operatie al medicatie die door de anesthesioloog is voorgeschreven.
De verpleegkundige brengt u met bed naar de operatieafdeling. Omdat het een smal bed is en om te voorkomen dat u uit bed valt, zijn de hekken aan de zijkanten omhoog gezet. Indien nodig wordt het te opereren gebied op de operatieafdeling onthaard.
Patiëntveiligheid
Ter verhoging van de patiëntveiligheid vragen onze medewerkers regelmatig naar uw naam en geboortedatum. Daarnaast wordt rondom de operatie meerdere malen een checklist afgewerkt, waarbij men nagaat of alle gegevens juist zijn en of alle handelingen zijn uitgevoerd. Ook bij de overdracht van de operatieafdeling naar de verpleegafdeling vindt deze controle plaats.
Na de operatieNa de operatie haalt de verpleegkundige u weer op. De verpleegkundige controleert hoe het met u gaat, of de pijn onder controle is en observeert de wond. Zij zal u volgens voorschrift pijnstillers en uitleg geven.
Nabehandeling / oefeningenVoor zowel de operatieve als de niet-operatieve behandeling bestaat er een nabehandelingsschema. Elke behandeling heeft zijn eigen schema.
- Doorgaans komt het er op neer dat uw onderbeen en enkel eerst enkele weken door een tape, bandage of gips gesteund zullen worden en dat u in eerste instantie het been niet mag belasten. Na verloop van tijd mag u geleidelijk aan het been steeds meer gaan bewegen en belasten.
- De fysiotherapeut oefent tijdens uw ziekenhuisopname het lopen met een loophulpmiddel en indien nodig het traplopen.
- Het is van belang het been regelmatig goed ondersteund hoog te leggen op bijvoorbeeld een krukje, dit om te voorkomen dat het been / de voet teveel opzwelt.
- Voor het stimuleren van de doorbloeding is het van belang om uw tenen met enige regelmaat te bewegen evenals de knie te buigen en stekken.
- De fysiotherapeut zal nog een aantal extra oefeningen met u doornemen tijdens de ziekenhuisopname, deze oefeningen kunt u thuis regelmatig herhalen.
- Na ontslag uit het ziekenhuis wordt u op indicatie van de arts doorverwezen naar een fysiotherapeut bij u in de buurt voor ondersteuning bij het herstel.
- Globaal kunt u in tien tot twaalf weken nagenoeg weer normaal lopen en kunt u een eventuele sporttraining hervatten. De wedstrijdsport kan vaak pas na een half jaar hervat worden. U kunt last hebben van blijvende zwelling.
- In de periode dat u niet belast, gebruikt u antistolling ter voorkoming van trombose in de vorm van spuitjes onder de huid.
VragenHeeft u na het lezen van deze informatie nog vragen, aarzel dan niet om deze te stellen. U kunt hiervoor contact opnemen met de polikliniek Chirurgie. Wij zijn van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 16.30 uur bereikbaar op telefoonnummer 0543 54 42 50. Wanneer zich thuis binnen 24 uur na de operatie problemen voordoen, kunt u ook dit nummer bellen, of (na 16.30 uur) de afdeling Spoedeisende Hulp, telefoon 0543 54 45 55. Ná de eerste 24 uur kunt u contact opnemen met de huisarts.
Tot slot
Wij zouden het op prijs stellen, als u uw ervaringen wilt delen op de volgende website:
www.zorgkaartnederland.nl Geheimhouding en recht op privacyAlle medewerkers van ons ziekenhuis hebben een geheimhoudingsplicht. Verder heeft u als patiënt recht op privacy. Uitgebreide informatie hierover kunt u vinden in de folder ‘De rechten en plichten van de patiënt’. Deze is verkrijgbaar op de afdeling en bij de patiënteninformatie in de centrale hal. Daarnaast is deze folder te vinden op:
www.skbwinterswijk.nlAdresgegevens SKB:
Streekziekenhuis Koningin Beatrix
Bezoekadres:
Beatrixpark 1
7101 BN Winterswijk
Postadres:
Postbus 9005
7100 GG Winterswijk
T 0543 54 44 44
F 0543 52 23 95
E-mail:
info@skbwinterswijk.nlWebsites: