In deze folder leest u informatie over de operatieve behandeling van een vergrote prostaat via de plasbuis. Uw arts heeft vastgesteld dat de symptomen waar u last van heeft het gevolg zijn van benigne prostaathyperplasie (BPH), ook wel een vergrote prostaat genoemd. In deze folder vindt u aanvullende informatie naast de informatie die u van de uroloog krijgt.
De prostaatDe prostaat is een klier en ligt rondom de plasbuis, onder de blaas. De prostaat heeft de vorm en de grootte van een kastanje. De prostaat bestaat uit klierbuisjes die worden omgeven door spierweefsel en bindweefsel. De klierbuisjes maken het prostaatvocht. Bij een zaadlozing komen de zaadcellen met dit prostaatvocht naar buiten via de plasbuis. De prostaat staat onder invloed van hormonen die in andere organen worden aangemaakt. Dat gebeurt grotendeels in de zaadballen en voor een klein deel in de bijnieren. Deze hormonen regelen de groei van de prostaat en de vorming van prostaatvocht.
Veranderingen van de prostaatBij de meeste mannen wordt de prostaat na het dertigste jaar langzaam groter. Waarschijnlijk is dit het gevolg van de langdurige inwerking van het mannelijke geslachtshormoon testosteron op het prostaatweefsel. Tegen de leeftijd van 80 jaar heeft 80% van de mannen een vergrote prostaat en de eventueel daarbij behorende symptomen. Een vergrote prostaat drukt namelijk op de plasbuis, waardoor de stroming van de urine wordt belemmerd. De klachten die hierbij kunnen horen zijn:
- frequente urinelozing (vooral ’s nachts);
- zwakke urinestroom;
- plotselinge aandrang om te urineren;
- moeite moeten doen of persen bij het beginnen en/of eindigen van het urineren;
- onvermogen om uw blaas volledig te ledigen;
- pijn of branderig gevoel tijdens het urineren.
Voorbereiding U ontvangt een uitnodiging voor het preoperatieve spreekuur (POS). Voor deze afspraak vult u een vragenlijst in. Daarin kunt u bijzonderheden over uw gezondheid en medicatie-gebruik aangeven. Dit kan via MijnSKB. Voor meer informatie over ‘het preoperatieve spreekuur’, ‘MijnSKB’ , ‘
Uw operatie en anesthesie’ en 'Opname en verblijf' kunt u de folders bekijken via folders.skbwinterswijk.nl.
MeldenOp de afgesproken dag en tijdstip meldt u zich op de met u afgesproken afdeling. Op de afdeling wordt u ontvangen door een verpleegkundige die u wegwijs maakt op de afdeling. De verpleegkundige begeleidt u zoveel mogelijk tijdens uw opnameperiode.
PatiëntveiligheidTer verhoging van de patiëntveiligheid vragen onze medewerkers regelmatig naar uw naam en geboortedatum. Daarnaast wordt rondom de operatie meerdere malen een checklist afgewerkt, waarbij men nagaat of alle gegevens juist zijn en of alle handelingen zijn uitgevoerd. Ook bij de overdracht van de operatieafdeling naar de verpleegafdeling vindt deze controle plaats.
Voor de operatieVoor de operatie krijgt u een operatiejas aan. Sieraden (kettingen, horloge, ringen, etc.) moet u afdoen. Een bril en/of een gebitsprothese kunt u op- of inhouden in overleg met de verpleegkundige. U krijgt voor de operatie medicijnen tegen de pijn, zodat deze alvast kunnen inwerken. De verpleegkundige brengt u naar de voorbereidingskamer.
De operatieEr zijn verschillende operatietechnieken om een vergrote prostaat te behandelen. De uroloog bespreekt met u van tevoren welke techniek voor u het meest geschikt is, de technieken kunnen ook worden gecombineerd:
- TURP/BH (TransUrethrale Resectie van de Prostaat of BlaasHals)
Transurethraal betekent via de plasbuis en resectie betekent weghalen. Er wordt met behulp van een metalen lusje, dat verhit kan worden, prostaatweefsel verwijderd. Zo wordt het prostaatweefsel stukje voor stukje weggehaald. Het prostaatweefsel dat is verwijderd kan worden onderzocht op afwijkende cellen.
- GLL (GreenLight Laser therapie)
Bij de laserbehandeling wordt er gebruik gemaakt van een fiber, ofwel laserdraad. Als de uroloog de laser activeert, komt er een felgroen laserlicht door de buis. De laserlicht verbrandt het extra weefsel van de prostaat, zodat de obstructie verwijderd wordt. Tijdens deze ingreep komt er minder bloed vrij, aangezien de bloedvaatjes direct dicht gebrand worden. Er wordt geen weefsel weg gehaald, hierdoor kan er geen extra weefselonderzoek plaatsvinden naar de prostaat.
Tijdens de operatie ligt u op de rug met de benen opgetrokken in beensteunen. Via de plasbuis (urethra) wordt een kijkbuis (scoop) in de plasbuis gebracht. Door deze buis gaat vervolgens het operatie-instrumentarium. De wand van de prostaat blijft aanwezig, alleen het weefsel dat de plasbuis dichtdrukt wordt weggehaald. Er ontstaat dus een inwendige wond in de prostaat.
Na de operatieUitslaapkamerNa de operatie gaat u eerst naar de uitslaapkamer (recovery). U wordt naar de verpleegafdeling gebracht als u goed wakker bent, niet misselijk bent en niet te veel pijn heeft. Op de afdeling controleert de verpleegkundige regelmatig uw hartslag en uw bloeddruk.
InfuusU krijgt een infuus in uw arm waardoor u vocht en eventueel medicijnen toegediend krijgt. Na de operatie krijgt u eerst wat water te drinken. Daarna kunt u geleidelijk aan weer normaal eten.
Blaaskatheter Na de operatie krijgt u een blaaskatheter. Omdat de urine na de operatie bloederig kan zijn, wordt er gebruik gemaakt van een spoelsysteem. De blaaskatheter blijft gewoonlijk een nacht in de blaas om te zorgen voor goede urine-afvoer. De blaaskatheter kan de blaaswand irriteren en hierdoor kunt u klachten van aandrang tot plassen hebben. Of het kan pijn aan de top van de penis veroorzaken. Dit wordt blaaskramp genoemd. In overleg met de verpleegkundige kunt u hiervoor medicijnen krijgen.
Na de operatie heeft u bedrust. De volgende dag mag u weer beginnen met mobiliseren.
De dag na de operatieDe uroloog komt bij u langs en beslist of het infuus en de blaaskatheter verwijderd kunnen worden. Dit wordt door de verpleegkundige gedaan. Om vorming van stolsels te voorkomen kunt u het beste regelmatig wat drinken. Wanneer het plassen goed op gang is gekomen, controleert de verpleegkundige, een aantal keren met een scan-apparaat of u uw blaas goed leeg plast. Als het plassen goed gaat en de urine niet te bloederig is, kunt u in de loop van de middag weer naar huis.
Risico’s en complicatiesBij iedere operatie kunnen complicaties optreden.
- Het kan voorkomen dat er te veel urine achter blijft in de blaas na het verwijderen van de katheter, dan wordt er opnieuw een katheter geplaatst. U krijgt dan een afspraak op de polikliniek voor het verwijderen van de katheter.
- Er kan een urineweginfectie optreden, gepaard gaande met koorts.
- Na de operatie kan een bloeding optreden waarbij zich bloedstolsels vormen in de blaas. Vaak stopt de bloeding vanzelf na het spoelen van de blaas via de blaaskatheter. Soms is het nodig de bloeding dicht te schroeien, dit gebeurt op de operatiekamer.
- Het is mogelijk dat langere tijd na de operatie, door littekenvorming, een vernauwing (strictuur) van de plasbuis ontstaat. Soms is hiervoor een behandeling noodzakelijk.
ControleafspraakU wordt na de operatie voor controle en eventueel uitslag van het weefselonderzoek verwacht bij uw behandelend arts. Deze afspraak wordt voor u gemaakt op de polikliniek en krijgt u thuisgestuurd of vindt u in Mijn SKB.
VragenBij vragen over uw behandeling kunt u contact opnemen met de polikliniek Urologie. Wij zijn bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.00 – 16.30 uur op telefoonnummer 0543 54 46 30.
Tot slotDeze brochure betreft een algemene voorlichting en is bedoeld als extra informatie naast het gesprek met uw behandelend arts. Bijzondere omstandigheden kunnen aanleiding geven tot wijzigingen. De uroloog bespreekt dit met u.
Geheimhouding en recht op privacyAlle medewerkers van ons ziekenhuis hebben een geheimhoudingsplicht. Verder heeft u als patiënt recht op privacy. Uitgebreide informatie hierover kunt u vinden in de folder ‘De rechten en plichten van de patiënt’. Deze is verkrijgbaar op de afdeling en bij de patiënteninformatie in de centrale hal. Daarnaast is deze folder te vinden op: www.skbwinterswijk.nl
BijlageAdviezen voor thuisDe genezing van de inwendige wond duurt 10 tot 12 weken. In deze periode kunt u plasproblemen hebben. Het is mogelijk dat u nog vaak moet plassen, het plassen pijnlijk is en dat u de plas minder goed kan ophouden. Deze problemen verdwijnen bijna altijd vanzelf wanneer de wond genezen is. In deze periode na de operatie kan er nog bloed bij de plas zitten. Doet zich dat bij u voor, neem dan rust en drink veel (2-2,5 liter per dag) tot het bloed verdwenen is. Blijft de urine desondanks meerdere dagen achtereen bloederig of zitten er stolsels in de urine, neem dan contact op met de poli urologie.
Het is belangrijk dat u de volgende adviezen opvolgt om de kans op complicaties te verminderen:
- U mag gedurende 6 weken niet fietsen en zwaar tillen.
- Voorkom obstipatie en pers niet bij de ontlasting. Gebruik vezelrijke voeding en drink 2 liter per dag. Eventueel kunnen medicijnen worden voorgeschreven.
- Het is belangrijk, dat u gedurende de eerste 2 weken veel drinkt; 2 liter per dag.
- Het gebruik van alcohol wordt afgeraden, vanwege zijn bloedverdunnende werking. Hierdoor bestaat er een verhoogde kans op een bloeding in de prostaat.
- Wacht met seksuele gemeenschap tot 6 weken na de operatie.
- Na een prostaatoperatie is het bijna altijd zo dat het sperma bij een zaadlozing niet meer naar buiten stroomt. U komt alleen ‘droog’ klaar, het sperma lost op in de urine en wordt ongemerkt uitgeplast. Het gevoel tijdens het klaarkomen verandert niet. Doordat de zaadlozing niet naar buiten stroomt kunt u waarschijnlijk geen kinderen meer verwekken via de natuurlijke manier.
- Herstarten van eventuele bloedverdunners: In overleg met uw uroloog.
- Bij pijn mag u paracetamol innemen (of de door de uroloog voorgeschreven pijnstillers). Volgt u de gebruiksaanwijzing van de bijsluiter.
Neem contact op met de polikliniek Urologie als:
- de pijn toeneemt (ernstige brandende pijn bij het plassen);
- u niet meer kunt plassen;
- er pus of bloedstolsels uit de plasbuis komen;
- meerdere dagen bloederige (helder rood) urine;
- u meer dan 38,5 ºC koorts heeft;
- u vragen of andere problemen heeft.
Neem
binnen 24 uur na de ingreep contact op met:
- Tijdens kantooruren: de polikliniek Urologie via telefoonnummer 0543 - 54 46 30.
- Buiten kantoortijden: met de Spoedeisende hulp via telefoonnummer 0543 - 54 45 55.
Neem
na 24 uur na de ingreep contact op met:
- Tijdens kantoortijden: de polikliniek Urologie via 0543 - 54 46 30.
- Buiten kantoortijden: de huisartsenpost in uw regio.