Een coloscopie is een inwendig onderzoek waarbij de gehele dikke darm en vaak het laatste stukje van de dunne darm bekeken worden. Het onderzoek wordt verricht met behulp van een coloscoop; een flexibele, bestuurbare slang waarin een camera bevestigd is. Deze wordt via de anus ingebracht. De coloscoop is verbonden met een beeldscherm zodat de arts uw darm nauwkeurig kan bekijken.
VoorbereidingHet is voor u van groot belang om de folder aandachtig te lezen en nauwkeurig te volgen. De dag voor het onderzoek neemt u het laxeermiddel. Ook dient u een speciaal dieet te volgen (zie verderop in de folder : instructie Eziclen). Op de afgesproken tijd kunt u zich melden bij de balie van de dagbehandeling (route 7.5). Het onderzoek vindt plaats op de endoscopieafdeling (route 7.4). Wilt u uw afsprakenkaart met een geldig identificatiebewijs meenemen. Wij adviseren u om makkelijke bovenkleding te dragen tijdens het onderzoek. Er volgt een opnamegesprek met de verpleegkundige en die brengt een infuusnaaldje in.
Klinische voorbereiding coloscopieIn sommige gevallen wordt u een dag vóór het onderzoek opgenomen in het ziekenhuis. In het ziekenhuis begeleidt de verpleegkundige u bij de voorbereiding op het onderzoek. U blijft dan 1 nacht in het ziekenhuis.
Het onderzoekTijdens het onderzoek ligt u op de linkerzij. De arts spuit, als dit is afgesproken, eerst het slaapmiddel en een pijnstiller in via het infuusnaaldje. We noemen dit ook wel een “roesje”. Het is echter geen narcose en helaas is het dus niet mogelijk 100% garantie te geven dat u niets van het onderzoek zult merken. Vanwege de medicatie wordt gedurende het onderzoek uw bloeddruk, hartslag en zuurstofgehalte gemeten. Dan wordt de met een speciale gelei ingesmeerde slang via de anus ingebracht. Uw darmen worden iets opgeblazen om deze goed te laten ontplooien (dit kan een drukkend of krampend gevoel veroorzaken in de buik). Tijdens het onderzoek wordt de scoop langzaam opgeschoven, terwijl de arts het uiteinde kan besturen. Soms kan het nodig zijn dat de verpleegkundige op uw buik drukt of dat u van houding moet veranderen.
Eventueel kan er een stukje weefsel (biopt) worden weggenomen voor onderzoek; hier voelt u niets van. Als er poliepen in de dikke darm worden gevonden, dan kunnen ze meestal tijdens het onderzoek worden verwijderd. Als er biopten of poliepen zijn verwijderd kunt u bloed bij de ontlasting verliezen. Meestal verdwijnt dit na een dag.
Duur van het onderzoekHet onderzoek duurt gemiddeld een half uur.
UitslagDe arts geeft u na het onderzoek een voorlopige uitslag. Als er stukjes weefsel of poliepen zijn opgestuurd dan is de uitslag daarvan na ongeveer 10 dagen bekend. Dit bespreekt uw huisarts of de specialist met u.
Als er tijdens het onderzoek een afwijking in de darm wordt gezien, is soms extra onderzoek nodig. In dat geval wordt er, als u terug bent op de dagbehandeling, bloed afgenomen en een hartfilmpje gemaakt. De arts komt in de loop van de dag bij u langs om u dit verder uit te leggen. U wordt na de scopie, of voor het gesprek, naar een andere kamer gebracht. Om de wachttijd tussendoor zo kort mogelijk te houden, worden er standaard een aantal onderzoeken en vervolgafspraken geregeld. De verpleegkundige van de dagbehandeling neemt dit met u door als dit voor u van toepassing is.
NazorgNa het onderzoek komt u weer terug op de dagbehandeling. U blijft nog 1 tot 2 uur ter observatie om het roesje uit te slapen. Ook krijgt u weer iets te eten en drinken. Wanneer u goed wakker bent kunt u naar huis. Dit kan echter niet op eigen gelegenheid, vanwege het slaapmiddel. U dient zelf voor vervoer te zorgen.
U mag de eerste 12 uur na het onderzoek niet zelfstandig deelnemen aan het verkeer en bij voorkeur geen alcohol innemen.
Mogelijke complicaties bij een coloscopieEen coloscopie is een veilige onderzoeksmethode. Toch kan in een enkel geval een complicatie optreden. De kans hierop is groter als de darmwand ernstig ontstoken of vernauwd is, er veel bochten of uitstulpingen (divertikels) zijn of als er een poliep wordt verwijderd.
De meest voorkomende complicatie bij een coloscopie is een bloeding of een scheurtje van de darmwand (darmperforatie). Soms vereist een complicatie een ziekenhuisopname en in een enkel geval is operatief ingrijpen noodzakelijk. Als u in de week na het onderzoek hevige buikpijn, veel en aanhoudend bloedverlies of zwarte ontlasting heeft of koorts krijgt, meldt u zich dan via onderstaande nummers.
Contact bij klachten na behandeling en/ of onderzoekWij vragen u contact op te nemen als:
- U binnen drie dagen na het onderzoek klachten ondervindt;
- U binnen 1 week na het darmonderzoek veel bloed in de ontlasting heeft.
Maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 16.30 uur kunt u bellen met:
Polikliniek Interne Geneeskunde: 0543 - 54 43 00
Polikliniek MDL: 0543 - 54 42 26
Buiten kantooruren kunt u bellen met:
Spoedeisende Hulp: 0543 - 54 45 55
In alle andere gevallen kunt u contact opnemen met uw huisarts.
Let opWoont u op een varkens- of vleeskalverenhouderij, of vleeskuikenhouderij, of komt u beroepsmatig in contact met deze dieren, meld dit dan zo spoedig mogelijk aan de secretaresse van de polikliniek. Ook willen wij graag weten of u minder dan 2 maanden geleden in een buitenlands ziekenhuis bent behandeld. Dit is vanwege de ziekenhuisbacterie: MRSA. Bent u zwanger of geeft u borstvoeding, bespreek dit dan met de specialist of verpleegkundige.
Verhinderd en vragenMocht u niet op de afgesproken tijd aanwezig kunnen zijn of als het laxeren niet of onvoldoende gelukt is, neem dan zo spoedig mogelijk contact op met polikliniek Interne Geneeskunde, telefoonnummer: 0543 - 54 43 00 of met polikliniek Maag-, darm- en leverziekten (MDL), telefoonnummer: 0543 - 54 42 26. Als u na het lezen van deze informatie nog vragen heeft, kunt u contact opnemen met de endoscopieverpleegkundige. Zij is bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 11.30 tot 12.15 uur op telefoonnummer: 0543 - 54 48 04.
Voorbereiding Coloscopie- Als u medicijnen gebruikt, kunt u die gewoon met een glas water innemen tenzij uw arts dit anders aangeeft;
- Als u bekend bent met diabetes (suikerziekte) moet u overleggen met de arts of diabetesverpleegkundige in verband met de medicatie;
- 7 Dagen voor het onderzoek mogen er geen maag of darmfoto’s gemaakt worden waarbij bariumcontrast wordt gebruikt, een CT-scan mag wel;
- 7 Dagen voor het onderzoek inname van ijzertabletten stoppen;
- 3 dagen voor het onderzoek sachets/ poeder met Mesalazine (Pentasa of Salofalk) stoppen;
- Bloedverdunners zullen in een aantal gevallen voor het darmonderzoek gestopt moeten worden. De arts die het onderzoek voor u heeft aangevraagd heeft dit als het goed is, met u besproken. Acetylsalicylzuur (Ascal) is een bloedverdunner die wel gewoon mag worden gebruikt;
- U moet er rekening mee houden, dat de anticonceptiepil mogelijk niet goed meer functioneert door het laxeren;
- Indien u een stoma hebt, dan kan de arts of verpleegkundige u aanwijzingen geven omtrent het innemen van de Eziclen. Zo nodig kunt u contact opnemen met de stomaverpleegkundige van het SKB. Zij is te bereiken op werkdagen van tussen 9.00 en 16.00 uur (telefoon 0543 - 54 49 05).
DieetvoorschriftenVoor het onderzoek moet u onderstaande dieetvoorschriften volgen:
5 dagen voor het onderzoek
U mag geen pitten en zaden eten, zoals brood met grove granen en pitten, kiwi's, druiven, etc.
Dag vóór het onderzoek1. Ontbijt met wit brood, beschuit of crackers. Hoeveelheid naar keuze.
Toegestaan beleg:
- boter/margarine/halvarine;
- kaas zonder pitjes;
- gelei-jam (dus zonder pitjes); gekookt ei;
- magere vleeswaren (rosbief of rookvlees).
2. Lunch, ongeveer 12.00 uur (zie ontbijt). Een kop bouillon met vlees en/of vermicelli is ook toegestaan. Na de lunch mag u niets meer eten. U mag nog wel drinken (zie: toegestane dranken).
3. Toegestane dranken
Tijdens het dieet mag u steeds extra drinken. Alle heldere dranken zijn toegestaan, zoals:
- thee, eventueel met suiker;
- appelsap, druivensap/dubbelfris (geen rode) , gezeefd sinaasappelsap, gezeefd grapefruitsap; gezeefde, heldere bouillon;
- limonades zonder koolzuur;
- water.
4. Niet toegestane dranken
De volgende dranken mag u niet drinken:
- melkproducten;
- koffie;
- roosvicee; rode
- rode ranja.
Voorbereiding met Eziclen
Voor wie is Eziclen® niet geschiktHeeft u ernstig hartfalen en/of een nierfunctiestoornis? Dan is Eziclen® mogelijk niet geschikt voor u. Neem dan contact op met de polikliniek van uw verwijzer.
Instructie Eziclen®De dag voor het onderzoek begint u met inname van de laxeermiddelen. Om 18.00 uur begint u met het innemen van de Eziclen®.
Algemene instructie Eziclen®:U heeft twee flacons Eziclen®. De avond voor het onderzoek giet u de inhoud van één flacon Eziclen® in de bijgeleverde beker. Voeg water toe tot aan de vullijn (ongeveer 0,5 liter). Deze verdunde oplossing drinkt u op in maximaal een uur. In de twee volgende uren drinkt u twee tot aan de vullijn gevulde (bijgeleverde) bekers water of heldere drank (1 liter).
Op de ochtend van het onderzoek herhaalt u de instructies van de vorige avond. U dient de volledige, verdunde oplossing van Eziclen® en de twee bekers (1 liter) water of heldere drank ten minste één uur voordat u thuis vertrekt te hebben opgedronken. Daarna mag u niet meer drinken. Als u de smaak van de oplossing Eziclen® onaangenaam vindt, mag u druppels citroensap of ranja toevoegen (geen rode ranja). In onderstaand schema ziet u welke hoeveelheden Eziclen® u op welke momenten moet drinken afhankelijk van het tijdstip waarop uw onderzoek gepland staat. Het is belangrijk dat u deze instructies goed doorleest en opvolgt. Gebruik niet de bijgeleverde gebruiksaanwijzing van de apotheek.
Tijdstip van uw onderzoek
| Instructie Eziclen® |
Tussen 8.30 en 12.30 uur
| Dag vóór het onderzoek: 18.00 uur: drink 500 ml met water verdunde Eziclen® in een half uur tot een uur op. Daarna drinkt u een liter heldere drank tussen 19.00 en 21.00 uur.
Dag van het onderzoek: 6.00 uur: drink 500 ml met water verdunde Eziclen® in een half uur tot een uur op. Daarna drinkt u minstens één liter heldere drank tot een uur vóór u van huis vertrekt. Let op! Als u vroeg in de ochtend aan de beurt bent, kan het zijn dat het beter is om eerder dan 6.00 uur te beginnen. Dit is afhankelijk van hoe snel u de drank op kunt drinken.
U mag vanaf een uur voordat u van huis vertrekt niks meer drinken. (Bijvoorbeeld als u om 8.00 uur vanaf huis vertrekt, mag u vanaf 7.00 uur niks meer drinken)
|
Tussen 13.30 en 17.00 uur
| (zie volgende pagina voor als u in de middag een onderzoek heeft)
Dag vóór het onderzoek: 18.00 uur: drink 500 ml met water verdunde Eziclen® in een half uur tot een uur op. Daarna drinkt u een liter heldere drank tussen 19.00 en 21.00 uur.
Dag van het onderzoek: 9.00 uur: drink 500 ml met water verdunde Eziclen® in een half uur tot een uur op. Daarna drinkt u minstens één liter heldere drank tot een uur vóór u van huis vertrekt. Let op! Als u vroeg in de middag aan de beurt bent, kan het zijn dat het beter is om eerder dan 9.00 uur te beginnen. Dit is afhankelijk van hoe snel u de drank op kunt drinken.
U mag vanaf een uur voordat u van huis vertrekt niks meer drinken. (Bijvoorbeeld als u om 11.00 uur vanaf huis vertrekt, mag u vanaf 10.00 uur niks meer drinken) |
Let opAls u denkt, dat uw darm ondanks de Eziclen onvoldoende gelaxeerd is, dus geen heldere, waterige, gele ontlasting, vermeld dit dan aan de verpleegkundigen op de afdeling. Zij kunnen u dan een klysma geven, zodat de darm extra gereinigd wordt. Wanneer u in het ziekenhuis opgenomen bent, kan het zijn, dat u een extra laxeermiddel krijgt.
Kwaliteit en veiligheidU moet erop kunnen rekenen dat het ziekenhuis goede en veilige zorg biedt.
Zorgverleners voeren daarom op belangrijke momenten extra controles uit. Zo controleren verpleegkundigen en artsen voorafgaand aan een onderzoek of behandeling meerdere keren of alles goed voorbereid is. Ook vragen zorgverleners u bijvoorbeeld meerdere keren naar uw naam en geboortedatum. Dit is om er helemaal zeker van te zijn dat het onderzoek of de behandeling plaatsvindt bij de juiste patiënt.
Hoe gaan wij met uw vertrouwelijke gegevens omZodra u zich meldt in het ziekenhuis, leggen wij persoonlijke gegevens over u vast. Die gegevens zijn geheim. Alleen de arts die u behandelt, de zorgverleners die bij uw behandeling betrokken zijn en uzelf mogen uw gegevens inzien. Het ziekenhuis is verplicht om de kwaliteit van zorg te bewaken en verbeteren. Daarom kan het nodig zijn om gegevens te verstrekken aan personen binnen of buiten het ziekenhuis. Het verstrekken van gegevens is aan wettelijke regels gebonden.
Wanneer zorgverleners van verschillende zorginstanties samenwerken bij uw behandeling, noemt men dit ketenzorg. Als het voor een goede behandeling of verzorging noodzakelijk is dat de zorgverleners uit de keten toegang hebben tot uw patiëntgegevens, dan is dit toegestaan. Dit is echter alleen toegestaan als u van tevoren duidelijk bent geïnformeerd over welke hulpverleners van welke zorginstanties deel uitmaken van deze keten en u hier geen bezwaar tegen heeft (zie ook folder: 'Toestemming voor het digitaal beschikbaar stellen van uw medische gegevens', verkrijgbaar bij de patiënteninformatie in de centrale hal).
Daarnaast kunnen uw huisarts, de huisartsenpost en uw apotheker een samenvatting van uw medische gegevens inzien bij spoedeisende zorg buiten praktijkuren. Meer informatie kunt u lezen in de folder “rechten en plichten van de patiënt”. Deze folder kunt u raadplegen op www.skbwinterswijk.nl en is verkrijgbaar bij de patiënteninformatie in de centrale hal.