Logo Streekziekenhuis Koningin Beatrix.
 
Klik op deze knop om alle folders te doorzoeken.Zoek folders
Klik op deze knop om dit document te printen.Print pagina
Klik op deze knop om dit document als PDF te downloaden.Download PDF
Klik op deze knop om de tekstgrootte te vergroten.Grotere tekst
Klik op deze knop om de tekstgrootte te verkleinen.Kleinere tekst

PiMS folder informatie logo

Gynaecologie

Baarmoederverwijdering bij goedaardige aandoeningen

Baarmoederverwijdering bij goedaardige aandoeningen

De knop om deze folder als favoriet te markerenFavorietDe knop om deze folder per email door te sturen.Stuur door
Bij menstruatieklachten, vleesbomen of een verzakking kan het nodig zijn de baarmoeder te verwijderen. Een andere naam hiervoor is uterusextirpatie of hysterectomie. De grootte van de baarmoeder, de mate van verzakking van de baarmoeder en de reden waarom de baarmoeder verwijderd wordt, zijn bepalend voor de manier waarop de operatie plaatsvindt: een buikoperatie, een kijkoperatie of via de schede (vagina).

De inhoud van deze folder is ontleend aan de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG). Verwijzingen in de tekst kunt u terugvinden op de website: www.NVOG.nl

Waarom wordt de baarmoeder verwijderd?
Er bestaan verschillende redenen voor een baarmoederverwijdering, onder andere menstruatieklachten, vleesbomen, pijnklachten veroorzaakt door de baarmoeder of verzakking van de baarmoeder. Naast deze goedaardige aandoeningen, wordt de baarmoeder vaak ook verwijderd bij afwijkende cellen of kanker van de baarmoeder.

Menstruatieklachten
Het optreden van hevige, langdurige en onregelmatige menstruaties of bloedverlies tussen de menstruaties door kan een reden zijn om de baarmoeder te verwijderen. Deze menstruatieklachten kunnen een gevolg zijn van afwijkingen van de baarmoeder zelf, zoals bijvoorbeeld vleesbomen in de baarmoeder (myomen). Het is ook mogelijk dat het slijmvlies van de baarmoeder afwijkingen vertoont (baarmoederslijmvlieskanker of poliepen). Menstruatieklachten kunnen ook veroorzaakt worden door verstoorde balans van de hormonen. Vaak kunnen deze klachten op een andere manier behandeld worden maar als deze behandelingen onvoldoende resultaat hebben, als u er niet voor in aanmerking komt of als u een definitieve oplossing wilt, kan een baarmoederverwijdering het beste blijken te zijn. (meer informatie leest u in de folder: ‘Hevig bloedverlies bij de menstruatie’).
Myomen (vleesbomen)
Myomen zijn goedaardige verdikkingen (spierknobbels) van de spierlaag van de baarmoeder. Ze kunnen sterk wisselen in aantal en grootte. Meestal geven ze geen klachten, maar soms leiden ze tot frequent bloedverlies of buikpijn, met name tijdens de menstruatie. Een hoogst enkele keer is de vruchtbaarheid verminderd.

Een baarmoederverwijdering is alleen nodig als de klachten niet op een andere manier te behandelen zijn. Welke behandeling het beste is, hangt af van uw leeftijd, het aantal, de grootte en de plaats van de vleesbomen. Soms is het mogelijk om alleen de vleesbomen te verwijderen en de baarmoeder te behouden. U kunt het beste de mogelijkheden met uw gynaecoloog bespreken. Meer informatie leest u in de folder: ‘Myomen’.

Pijnklachten veroorzaakt door de baarmoeder (endometriose en adenomyose)

Endometriose is de aanwezigheid van baarmoederslijmvlies buiten de holte van de baarmoeder (zie Endometriose). Baarmoederslijmvlies diep in de wand van de baarmoeder noemt men ook wel adenomyose. Dit kan klachten geven van veel pijn tijdens de menstruatie. Behandeling van endometriose en adenomyose is alleen nodig bij klachten. Bij endometriose is het maar zelden nodig de baarmoeder te verwijderen; dit gebeurt alleen als andere behandelingen geen resultaat hebben gegeven. Als u met de gynaecoloog besluit tot een baarmoederverwijdering, kan het verstandig zijn de eierstokken ook te verwijderen. Deze maken hormonen (oestrogenen) aan die na de operatie endometriose kunnen blijven veroorzaken.

Overige pijnklachten in de onderbuik
Chronische pijn in de onderbuik is maar zelden een gevolg van gynaecologische afwijkingen. Als er geen afwijking aan de inwendige geslachtsorganen bestaat, nemen de pijnklachten meestal wel af na verwijdering van de baarmoeder, maar na een paar maanden keren ze vaak weer terug. Dit komt omdat aan de achterliggende problemen niets is veranderd. Bij buikpijnklachten is een baarmoederverwijdering dan ook maar zeer zelden de beste oplossing (meer informatie leest u in de folder: ‘Chronische buikpijn bij vrouwen’).

Verzakking
Klachten die passen bij een verzakking van de baarmoeder kunnen een reden zijn om de baarmoeder te verwijderen. Soms wordt eerst geprobeerd of een andere behandeling voldoende resultaat geeft (zie Bekkenbodem-problemen bij vrouwen). Als de baarmoeder naar buiten zakt, kan dit worden opgelost door de baarmoeder te verwijderen. Een andere mogelijkheid is om de baarmoeder te laten zitten, maar deze met stevige hechtingen omhoog te trekken (meer informatie leest u in de folder, (‘Vaginale prolaps).

Welke operatiemethoden zijn er voor een baarmoederverwijdering?
Een baarmoeder kan op verschillende manieren worden verwijderd:
Bij de baarmoederverwijdering via de schede en door middel van een kijkbuisoperatie is er altijd een kleine kans dat de gynaecoloog tijdens de ingreep alsnog moet overgaan op een buikoperatie.

Als de baarmoeder wordt verwijderd wordt meestal ook de baarmoederhals weggehaald. De gynaecoloog zal met u bespreken of ook de eileiders en/of de eierstokken verwijderd moeten worden.

Verwijdering van de baarmoeder via de schede (vaginale uterusextirpatie)
De gynaecoloog past deze methode toe als de baarmoeder niet te groot is en vanzelf al iets in de vagina naar beneden komt. Bij deze operatie moet de baarmoedermond mee verwijderd worden.

Bij een verzakking van de blaas en/of endeldarm kan deze manier van opereren worden gecombineerd met een operatie aan de voor- of achterwand van de vagina, ook wel een voor- of achterwandplastiek genoemd (meer informatie leest u in de folder: ‘Vaginale prolaps’). Het voordeel van deze manier van opereren is dat u alleen een (onzichtbaar) litteken boven in de vagina krijgt en dus geen buiklitteken. Meestal herstelt u weer snel.

Verwijdering van de baarmoeder via de buikwand per laparoscoop (kijkbuisoperatie)
Soms is de baarmoeder niet te groot maar wel te weinig verzakt om via de vagina verwijderd te kunnen worden. Dan kan een kijkbuisoperatie plaatsvinden. Bij deze techniek maakt de gynaecoloog vier sneetjes in de buikwand. Op deze manier kan ook de onderbuik verder worden bekeken.

Via een sneetje net onder de navel wordt een kijkbuis (laparoscoop) in de buik gebracht; via de andere sneetjes brengt de gynaecoloog instrumenten in de buikholte waarmee de baarmoeder wordt losgemaakt. Daarna wordt de baarmoeder via de vagina verwijderd.Wanneer deze te groot is om via de vagina te verwijderen, wordt de baarmoeder via één van de wondjes in de buikwand (in kleine stukjes) verwijderd. Uw gynaecoloog zal dit mondeling toelichten. Soms is het mogelijk de baarmoederhals te behouden.

Verwijdering van de baarmoeder via de buikwand (abdominale uterusextirpatie)
Als verwijdering via de vagina of via een kijkbuisoperatie niet mogelijk is, vindt de operatie plaats via de buikwand. De snede wordt iets boven het schaambeen gemaakt, meestal horizontaal, en is ongeveer 10-15 cm lang (bikinisnede). Bij een grote baarmoeder of bij baarmoederkanker is het soms nodig om meer ruimte te scheppen door een verticale snede van de navel omlaag naar het schaambeen te maken (mediane onderbuikincisie) (zie figuur 1b).

Kunt u zelf kiezen?
Bij goedaardige aandoeningen hoeft de baarmoeder niet meteen verwijderd te worden. Neem dus de tijd om na te denken en de voor- en nadelen goed te overwegen. Bespreek met de gynaecoloog de mogelijkheden van eventuele alternatieve behandelingen. Kiest u voor een baarmoederverwijdering, bespreek dan welke operatiemethode voor u het beste lijkt. Vooral bij vrouwen die niet of nauwelijks zelf over de operatie hebben kunnen beslissen, kunnen emotionele klachten voorkomen. Bedenk daarom dat ú degene bent die beslist over al dan niet opereren, zeker wanneer het een goedaardige afwijking betreft.

Welke methode?
Afhankelijk van de grootte van de baarmoeder, de mate van verzakking van de baarmoeder in de vagina en de reden van de baarmoederverwijdering zal de gynaecoloog u de operatie voorstellen waarbij de minste risico's zullen bestaan en de operatie en uw herstel optimaal zullen verlopen. Een operatie via de vagina is in principe de eerste keus. Als dat niet mogelijk is wordt gekozen voor de kijkbuisoperatie; daarna voor een techniek met een horizontale snede en als laatste voor een techniek met een verticale snede. Bij de keuze van de methode is het van belang of ook de baarmoederhals en/of de eierstokken verwijderd moeten worden.

Wel of niet verwijderen van de baarmoederhals
Bij een baarmoederverwijdering wordt de baarmoederhals in principe ook altijd verwijderd. Alleen bij een operatie via de buik is het mogelijk de baarmoederhals te laten zitten.

Er zijn kleine voor- en nadelen verbonden aan het wel of niet verwijderen van de baarmoederhals.

Voordelen van het verwijderen van de baarmoederhals
Er kan geen baarmoederhalskanker meer ontstaan en u hoeft dus geen uitstrijkjes meer te laten maken.

Nadelen van het verwijderen van de baarmoederhals
Er is een kleine kans op beschadiging van de ureter (de urineleider van de nier die naar de blaas loopt, vlak naast de baarmoederhals).

Mogelijk voordeel van het laten zitten van de baarmoederhals
De operatie kan misschien iets korter duren.

Mogelijk nadeel van het laten zitten van de baarmoederhals
Er bestaat een kans van ongeveer tien procent dat, op het moment waarop de menstruatie zou plaatsvinden, (licht) bloedverlies blijft optreden, omdat er nog baarmoederslijmvlies in de baarmoederhals is achtergebleven.

Voor het vrijen en het plassen lijkt er geen verschil te bestaan of de baarmoederhals nu wel of niet verwijderd wordt.
Wetenschappelijk onderzoek heeft hierin geen verschil aangetoond. Soms blijkt tijdens de operatie dat het verstandiger is de baarmoedermond alsnog te laten zitten. Dit kan bijvoorbeeld als er een vleesboom in de weg zit of als er verklevingen zijn in de onderkant van de buikholte.

Wel of niet verwijderen van de eierstokken
Als u nog niet in de overgang bent, is er geen reden om met de baarmoeder ook de eierstokken te verwijderen. Het wegnemen van de eierstokken betekent immers dat u direct na de operatie in de overgang komt.

Over wat verstandig is na de overgang, verschillen de meningen. De meeste gynaecologen adviseren dan ook de eierstokken te laten zitten, omdat ze nog kleine hoeveelheden hormoon (testosteron) maken, die onder andere bijdragen aan het zin hebben in vrijen (libido). Andere gynaecologen stellen voor om de eierstokken te verwijderen om zo de kans op kanker ervan te verminderen. Als eierstokkanker en/of borstkanker meer dan gemiddeld in uw familie voorkomt kan de kans op eierstokkanker groter zijn. Bespreek dit voor de operatie met de gynaecoloog.

Een enkele keer komen pas tijdens de operatie afwijkingen aan één of beide eierstokken aan het licht. Bij één afwijkende eierstok neemt de gynaecoloog alleen deze eierstok weg. Bij afwijkingen aan beide eierstokken zal de gynaecoloog zoveel mogelijk van ten minste één eierstok behouden om zo een voortijdige overgang te voorkomen. De eierstokken kunnen zowel via de vagina als via de buikwand worden verwijderd, maar als de operatie via de vagina plaatsvindt, is het lastig om zo ook de eierstokken weg te halen.

Ook als de eierstokken in het lichaam achterblijven, is het mogelijk om wel de eileiders te verwijderen. De eileiders zijn nodig om op een natuurlijke manier zwanger te kunnen worden. Verder hebben ze geen functie. Uit onderzoek blijkt dat eierstokkanker vaak in de eileiders ontstaat. Het weghalen van de eileiders geeft dus een lagere kans op het krijgen van eierstokkanker in de toekomst. De kans op eierstokkanker daalt van 1,3% (13 per 1000 vrouwen) naar 0,4% (4 per 1000 vrouwen) na het verwijderen van de eileiders.
De gynaecoloog informeert u verder over de voor- en nadelen van het verwijderen van eileiders.

Voor de operatie
Voor meer informatie over de opname, zie SKB-folder: ‘Opname en verblijf’. Meestal op de operatiedag, soms op de dag ervóór, wordt u opgenomen in het ziekenhuis. Omdat u nuchter moet zijn voor de operatie, mag u ten minste vier tot zes uur voor de operatie niets meer eten of drinken. Vaak krijgt u een infuus en een slangetje (katheter) in de blaas, en ook een rustgevend middel (voor meer informatie over de verdoving: zie SKB-folder: ‘Uw operatie en anesthesie’). Bespreek voor de operatie duidelijk uw ideeën en wensen met de gynaecoloog.

Na de operatie
Na een baarmoederverwijdering krijgt u korte of langere tijd een blaaskatheter (slangetje in de blaas). Of u pijn in de buik en bij het litteken krijgt, is afhankelijk van de operatiemethode. De darmen komen binnen één tot twee dagen langzaam weer op gang.
Na enkele weken kunt u soms een hechting via de vagina verliezen. Ook kunt u nog wat afscheiding verwachten. Hierover hoeft u zich niet ongerust te maken.

Mogelijke complicaties en bijwerkingen van een baarmoederverwijdering
Bij elke operatie, dus ook bij een baarmoederverwijdering, kunnen complicaties of bijwerkingen optreden: bloedverlies tijdens de operatie, waarvoor bloedtransfusie noodzakelijk kan zijn, het ontstaan van trombose, een infectie, een beschadiging aan darmen, blaas, urinewegen of een nabloeding.

Mogelijke bijwerkingen en complicaties op korte termijn
Afscheiding
Meestal hebt u gedurende enkele dagen tot maximaal een paar weken wat bloederige afscheiding uit de vagina. Hierover hoeft u zich niet ongerust te maken, tenzij u daarbij pijn, koorts of ruim helderrood bloedverlies krijgt.

Nabloeding
Na een baarmoederverwijdering kan in de top van de vagina een nabloeding ontstaan. Meestal lost het lichaam dit zelf op, maar het betekent wel dat uw herstel wat langer zal duren. Soms is het verstandig het gevormde stolsel te verwijderen; dit kan dan meestal via de vagina.

Problemen bij het plassen
Na een baarmoederverwijdering kunnen soms plasproblemen ontstaan, zoals moeite hebben met het ophouden van urine. Dit komt doordat de blaas tijdens de operatie wordt losgemaakt van de baarmoeder. Deze plasklachten gaan bijna altijd vanzelf over.

Moeheid
U kunt sneller moe zijn en minder aankunnen dan u dacht. Het beste kunt u toegeven aan de moeheid en extra rust nemen.

Weer thuis: Adviezen
Mogelijke bijwerkingen en complicaties op lange termijn
Geen menstruatie meer
Als de baarmoeder verwijderd is bestaat er geen bloedverlies meer en kunt u niet zwanger meer worden. Alleen als de baarmoederhals aanwezig blijft, kunt u elke maand nog een heel klein beetje bloed verliezen.

(On)gevoeligheid van het litteken
Bij een bikinisnede kan de huid rond het litteken gedurende langere tijd ongevoelig of juist overgevoelig zijn omdat de huidzenuwen zijn doorgesneden. Dit verdwijnt meestal in de loop van de tijd.

Overgangsklachten
Als u vóór de baarmoederverwijdering niet in de overgang was, kunt u na de operatie eventueel overgangsklachten zoals opvliegers krijgen. Dit komt doordat de bloedvoorziening naar de eierstokken als gevolg van de operatie is veranderd. Er bestaat een kans dat deze klachten na verloop van tijd weer verdwijnen.

Veranderde seksuele beleving
Bij sommige vrouwen verandert de seksuele beleving. Veel vrouwen ervaren positieve effecten, zoals minder pijn bij het vrijen. Soms zijn er veranderingen in negatieve zin, zoals minder zin hebben in vrijen, verminderde gevoeligheid van (de omgeving van) de vagina, en/of veranderingen in het orgasme (klaarkomen). Sommige vrouwen missen het samentrekken van de baarmoeder bij het klaarkomen, maar gaandeweg wennen ze daaraan.

Vrouwen die voorheen al problemen hadden met vrijen, kunnen er na de operatie nog meer moeite mee hebben, maar voor de meeste vrouwen betekent de baarmoederverwijdering een verbetering, zeker als ze voorheen frequent bloedverlies hadden.

Emotionele aspecten
Sommige vrouwen voelen zich na een baarmoederverwijdering 'minder vrouw', omdat ze geen kinderen meer kunnen krijgen en niet meer menstrueren.
Het is belangrijk voor u zelf om deze gevoelens serieus te nemen. Een baarmoederverwijdering kan een rouwproces met zich meebrengen. Traumatische ervaringen zoals incest of mishandeling of ongewenste kinderloosheid kunnen weer in de herinnering komen. Speelt iets dergelijks bij u, bespreek dit dan al vóór de operatie met uw huisarts of gynaecoloog.

Veel gestelde vragen
Moet ik na de operatie nog uitstrijkjes laten maken?
Als de baarmoederhals verwijderd is, hoeft u geen uitstrijkjes meer te laten maken, tenzij uw gynaecoloog u dat adviseert omdat er (in het verleden) afwijkende cellen in de baarmoederhals zijn gevonden. Als de baarmoederhals is blijven zitten, is het verstandig een uitstrijkje te laten maken als u een oproep krijgt voor het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker.

Waar blijven de eicellen?
Net als voor de operatie komen de eicellen na de eisprong in de buikholte terecht, waar ze vanzelf oplossen.

Waar blijft het zaad?
Het zaad komt via de vagina weer naar buiten, net als voor de operatie.

Wordt de vagina korter?
De vagina houdt in principe dezelfde lengte als voor de operatie.

Hoe zit de vagina vast na de operatie?
De vagina hangt niet los na de operatie. De zijkanten zitten vast aan de bekkenwand. Soms maakt de gynaecoloog de ophangbanden van de baarmoeder aan de top van de vagina vast.

Kan de wond openspringen als ik te snel weer veel ga doen?
De gynaecoloog sluit de wond met stevige hechtingen die langzaam oplossen. Tegen die tijd zijn de weefsels weer volledig vastgegroeid. Door onverwachte bewegingen of door veel inspanning kan de wond niet ineens openbarsten. Wel kan door een vroegtijdige grote belasting een littekenbreuk ontstaan. Dit komt maar zeer zelden voor.

Wat gebeurt er met de lege ruimte in mijn buik?
Darmen vullen de ruimte die ontstaat door het verwijderen van de baarmoeder, direct op. U loopt dus niet met een gat in uw buik.

Tot slot
Als u meer informatie wilt, kunt u terecht op de volgende website: www.degynaecoloog.nl.

Vragen
Mocht u nog vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met polikliniek Gynaecologie. Telefoon: 0543 54 46 50. Wij zijn bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 16.30 uur.

Geheimhouding en recht op privacy
Alle medewerkers van ons ziekenhuis hebben een geheimhoudingsplicht. Verder heeft u als patiënt recht op privacy. Uitgebreide informatie hierover kunt u vinden in de folder ‘De rechten en plichten van de patiënt’. Deze is verkrijgbaar op de afdeling en bij de patiënteninformatie in de centrale hal. Daarnaast is deze folder te vinden op, www.skbwinterswijk.nl

De inhoud van deze folder is ontleend aan de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG)




Foldernummer: gyn160 versie jan 21


PIMS™ folderportaal door 4CLOUD®
  |