Logo Streekziekenhuis Koningin Beatrix.
 
Klik op deze knop om alle folders te doorzoeken.Zoek folders
Klik op deze knop om dit document te printen.Print pagina
Klik op deze knop om dit document als PDF te downloaden.Download PDF
Klik op deze knop om de tekstgrootte te vergroten.Grotere tekst
Klik op deze knop om de tekstgrootte te verkleinen.Kleinere tekst

PiMS folder informatie logo

Gynaecologie

Diagnostische curettage

Diagnostische curettage

De knop om deze folder als favoriet te markerenFavorietDe knop om deze folder per email door te sturen.Stuur door
Inleiding
Uw arts heeft een curettage geadviseerd. Deze ingreep wordt door een gynaecoloog in het ziekenhuis verricht. Tijdens de curettage wordt met een soort lepeltje, de curette, een laagje van het slijmvlies van de binnenkant van de baarmoeder weggeschraapt. Het schraapsel wordt vervolgens naar een laboratorium gestuurd en daar onder de microscoop onderzocht. Een curettage is de manier om meer informatie over het inwendige van de baarmoeder te verzamelen. Zo kan de juiste diagnose worden gesteld. Dit noemen we een diagnostische curettage.

Soms kan een curettage ook de klachten van overmatig bloedverlies verhelpen. Dan hebben we te maken met een therapeutische curettage. Ook kan een curettage worden gedaan om een spontane miskraam of een zwangerschap te beëindigen. Hierbij wordt geen curette, maar vaak een speciaal afzuigslangetje gebruikt. Daarom heet deze ingreep een zuigcurettage.

De baarmoeder
De baarmoeder ligt in de buikholte, ze is ongeveer zo groot als een peer. De wand van de baarmoeder is van buiten glad, de middelste laag bestaat uit slijmvlies. Dit slijmvlies wordt regelmatig (in het algemeen eens per maand) afgestoten, tenminste wanneer er geen bevruchting heeft plaatsgevonden. Het afstoten van het slijmvlies noemen we de ‘menstruatie’. Het bovenste, brede deel van de baarmoeder heet baarmoederlichaam. Het onderste, nauwe gedeelte is de baarmoederhals. Deze mondt uit in de schede (vagina) en heet daar de baarmoedermond. In de eierstokken komt elke maand een eicel vrij. Ook worden er hormonen (oestrogeen en progesteron) geproduceerd, die de groei van het slijmvlies in de baarmoeder stimuleren. Zo kan een eventueel bevruchte eicel zich innestelen.

Wanneer wordt een curettage voorgesteld?
Bij onderzoek naar abnormaal bloedverlies uit de baarmoeder stelt de arts een curettage voor. Het kan gaan om abnormaal en/of hevig bloedverlies tijdens de menstruatie of om bloedverlies na de gemeenschap of tussen twee menstruaties in. Om de oorzaken van dit bloedverlies op te sporen stelt de arts voor een curettage uit te voeren.Oorzaken van hevig bloedverlies kunnen zijn, een vleesboom (myoom) of poliep in de baarmoeder, hormonale stoornissen die de cyclus veranderen, en in het uiterste geval kanker van het baarmoederslijmvlies (baarmoederkanker). Het uitsluiten van baarmoederkanker is vaak een belangrijke reden voor het uitvoeren van een curettage. Verder kan er sprake zijn van baarmoederhalskanker. Het maken van een uitstrijkje kan hiervan een vermoeden geven.

Vrijwel altijd is een curettage nodig om zeker te zijn van de diagnose. Onregelmatig of hevig bloedverlies tijdens en na de overgang, of na enkele maanden weer beginnen van bloedingen tijdens de overgang, kunnen het gevolg zijn van afwijkingen van het baarmoederslijmvlies. Meestal gaat het om goedaardige veranderingen van het baarmoederslijmvlies die door hormonale veranderingen van de overgang ontstaan. Er kan echter ook sprake zijn van kwaadaardige veranderingen. Een curettage is dan nodig om daarover zekerheid te verschaffen.

Hoe wordt een curettage uitgevoerd?
Een curettage kan eventueel poliklinisch worden gedaan, maar meestal is ziekenhuisopname van een dag nodig. Bij problemen of complicaties kan een langere opname nodig zijn. Een curettage wordt meestal onder zeer lichte, algehele narcose uitgevoerd. Soms wordt alleen de onderste lichaamshelft verdoofd of wordt een plaatselijke verdoving gegeven.

Bespreek met uw gynaecoloog en de anesthesioloog welke mogelijkheden er zijn en laat u goed voorlichten over de voor- en nadelen van de verschillende vormen van verdoving. Als u zich ’s ochtends op de afgesproken tijd en plaats in het ziekenhuis meldt, krijgt u een bed toegewezen en U doet een ‘operatiehemd’ aan. Daarna neemt een verpleegkundige enkele vragen met u door over uw gezondheid en eventueel medicijngebruik. Ook wordt uw bloeddruk opgenomen. Soms wordt een kalmerend middel gegeven. Als u aan de beurt bent, wordt u met bed en al naar de operatiekamer gereden. In de operatiekamer wordt u op de operatietafel gelegd en uw knieën worden gespreid in de beensteunen, net als bij een gynaecologisch onderzoek op het spreekuur.

Als u eenmaal onder narcose bent, zal de gynaecoloog eerst een inwendig onderzoek verrichten. Dit is nodig om de grootte en de ligging van de baarmoeder precies vast te stellen. Daarna worden de vagina en de huid eromheen gedesinfecteerd met een antiseptische vloeistof. Het schaamhaar hoeft niet te worden weggeschoren. Vervolgens brengt de arts voorzichtig een speculum (spreider) in de vagina. Dit is een tweebladig instrument dat de schede openhoudt. Nu wordt de baarmoedermond vastgepakt en voorzichtig in het verlengde van het baarmoederhalskanaal getrokken.

De gynaecoloog kan nu met een speciaal staafje waar centimeters op aangegeven staan (dit heet een sonde), de lengte van de baarmoeder meten. Aangezien het baarmoederhalskanaal te nauw is om Instrumenten door te laten, moet het eerst worden opgerekt. Dit gebeurt door het inbrengen van in grootte toenemende metalen staafjes. Daarna volgt de curettage. Met de curette wordt nu een laagje van het baarmoederslijmvlies afgeschraapt. Dit weefsel wordt voor verder onderzoek naar et laboratorium gestuurd. Blijken er ook poliepen in de baarmoeder te zitten, dan worden die zo nodig met een speciale curette of met een poliepen tangetje verwijderd.

Wat gebeurt er na de curettage?
Na afloop van de curettage wordt u naar de uitslaapkamer gebracht. Hier wordt gecontroleerd of alle lichaamsfuncties goed zijn. Zijn deze in orde, dan kunt u - indien de behandeling op de polikliniek heeft plaatsgehad, meteen naar huis, anders wordt u naar uw kamer teruggebracht. Er kan dan worden gecontroleerd of er geen complicaties optreden, zoals een nabloeding. Het is goed mogelijk dat u na de curettage last krijgt van pijnlijke buikkrampen; u kunt hiervoor pijnstillers krijgen.

De eerste tien tot veertien dagen na de ingreep kan nog wat licht bloedverlies optreden. Handel verder als bij een gewone menstruatie. Geslachtsverkeer mag weer nadat de bloeding is gestopt. U moet wel direct de arts waarschuwen in geval van koorts, bij buikpijn die langer dan twee dagen na de curettage aanhoudt en/of heviger wordt, en bij hevig bloedverlies. Meer adviezen voor na de ingreep leest u in de bijlage.

Controle
De gynaecoloog zal met u bespreken wanneer u na de curettage voor controle moet komen. Tijdens die controle wordt dan gekeken of u volledig hersteld bent van de ingreep. Ook zal de arts de uitslag van het microscopisch onderzoek met u bespreken. Het ligt aan de aard van de uitslag of u verder moet worden behandeld of niet.

Menstruatie en pilgebruik
Over het algemeen komt de eerstvolgende menstruatie gewoon op de dag die u normaal zou verwachten. Na een abortus of behandeling van een onvolledige miskraam kan de menstruatie langer op zich laten wachten. Meestal treedt een menstruatie na vijf of zes weken op, soms zelfs nog later. In de tussentijd kunt u af en toe een beetje bloed verliezen. Na de eerste menstruatie kunt u in de meeste gevallen weer gewoon ‘aan de pil’ gaan. Bespreek dit met uw huisarts.

Welke aandoeningen kunnen met een curettage worden vastgesteld?
Een curettage kan veel informatie opleveren. Aan de hand van de ziektegeschiedenis, de gegevens die uit de curettage voortkomen en eventueel ander onderzoek kan bijvoorbeeld worden vastgesteld dat het om een van de volgende aandoeningen gaat:

Myomen

Myomen, ook wel vleesbomen genoemd, kunnen klachten geven van hevig bloedverlies en pijn tijdens de menstruatie. Ook kunnen ze innesteling van een eicel bemoeilijken. Een myoom is een goedaardige woekering van bindweefsel, maar vooral van spierweefsel. Soms (gelukkig heel zelden) kunnen er kwaadaardige veranderingen optreden. Al naar gelang de grootte (van een erwt tot een grapefruit) en de ligging (binnen of buiten de baarmoeder) kan een myoom wel of geen klachten geven.

Abnormale groei van het baarmoederslijmvlies

Dit ontstaat vooral tijdens de overgang (soms ook daarna) door veranderingen in de hormoonhuishouding, maar kan ook spontaan in de geslachtsrijpe levensfase optreden. In de meeste gevallen gaat het om een goedaardige verandering, maar het kan ook om een voorstadium van kanker gaan.

Poliepen
Poliepen zijn goedaardige slijmvlies-gezwellen op een steeltje. Ze kunnen in de baarmoeder groeien en in het baarmoederhalskanaal. In het laatste geval kan dat tot irritatie, pijn en bloedverlies tijdens het vrijen leiden. Poliepen worden bij een curettage zoveel mogelijk verwijderd, zodat het onregelmatige bloedverlies daarna niet meer voorkomt.

Baarmoederkanker
Zijn de veranderingen kwaadaardig, wat uitermate zelden voorkomt, dan spreken we van kanker van het baarmoederslijmvlies.

Tot slot
Een curettage is een van de meest voorkomende gynaecologische ingrepen. Dat komt omdat een curettage belangrijke informatie over afwijkingen in de baarmoeder kan opleveren en omdat bepaalde gynaecologische problemen op deze manier goed kunnen worden behandeld. Misschien ziet u tegen de ingreep op, maar dat is beslist niet nodig. Een curettage veroorzaakt over het algemeen weinig pijn, en meestal bent u snel weer helemaal opgeknapt.

Vragen
Mocht u nog vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met de polikliniek Gynaecologie. Telefoon 0543 54 46 50. Wij zijn bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 16.30 uur.

Geheimhouding en recht op privacy
Alle medewerkers van ons ziekenhuis hebben een geheimhoudingsplicht. Verder heeft u als patiënt recht op privacy. Uitgebreide informatie hierover kunt u vinden in de folder ‘De rechten en plichten van de patiënt’. Deze is verkrijgbaar op de afdeling en bij de patiënteninformatie in de centrale hal. Daarnaast is deze folder te vinden op: www.skbwinterswijk.nl

De inhoud van deze folder is ontleend aan de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG)

Bijlage: Adviezen na curettage

U hebt een curettage ondergaan. Het is belangrijk dat u de volgende adviezen opvolgt om de kans op complicaties te verminderen.
  • U kunt een gevoelige buik of buikkrampen hebben. Hiervoor mag u Paracetamol gebruiken. Volgt u de bijsluiter in de verpakking.
  • Na een miskraam herstelt u lichamelijk snel. Wij adviseren u nog enkele dagen rustig aan te doen.
  • U kunt 1 tot 2 weken nog wat vaginaal bloedverlies hebben. Wij adviseren u om maandverband en geen tampons te gebruiken. Wij adviseren om geen bad te nemen of gebruik te maken van de sauna; douchen mag wel. Als u geen vaginaal bloedverlies (meer) hebt, mag u geslachtsgemeenschap hebben.
  • Wij adviseren u om 1-2 menstruaties af te wachten alvorens (weer) zwanger te worden.
  • Bij een curettage na een miskraam kunt u de volgende menstruatie na 4-6 weken verwachten. Deze menstruatie kan heviger zijn dan u gewend bent.
  • U mag na een week het werk weer hervatten. U mag weer fietsen, autorijden en sporten zodra u denkt, dat u daartoe in staat bent.
  • Neem contact op met de polikliniek Gynaecologie bij de volgende problemen:
    o koorts boven 38,5o C.
    o abnormaal veel bloedverlies
    o hevige buikpijn
    De polikliniek is van maandag tot en met vrijdag van 08.30 - 16.30 uur bereikbaar op telefoonnummer 0543 54 46 50. Wanneer zich buiten kantooruren en binnen 3 dagen na de operatie problemen voordoen, neem dan contact op met de afdeling Vrouw/kind: 0543 54 44 86. Na deze 3 dagen neemt u contact op met uw huisarts.
  • De dag na de ingreep neemt de verpleegkundige contact met u op om te informeren hoe het met u gaat. Heeft u vragen dan kunt u die natuurlijk stellen aan de verpleegkundige.


Foldernummer: gyn151 versie apr 19


PIMS™ folderportaal door 4CLOUD®
  |