Decubitus is de medische term voor doorliggen. Een doorligplek is een plek waar de huid stuk is of dreigt stuk te gaan. Als aan een beginnende doorligplek niets gedaan wordt, kan op die plaats een wond ontstaan die moeilijk heelt.
Doorliggen komt voor bij mensen die door ziekte of ongeval veel in bed liggen of die in een (rol)stoel zitten. Jong of oud, dik of dun, iedereen kan decubitus krijgen. Voor deze mensen en voor hun verzorgers is deze folder geschreven.
SamenwerkenIn de regio Oost-Achterhoek werken zorgverleners samen om de juiste zorg aan mensen met doorligwonden te bieden. Door ervaringen met elkaar te delen en afspraken te maken hoe we wondzorg uitvoeren, zorgen we ervoor dat mensen met doorligplekken in het ziekenhuis, thuis, in het woonzorgcentrum en het verpleeghuis op dezelfde wijze worden behandeld en voorgelicht.
Wij vinden het belangrijk al in een vroeg stadium de kans op doorliggen te verminderen, u kunt daarbij helpen door deze folder aandachtig door te nemen en samen met uw verzorgers de genoemde tips ter voorkoming van doorliggen uit te voeren.
Herkennen van doorliggenDe eerste tekenen van doorliggen zijn pijn en een of meerdere rode plekken op de huid die niet verdwijnen binnen ongeveer 15 minuten. Het gaat dan om roodheid die, als u erop drukt, rood blijft.
Doorligplekken komen vaak voor op hielen en stuit. Ook op andere plaatsen zoals ellebogen en heupen kan het voorkomen.
Op de tekening op de volgende pagina ziet u de meest voorkomende plaatsen van decubitus.
Op de afbeelding: plekken waar decubitus vaak voorkomtVoorkomen van doorliggen Houding in bedAls u bedlegerig bent, wissel dan regelmatig van ligging (niet schuiven). Draai of wissel gemiddeld om de twee à drie uur van houding, bijvoorbeeld op de rug, op de zij, gedeeltelijk of helemaal op de buik, rechtop of plat liggend. Vooral onderuit schuiven is slecht voor de huid.
Wanneer u op uw zij ligt kan een kussen tussen de knieën voorkomen dat uw knieën op elkaar drukken. Op de tekening ziet u de beste lighoudingen op de rug en op de zij.
Houding in (rol)stoelAls u in een (rol)stoel zit let er dan op dat u op een goede manier zit, dat wil zeggen: zorg dat u goed gesteund zit en dat u niet onderuit kunt zakken. Tevens is het goed af en toe de billen op te tillen van de stoel (‘liften’). Hiermee neemt u even de druk van de billen weg. Op de tekening ziet u de beste zithouding in een (rol)stoel.
WrijvingSchuif zo weinig mogelijk heen en weer in bed of in de (rol)stoel. Als u uw armen of benen wilt verplaatsten, til uw armen of benen dan op. Ook als u rechtop wilt gaan zitten, tilt u zichzelf dan zoveel mogelijk op, met of zonder hulp van een verzorger.
HygiëneEen dagelijkse wasbeurt is prima. Gebruik daarbij een zeep die de huid niet uitdroogt. Was voorzichtig. Voor mensen die last hebben van urineverlies is het belangrijk de huid goed schoon en droog te houden.
OnderlaagZorg voor een schone, gladde en droge onderlaag om op te zitten of liggen, dit geldt ook voor kleding. Probeer daarom kreukels en bijvoorbeeld broodkruimels in de lakens en kleding zoveel mogelijk te voorkomen.
BadstofsokkenAls u veel in bed ligt draag dan badstofsokken zonder naad in bed. Deze kunnen een groot gedeelte van de wrijving op de huid opvangen.
VoedingProbeer voldoende en gevarieerd te eten en drinken. Drink ongeveer 1,5 tot 2 liter per dag. Hierdoor krijgt het lichaam alle energie en voedingsstoffen die het nodig heeft. Dit helpt om de huid in goede conditie te houden.
HuidverzorgingDoor uw huid zacht in te smeren met een bodycrème kunt u voorkomen dat de huid uitdroogt. Onderzoek heeft uitgewezen dat wrijven en masseren van de billen of hielen vaatbeschadigingen kunnen veroorzaken. Dit wordt daarom afgeraden.
BelangrijkHet is belangrijk dat u en uw verzorger zelf in de gaten houdt of u risico loopt op doorliggen. Belangrijke punten waar u op kunt letten:
- als u pijn voelt op steeds dezelfde plek van de huid
- als u een rode plek vindt op de huid, die niet weggaat als u erop drukt
- verslechtering van de algehele toestand of verminderde eetlust.
In deze gevallen kunt u advies vragen aan de arts, verpleegkundige, verzorgende of diëtist.
MaatregelenWanneer er toch (beginnende) doorligplekken zijn ontstaan of uit voorzorg kan de verpleegkundige of verzorgende een aantal maatregelingen nemen. Bijvoorbeeld het aanbrengen van een drukverlagend matras of kussen in bed of in de (rol)stoel.
VragenWanneer u nog vragen heeft over het voorkomen of behandelen van decubitus, stel deze dan gerust aan uw arts, verpleegkundige of verzorgende.
SKB - Wondcoördinatiecentrum (WCC)Tel: 0543 54 44 44 (vraag naar de wondzorgconsulent)
E-mail:
wondzorg@skbwinterswijk.nl
Meer weten over decubitus?Deelnemende organisaties in regionale Decubituszorg- Streekziekenhuis Koningin Beatrix
- Sensire
- Careaz Thuiszorg
- Buurtzorg
- Stichting Marga Klompé Zorgcombinatie