Logo Streekziekenhuis Koningin Beatrix.
 
Klik op deze knop om alle folders te doorzoeken.Zoek folders
Klik op deze knop om dit document te printen.Print pagina
Klik op deze knop om dit document als PDF te downloaden.Download PDF
Klik op deze knop om de tekstgrootte te vergroten.Grotere tekst
Klik op deze knop om de tekstgrootte te verkleinen.Kleinere tekst

PiMS folder informatie logo

Dermatologie

Atopisch eczeem

Atopisch eczeem

Constitutioneel eczeem

De knop om deze folder als favoriet te markerenFavorietDe knop om deze folder per email door te sturen.Stuur door
In Nederland hebben circa 400.000 mensen atopisch eczeem. Een ander woord hiervoor is: constitutioneel eczeem. Daarmee staat de aandoening op de vierde plaats in de top-10 van chronische aandoeningen in Nederland. Het merendeel van de mensen met atopisch eczeem heeft een atopische (erfelijke) aanleg. Dat is een aanleg tot het ontwikkelen van een allergische aandoening, zoals atopisch eczeem, astma en hooikoorts (allergische rhinitis).

Inzicht in het eigen eczeem of dat van uw kind of partner kan helpen bij het leren omgaan met de aandoening. Daarom heeft de afdeling Dermatologie deze folder ontwikkeld. In deze folder kunt u lezen wat de kenmerken van de huidaandoening zijn, welke onderzoeken je zou kunnen doen en welke mogelijkheden van behandeling er zijn. Graag nemen we samen met u het één en ander nog eens door op het Dermatologisch Dagbehandelingscentrum (DDC).

Atopisch eczeem
Eczeem is een ontstekingsreactie van de huid die gekenmerkt wordt door jeuk, roodheid, papels (bultjes of verhevenheden), blaasjes (bultjes gevuld met vocht), natten (nat eczeem, de huid is vochtig), korsten, schilfering, vergroving van de huid (lichenificatie) en kloven (scheurtjes in de huid). Er wordt onderscheid gemaakt in:
Tevens spreken we van een chronisch eczeem als het regelmatig terug komt.

Komt atopisch eczeem veel voor?

Atopisch eczeem staat als vierde aandoening op de ranglijst van meest voorkomende chronische aandoeningen in Nederland.

Wat is Atopie?
Een atopie is een overgeërfde neiging om een vorm van allergie te ontwikkelen voor bijvoorbeeld huisstofmijt of gras- en boompollen. Dit kan zich uiten in hooikoorts, allergisch astma of atopisch eczeem. Het is ook mogelijk dat iemand last heeft van meerdere uitingsvormen tegelijk, dus bijvoorbeeld zowel astma als eczeem.

Atopisch eczeem is een erfelijke, chronisch recidiverende huidaandoening. Dat wil zeggen dat deze huidaandoening in bepaalde families meer voorkomt dan in andere, dat het eczeem gedurende een bepaalde periode in iemands leven in meerdere of mindere mate aanwezig is en telkens terug komt. De aandoening is sterk wisselend wat betreft ernst en gaat vaak met hevige jeuk gepaard. Er zijn dus perioden met weinig klachten en perioden waarin het eczeem op de voorgrond staat. Het eczeem bevindt zich vaak in de elleboogsplooien en knieholten.

Hoe verloopt atopisch eczeem?
Meestal is de eerste uiting van atopisch eczeem tussen de tweede en zesde levensmaand van de baby. Dit wordt ook wel dauwworm genoemd. Dit eczeem zit meestal in het gelaat met uitzondering van het gebied rondom de neus en mond en op het behaarde hoofd. Het betreft dan vaak een nat eczeem. Na het derde levensjaar kunnen de klachten afnemen en zien we meestal alleen nog eczeem op de voorkeursplaatsen als ellebogen, knieholtes, nek en polsen. In de kinderjaren ondervindt het kind meestal relatief weinig klachten van het eczeem, maar tijdens de pubertijd kunnen de klachten weer toenemen. Ook kan het kind er in de kinderleeftijd overheen groeien of kan het eczeem zich omzetten in hooikoorts en/of astma. Ook na de pubertijd kan het kind er overheen groeien, maar de kans is kleiner dan tijdens de kinderjaren. Als het eczeem echter terug komt op volwassen leeftijd, kun je spreken van een chronisch eczeem en zal de persoon in kwestie hier zijn verdere leven rekening mee moeten houden. Vaak nemen de klachten na het veertigste jaar af.

Wat is de oorzaak van atopisch eczeem?

Bij atopisch eczeem is er sprake van een ontregeling van het afweersysteem (immuunsysteem). Gevolg hiervan is dat het afweersysteem antistoffen aanmaakt tegen stoffen uit de leefomgeving, zoals bijvoorbeeld huisstofmijt, huisdieren en pollen en er een allergie voor deze stoffen ontstaat. Een ander gevolg is dat de huid zeer gevoelig is, de huid staat als het ware op scherp en kan door het minste of geringste worden geprikkeld. De huid is gevoelig voor onder andere zeep, douchen, transpiratie en wollen kleding.

Allergie

Een overdreven reactie van het afweersysteem op een voor het individu specifieke lichaamsvreemde stof. Deze overdreven reactie veroorzaakt een (plaatselijke) ontsteking (het eczeem). Er worden vier soorten allergieën onderscheiden. Bij eczeem spelen met name type I en type IV allergie een rol. Type I allergie is de atopie. Hierbij treden de allergische reacties snel op; soms al na enkele minuten na contact met het allergeen. Type IV is de contactallergie. Hierbij treden de allergische reacties laat op, dat wil zeggen na uren meestal dagen na contact met het allergeen (zie verder: allergisch contacteczeem).

Een goed werkend afweersysteem reageert op bacteriën of virussen met de aanmaak van antistoffen. Bij een volgend contact liggen de antistoffen als het ware klaar om de bacteriën en virussen te vernietigen. Een kind dat wordt ingeënt met (dode) poliovirussen, maakt antistoffen die het levende poliovirus snel kunnen vernietigen. Zo wordt het ‘immuun’ voor polio. Dit is een gewenste reactie van het afweersysteem.

Tijdens een allergische reactie (bij type I allergie) worden er antistoffen (IgE) tegen ‘normale’ omgevingsstoffen (allergenen) zoals bijvoorbeeld huisstofmijt gemaakt. Deze antistoffen hechten zich aan de buitenzijde van zogenaamde mestcellen; cellen die zich in de slijmvliezen van neus, luchtwegen en darmen en in de huid bevinden.

De mestcellen bevatten stoffen (onder meer histamine) die normaal binnen deze cellen blijven. Bij een volgend contact met het allergeen verbinden de antistoffen de allergenen met de mestcellen, er wordt als het ware een brug geslagen tussen de antistoffen en het allergeen. Hierdoor worden de mestcellen geactiveerd.

De mestcellen gaan kapot en hierbij komt histamine vrij. Dit zorgt voor de volgende problemen:
Allergenen uit de omgeving kunnen zijn:
Allergisch contacteczeem
Allergisch contacteczeem berust op een allergisch mechanisme. Bij hernieuwd contact met het allergeen, komen er diverse stoffen vrij die een ontstekingsreactie in de huid veroorzaken. Deze reactie die bestaat uit roodheid, jeukende bultjes en blaasjes, treedt meestal pas 24 tot 72 uur na contact met het allergeen op. Dit op de plaatsen waar de huid in contact is geweest met het allergeen.

Het kan weken tot jaren duren voordat iemand allergisch is geworden (dit noemen we: gesensibiliseerd) voor een bepaalde stof. Dit hangt onder meer af van het soort allergeen, de conditie van de huid en persoonlijke eigenschappen. Is iemand echter eenmaal gesensibiliseerd, dan zal bij elk huidcontact met deze stof eczeem optreden, dit is dus levenslang.

Een goed voorbeeld hiervan is het eczeem aan oorlellen of op de plaats waar een ring gezeten heeft bij een nikkelallergie. Nikkel is een metaal dat vaak een allergie veroorzaakt door het intensieve en langdurige contact met een oorbel of ring die nikkel afgeeft. Als de allergie eenmaal is opgebouwd dan reageert de huid op de plaatsen waar nikkel de huid binnendringt.

Ortho-ergisch contacteczeem

Ortho-ergisch contacteczeem komt aanzienlijk vaker voor dan allergisch contacteczeem. Het ontstaat door de inwerking van een of meerder irriterende stoffen en heeft niets te maken met een allergie. De meeste mensen komen in het dagelijks leven niet vaak in aanraking met sterk irriterende stoffen. Zwak irriterende stoffen daarentegen komen in het woon- en werkmilieu veelvuldig voor, zonder dat men zich dit bewust is.

Dagelijks komt men wel in aanraking met zepen, doucheschuim, shampoo, wasmiddelen, vaatwasmiddelen, groente- en fruitsappen en dergelijke. Bij nat en vuil werk is ook vaak sprake van zwak irriterende factoren: water met zwak toxisch werkend vuil, zweet onder afsluitende omstandigheden door het dragen van handschoenen, zepen, reinigings- en oplosmiddelen waarmee men materialen of zichzelf reinigt. Meestal heeft een dergelijke blootstelling geen zichtbare afwijking tot gevolg. De huid zal zich aanpassen door het dikker worden van de opperhuid (bovenste laag van de huid). Deze verdikking is meestal voldoende om de hogere eisen die aan de huid worden gesteld op te vangen. Komt de volgende beschadiging echter voordat de huid van het vorige contact is hersteld, dan neemt de schade toe. De huid krijgt in deze situatie onvoldoende tijd om te genezen.

Bij veelvuldige blootstelling aan irriterende stoffen overschrijdt de beschadiging een kritische grens en de ontstekingsreactie, het ortho-ergisch eczeem wordt zichtbaar. De huidafwijkingen ontstaan op de plaats van het contact met de irriterende stof: meestal op de handpalmen en de vingers. Soms begint het proces onder een ring als gevolg van een ophoping van irriterende stoffen zoals water en zeepresten.

Waarom de een wel en de ander niet dit type handeczeem ontwikkelt heeft te maken met de mate van contact, het soort irriterende stoffen en het al of niet aanwezig zijn van een atopische aanleg. Aan het eczeem op zich kun je niet zien of het om een allergisch contacteczeem gaat of om een ortho-ergisch contacteczeem. Het eczeem ziet er hetzelfde uit. Bij beide is meestal sprake van roodheid, jeukende blaasjes en/of schilfering en pijnlijke kloven.

De patiënt verwacht bijna altijd dat er een allergie aan het eczeem ten grondslag ligt, dit is dus meestal niet het geval. Is er wel sprake van een contactallergie en is dit de enige oorzaak voor het eczeem, dan is dit soort eczeem over het algemeen makkelijker te behandelen dan een ortho-ergisch contacteczeem. Het vermijden van de stof waar een allergie voor bestaat is namelijk vaak voldoende om redelijk klachtenvrij te kunnen blijven.

Atopisch eczeem is een belangrijke risicofactor bij het ontwikkelen van een ortho-ergisch contacteczeem op de handen. Dit risicofactor is het grootst bij mensen bij wie al sprake is van eczeemklachten en bij personen met een duidelijke atopisch aanleg. Uiteraard moeten er dan wel huidirriterende factoren in het beroep of de thuissituatie zijn zoals ‘natte’ bezigheden. Overigens zijn verhoogde risico’s voor ortho-ergisch eczeem niet alleen beperkt tot ‘natte’ werkzaamheden. Een voorbeeld van een relatief ‘droog’ beroep waar mensen met een atopische aanleg veel problemen hebben, is het bakkersvak. Voorbeelden van beroepen die minder geschikt zijn voor mensen met een atopische aanleg zijn: bakker, kapper, slager, verplegende en verzorgende beroepen, etc.

Jeuk
Jeuk is vaak het belangrijkste probleem bij eczeem. Het vervelende van jeuk is dat door te beginnen met krabben de jeuk alleen maar toeneemt in plaats van af neemt.

Jeuk leidt tot krabben en krabben leidt tot jeuk
Het is belangrijk om je bewust te worden van je krabgedrag. Door iedere keer als je merkt dat je krabt, jezelf de vraag te stellen of je nu krabt omdat je echt jeuk hebt of dat je krabt uit gewoonte krijg je op een gegeven moment zicht op je krabgedrag. Het belang hiervan schuilt in het feit dat gewoontekrabben vaak leidt tot schadelijk krabben, waarbij de huid wordt beschadigd. Gewoontekrabben vindt vaak ’s avonds plaats als je ontspannen voor de t.v. zit of tijdens het uitkleden. Probeer dus het beginnen met krabben zo lang mogelijk uit te stellen. Als je voelt dat de jeuk op komt zetten, probeer dan door onderstaande tips te voorkomen dat je gaat krabben.

Tips om het krabben tegen te gaan:
Testmogelijkheden

Behandeling


Zo mogelijk vermijden van provocerende factoren

Provocerende factoren zijn factoren die het eczeem kunnen uitlokken of verergeren. Welke factoren dit doen verschilt per individu. De een merkt wel dat stress het eczeem verergert terwijl iemand anders daar niets van merkt. In zijn algemeenheid kan echter gesteld worden dat de onderstaande factoren de meest bekende zijn en dat de meeste mensen met eczeem hier hinder van ondervinden. Het is echter belangrijk dat iedere patiënt voor zichzelf nagaat welke factoren van invloed zijn op het eczeem zodat deze factoren misschien vermeden kunnen worden.

Algemene adviezen
Hieronder volgen nog een aantal algemene adviezen ter voorkoming of vermindering van eczeem:
Handen wassen/onderhouden:
Bij de behandeling van het eczeem wordt onderscheid gemaakt in het soort eczeem:
Zalven

Neutrale zalven

Neutrale zalven vormen een zeer essentieel onderdeel van de behandeling van eczeem ondanks het feit dat ze geen medicinale werking hebben. Deze zalven zorgen er namelijk voor dat de huid vet blijft en niet uitdroogt. Een droge huid geeft immers meer jeuk en is gevoeliger voor prikkels van buitenaf. Neutrale zalven zijn er in zeer veel soorten. De overeenkomst tussen al deze zalven is dat ze geen werkbare bestanddelen bevatten, het verschil zit in de mate van vetheid.

Algemene richtlijnen bij het gebruik van neutrale zalven:
Corticosteroïden
Corticosteroïden zijn hormonen die door de bijnierschors in het lichaam worden aangemaakt. Ze kunnen echter ook buiten het lichaam worden gemaakt. Corticosteroïden hebben een ontstekingsremmend effect en onderdrukken de verschijnselen van het eczeem. Ze gaan dus de roodheid, jeuk enzovoort tegen.
Corticosteroïden zijn ingedeeld in vier klassen. De indeling is gebaseerd op toenemende werkzaamheid.
Er wordt dus een onderscheid gemaakt tussen het gezicht en het lichaam. De huid van het gezicht, maar ook van de geslachtsdelen, oksels en plooien is dunner dan van de rest van het lichaam.
Wees bij het gebruik rond de ogen altijd erg voorzichtig. De huid van de oogleden is erg dun en laat makkelijk het corticosteroïd door.

Bijwerkingen van corticosteroïd zalven of -crèmes, -gels en -lotions kunnen o.a. zijn:
De kans op bijwerkingen neemt toe met de duur van de behandeling, de grootte van het behandelde oppervlak, de sterkte van de hormoonzalf en bij occlusie (afsluiting) in de huidplooien. Vandaar dat het verstandig is om van de hormoonzalven uit de klassen 2, 3 en 4 niet meer dan 30 tot 60 gram zalf per week te gebruiken.

Vier ‘gouden’ regels voor het juiste gebruik van corticosteroïd zalven
  1. Dun zalven. Een dikke laag zalf heeft geen zin. De huid kan maar een bepaalde mate aan vet opnemen, de rest blijft er gewoon boven op liggen. Het corticosteroïd uit de zalf wordt echter wel door je huid opgenomen, waardoor bij te dik zalven de kans op bijwerkingen toeneemt. Het is wel belangrijk tussendoor regelmatig een neutrale zalf te gebruiken. Maak gebruik van het principe ‘Finger-Tip unit’. Een doseringssysteem voor zalven en crèmes welke vooral bij onervaren ‘smeerders’ uitkomst kan bieden. Over- of onderdosering kan hierdoor voor een groot deel voorkomen worden.
  2. Gebruik de corticosteroïd zalf alleen op de eczeemplekken. Op gezonde huid hoort geen corticosteroïd zalf.
  3. Gebruik de juiste klasse. Probeer met een zo laag mogelijke klasse uit te komen. Er moet na een paar dagen zalven wel effect zichtbaar zijn.
  4. Gebruik de corticosteroïd zalf niet langer dan noodzakelijk. Dat betekent dat op het moment dat het eczeem zichtbaar beter wordt de corticosteroïd zalf geleidelijk moet afbouwen.
Afbouwen
Bij het gebruik van een corticosteroïd zalf zul je meestal na enkele dagen al een verbetering zien. De meeste mensen hebben dan de neiging om te stoppen. Dit moet je dus zeker niet doen, want dan heb je grote kans op een nieuwe doorbraak van het eczeem. De overgang van een corticosteroïd zalf naar niets is dan te groot en het lichaam kan hierop reageren met een nieuwe opvlamming van het eczeem. Het is daarom belangrijk dat je de corticosteroid zalf langzaam afbouwt. Hoe je moet afbouwen zal de dermatologie verpleegkundige met u doornemen. Veel mensen met eczeem moeten echter 1 tot 3 keer per week een hormoonzalf gebruiken om het eczeem rustig te houden.
Naast het afbouwen is het ook belangrijk dat je bij een opvlamming van het eczeem er snel bij bent en weer een corticosteroid zalf gaat gebruiken. Wacht dus niet af of het eczeem vanzelf weer verdwijnt, want dat doet het meestal toch niet. Wees niet te voorzichtig. Als het eczeem ernstig is, gebruik dan een klasse 3 corticosteroïd zalf en geen klasse 1 of 2. Dit laatste zal namelijk niet voldoende effect hebben met als gevolg dat je uiteindelijk toch nog over moet naar een hogere klasse. Als je dit direct had gedaan dan had dat weer een paar dagen gescheeld.

Immunomodulatoren
Nieuwe middelen (protopic zalf en elidel crème sinds 2003) voor de behandeling van matig tot ernstige atopisch eczeem bij kinderen boven de 2 jaar en volwassenen. Deze middelen behoren tot de niet-corticosteroïd bevattende groep van geneesmiddelen die specifiek ontstekingen van de huid behandelt.
Bij gebruik van deze middelen moet u echter o.a. weten:
Teerzalven
Teerzalven kunnen een goed alternatief zijn voor hormoonzalven of immuno-modulatoren als er sprake is van een droog eczeem. Teerzalven hebben een ontstekingremmende werking en daardoor ook een jeukstillende werking. Het nadeel van teerzalven is de geur, de kleur (licht bruin tot zwart) en blootstelling aan direct zonlicht moet tot 24 uur na gebruik worden vermeden, omdat dit irritatie van de huid kan veroorzaken. Echter als de teerzalf alleen ’s avonds wordt gebruikt en deze de volgende morgen goed wordt afgedoucht, hoef je hier niet zo bang voor te zijn.
Bij het gebruik van teerzalf is het aan te raden oud beddengoed te gebruiken en oude nachtkleding te dragen vanwege de vlekken die de zalf kan achter laten . Deze zijn niet uitwasbaar. Teerzalven zijn er in verschillende soorten, er is koolteer en houtteer. Ze kunnen in verschillende sterktes gemaakt worden, afhankelijk van de mate van eczeem. Ook bij teerzalven is het belangrijk dat deze afgebouwd worden. Dit kan op dezelfde wijze als beschreven bij de hormoonzalven.

Lichttherapie
Reeds lang is bekend dat zonlicht een gunstig effect heeft op verschillende huidziekten. Dit effect is grotendeels toe te schrijven aan een bepaald spectrum uit het zonlicht, namelijk het ultraviolet (UV) –licht. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen het UVA (langgolvig licht), UVB (kortgolvig licht) en de fotochemotherapie m.a.w. de PUVA (psoraleen + UVA licht). Op grond van verschillende overwegingen zal voor U de keus gemaakt worden of U behandeld wordt met PUVA of UVB. De behandeling voor UVB als voor PUVA is twee tot drie maal per week.

Problemen / vragen
Indien u bent uitbehandeld op het Dermatologisch Dagbehandelings-centrum (DDC) en na verloop van tijd doen zich toch weer problemen voor, waar u niet goed raad mee weet, dan kunt u contact opnemen met de dermatologie verpleegkundige van het DDC. Zij/hij is te bereiken op werkdagen tussen 09.00 en 16.00 uur op telefoonnummer: 0543 54 44 25.

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen, aarzel dan niet om deze te stellen. U kunt hiervoor contact opnemen met het DDC of met de polikliniek Dermatologie. Wij zijn van maandag tot en met vrijdag van 08.30 – 16.30 uur bereikbaar op telefoonnummer:
0543 54 42 75.

Geheimhouding en recht op privacy
Alle medewerkers van ons ziekenhuis hebben een geheimhoudingsplicht. Verder heeft u als patiënt recht op privacy. Uitgebreide informatie hierover kunt u vinden in de folder ‘De rechten en plichten van de patiënt’.


Foldernummer: der505 versie jan 24


PIMS™ folderportaal door 4CLOUD®
  |