Logo Streekziekenhuis Koningin Beatrix.
 
Klik op deze knop om alle folders te doorzoeken.Zoek folders
Klik op deze knop om dit document te printen.Print pagina
Klik op deze knop om dit document als PDF te downloaden.Download PDF
Klik op deze knop om de tekstgrootte te vergroten.Grotere tekst
Klik op deze knop om de tekstgrootte te verkleinen.Kleinere tekst

PiMS folder informatie logo

Chirurgie

Endeldarm verwijderen

Endeldarm verwijderen

Rectumextirpatie

De knop om deze folder als favoriet te markerenFavorietDe knop om deze folder per email door te sturen.Stuur door
Deze folder geeft u informatie over operaties aan de endeldarm wegens een kwaadaardig afwijking. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan beschreven.

Functie en ligging van de endeldarm
De endeldarm is het laatste deel van de dikke darm. Dit darmdeel heeft een reservoirfunctie voor de darminhoud, die als ontlasting het lichaam via de anus verlaat.

Waarom een endeldarm operatie?
Bij u is een ‘rectumcarcinoom’ vastgesteld, een kwaadaardig gezwel aan de endeldarm. Een operatie is eigenlijk de enige mogelijkheid om van de ziekte te genezen. Vaak wordt het gezwel voorafgaande aan de operatie eerst nog bestraald. In sommige gevallen volgt er na de operatie ook nog een behandeling met radiotherapie (bestraling) of met medicijnen (chemotherapie).

Klachten
Meestal komt men de diagnose op het spoor omdat het ontlastingspatroon is veranderd, ook kan bloedverlies bij de ontlasting tot de diagnose leiden.

Diagnose
De diagnose ‘rectumcarcinoom’ is gesteld aan de hand van één of meerdere onderzoeken.

Voorbereiding op de operatie
De chirurg heeft met u besproken hoe in uw geval de operatie zal plaats vinden. Ter voorbereiding op de operatie krijgt u afspraken met onder andere de anesthesioloog, de specialistisch verpleegkundige oncologie, de diëtiste, de fysiotherapeut, de stomazorg-verpleegkundige. Deze afspraken worden zoveel mogelijk aansluitend op elkaar gepland.

Via de afdeling Opname krijgt u informatie over:
  • de datum van operatie;
  • wanneer u door de afdeling Opname gebeld wordt over hoe laat u zich op de opnamedag moet melden.
Antistolling
Denk aan het tijdig stoppen met het innemen van bloedverdunnende middelen (indien van toepassing).

Voor de opname neemt u mee:
Enkele tips:
In verband met de hygiëne geven wij u het advies vooraf thuis te douchen en eventueel aanwezige nagellak, make-up en sieraden te verwijderen. Ook eventuele piercings moeten verwijderd zijn.

Anesthesie ( = verdoving)

De anesthesioloog bespreekt met u, voorafgaand aan de operatie, of de operatie onder verdoving met behulp van een ruggenprik of onder algehele anesthesie (narcose) kan plaatsvinden. In de vragenlijst kunt u bijzonderheden over uw gezondheid en medicatie-gebruik aangeven. Juiste informatie is belangrijk, omdat bepaalde medicatie van invloed kan zijn op de medicatie die voor de verdoving wordt gebruikt. Voor meer informatie over anesthesie kunt u de brochure ‘Uw operatie en anesthesie’ doorlezen. Ook staat hierin belangrijke informatie over de voorbereiding.

Operatiedag
Een week voor opname wordt de ingreep telefonisch bevestigd. Dan hoort u ook op welke verpleegafdeling u wordt verwacht. U meldt zich op de afgesproken datum en tijd op de verpleegafdeling.
Ter verhoging van de patiëntveiligheid vragen onze medewerkers regelmatig naar uw naam en geboortedatum. Daarnaast wordt rondom de operatie meerdere malen een checklist afgewerkt, waarbij men nagaat of alle gegevens juist zijn en of alle handelingen zijn uitgevoerd. Ook bij de overdracht van de operatieafdeling naar de verpleegafdeling vindt deze controle plaats.

Voorbereiding op de operatie
Op de afdeling wordt u door de verpleegkundige voorbereid op de operatie. De verpleegkundige geeft informatie over deze dag en neemt bijzonderheden met u door. Uw bloeddruk en uw lichaamstemperatuur worden gemeten en uw polsslag geteld. Daarna krijgt u een infuus waardoor u vocht krijgt en komt een medewerker van het laboratorium om bloed af te nemen.

U krijgt een klysma of een darmspoeling om het laatste deel van de dikke darm leeg te maken. Ook krijgt u antibiotica om infecties zo veel mogelijk te voorkomen.

De operatie
Bij de operatie wordt het deel van de endeldarm waarin het gezwel zit met een zo ruim mogelijke marge weggenomen. Afhankelijk van de mogelijkheden zal men altijd proberen de uiteinden van de darm weer met elkaar te verbinden. Een dergelijke verbinding noemt men een anastomose. Uit veiligheidsoogpunt wordt vaak een tijdelijk stoma aangelegd (meestal rechts onder in de buik) om de anastomose te laten genezen zonder dat er darminhoud langskomt (voor informatie zie de folder ‘Darmstoma’). Zo'n tijdelijk stoma wordt in de regel na twee tot drie maanden weer opgeheven. Daar is dus een tweede, minder grote operatie voor nodig.

Het is alleen mogelijk om een anastomose te maken als het gezwel niet te dicht bij de anus is gelegen, met andere woorden: als er genoeg gezonde endeldarm onder het niveau van het gezwel kan worden gespaard. Is dit niet het geval dan zal de gehele endeldarm moeten worden weggenomen inclusief de anus. Dan spreekt men van een ‘rectumextirpatie’.

Bij een ‘rectumextirpatie’ is het onvermijdelijk dat er een blijvend stoma (meestal links onder in de buik) wordt aangelegd (voor informatie zie de folder ‘Darmstoma’). Ongeacht welk type operatie bij u zal worden uitgevoerd, zal de chirurg behalve het aangedane deel van de endeldarm ook het omliggende vetweefsel - waarin zich lymfklieren bevinden - verwijderen om zodoende de kans op het terugkeren van het gezwel in het operatiegebied zo klein mogelijk te maken. Dit principe wordt TME genoemd (Total Mesorectal Excision: het totale vettige steunweefsel van de endeldarm wordt mee verwijderd). Juist achter dit vetweefsel lopen echter zenuwvezels die zorgdragen voor een aantal seksuele- en urineblaasfuncties. Tijdens de operatie worden deze zenuwvezels zoveel mogelijk gespaard. Dit principe wordt ANP genoemd (Autonome Zenuw (=Nerve) Preservatie).

Na de operatie
Wanneer u van de uitslaapkamer mag, haalt de verpleegkundige u weer op. U heeft dan nog een infuus, een blaaskatheter, een epiduraal katheter en mogelijk een drain en een maagsonde.
Een verpleegkundige komt regelmatig vragen hoe u zich voelt en controleert uw bloeddruk, polsslag, lichaamstemperatuur, de operatiewond en de hoeveelheid vocht die door de eventuele drain wordt afgevoerd. De controles worden na de operatie regelmatig uitgevoerd, maar steeds minder vaak. De verpleegkundige zal met u controleren of het gevoel in uw benen terug komt. U hebt de mogelijkheid om uw contactpersoon te bellen.

Mogelijke complicaties.

Geen enkele operatie is zonder risico’s. Zo is er ook bij een operatie aan de endeldarm de normale kans op complicaties aanwezig, zoals trombose, longontsteking, nabloeding of wondinfectie. Bij operaties aan de dikke darm kan zich ook nog een specifieke complicaties voordoen, namelijk een lekkage van de darmnaad (de anastomose). Vaak moet in geval van zo’n ernstige complicatie een nieuwe operatie volgen, waarbij de anastomose wordt losgemaakt en een stoma wordt aangelegd Wondinfecties komen vaker voor dan gewoonlijk en geven aanleiding tot een vertraagde wondgenezing. In acute situaties, waarbij de darm niet goed kan worden voorbereid, wordt de huid na de operatie opengelaten om wondinfecties te voorkomen.

Bij mannen die een uitgebreide endeldarmoperatie hebben ondergaan, treedt soms impotentie op. Soms is het niet te vermijden dat bij dit soort operaties de zenuwen naar de geslachtsdelen en blaas worden beschadigd. Ook kunnen er plasproblemen ontstaan als gevolg van enige zenuwschade. Gelukkig zijn dergelijke stoornissen op dit gebied ook wel eens van tijdelijke aard.

Medicijnen
Vanaf de operatiedag krijgt u een aantal medicijnen voorgeschreven. Ze zijn vooral om pijn, infectie en trombose te voorkomen.

Dagindeling
’s Avonds zal een verpleegkundige het programma van de volgende dag met u bespreken. Het is de bedoeling dat u in de loop van de dagen zoveel mogelijk zelf gaat doen, zodat u zich thuis goed kunt redden.

Dag van de operatie
De verpleegkundige zal u ’s avonds, indien mogelijk, voor het eerst uit bed helpen. In principe mag u ’s avonds ook weer drinken. U gebruikt twee pakjes nutridrink. ’s Avonds begint de toediening van medicijnen tegen trombose.

Dag na de operatie
U krijgt hulp bij de lichamelijke verzorging, met name het wassen van uw rug, billen en benen. Een laborant komt aan uw bed om bloed af te nemen ter controle van een aantal bloedwaarden. Het infuus(naaldje), de blaaskatheter, de eventuele drain en de epiduraal katheter blijven nog zitten. Iedere dag is het de bedoeling dat u naast uw normale voeding twee pakjes nutridrink neemt. De manier van pijnstilling wordt veranderd. Dat betekent dat de medicijnen tegen pijn die u via de epiduraal katheter krijgt, langzaam afgebouwd worden. Uiteraard gaat dat in overleg met u. Tijdens het afbouwen en erna krijgt u pijnstillers in tabletvorm. De verpleegkundige zal u regelmatig vragen hoe het met de pijn gaat.

De fysiotherapeut komt bij u aan bed om samen met u ademhalingsoefeningen te doen. Vanaf dag één is het de bedoeling dat u vier tot zes keer per dag een stukje op de gang loopt. Verder raden wij u aan om weer te eten en te drinken. Dat is erg belangrijk voor een goede stoelgang. Om u daarmee te helpen krijgt u medicijnen om de stoelgang extra te stimuleren.
Als u goed gedronken heeft, kan het infuus ’s nachts afgekoppeld worden. Als u een stoma heeft gekregen, komt de stomaverpleegkundige bij u langs. Als het mogelijk is, leert u van haar om zelf uw stoma te verzorgen.

De volgende dagen
Geleidelijk aan worden de slangetjes verwijderd. De lichamelijke verzorging gebeurt op bed of in de badkamer. De pijnmeting gaat door. Er wordt opnieuw bloed afgenomen. Het verband op de buik wordt verschoond. Als het mogelijk is, wordt ook de eventuele drain verwijderd. Na de verzorging gaat u uit bed en loopt u op de gang. De verpleegkundige ondersteunt u hierbij. De fysiotherapeut komt bij u langs om ademhalingsoefeningen te doen. U mag normaal eten en u neemt nog twee pakjes nutridrink. Wij adviseren u om zoveel mogelijk te drinken, liefst meer dan anderhalve liter. Als u een stoma heeft gekregen, gaat u verder met het oefenen in de verzorging hiervan. De dagen daarna gaat u steeds meer zelf doen. Als het kan wast u zich aan de wastafel. De verpleegkundige helpt u als het nodig is. Zij bekijkt de wond en plakt deze met een pleister af.

Naar huis
Als alles goed gaat kunt u in het algemeen binnen tien tot veertien dagen na de operatie het ziekenhuis verlaten. Bij ontslag krijgt u een afspraak mee voor de poliklinische controle. Wanneer speciale thuishulp (gezinszorg of wijkverpleging) nodig is, wordt die vanuit het ziekenhuis geregeld.

Wanneer kunt u naar huis?
Om naar huis te kunnen, moet u het volgende kunnen beheersen:
Wanneer u weer helemaal van de operatie hersteld zal zijn, is moeilijk aan te geven. Dat zal afhangen van de grootte van de operatie, de aard van de aandoening en hoe u zich op dat moment voelt. Hoelang u poliklinisch moet worden gecontroleerd, hangt natuurlijk samen met de aard van uw ziekte. Op de dag vóór uw ontslag heeft u een gesprek met de verpleegkundige. Zij/hij bespreekt met u hoe u de opname ervaren hebt, de richtlijnen voor thuis en u krijgt informatie over de ontslagpapieren en vervolgafspraken.

Na de behandeling
De uitslag van het microscopisch onderzoek van het verwijderde darmweefsel is na een dag of tien tot veertien bekend en wordt met u besproken. Als u de aanwezigheid van een familielid bij het vernemen van de uitslag op prijsstelt, is het verstandig dat van tevoren met uw arts of met de verpleegkundig specialist te bespreken.

De uitslag van het weefselonderzoek zegt iets over de aard van de aandoening en de uitgebreidheid ervan. Het houdt niet in dat aan de hand daarvan uw vooruitzichten precies kunnen worden voorspeld. Naar aanleiding van de bevindingen kan een aanvullende behandeling zoals radiotherapie of chemotherapie worden geadviseerd. Hierover zult u in het ziekenhuis of poliklinisch uitvoerig informatie ontvangen.

U komt tien tot veertien dagen na de operatie voor controle bij de chirurg. U krijgt dan de uitslag van het weefselonderzoek. Uw hechtingen kunnen dan ook verwijderd worden. Daarnaast krijgt u nog een kaart om de voorgeschreven medicijnen op te halen bij uw apotheek.

Nabehandeling
Afhankelijk van de operatiemethode, de grootte van de ingreep en individuele factoren zult u na ontslag nog enige tijd hinder kunnen ondervinden van het operatiegebied. Het is raadzaam het wondgebied te ondersteunen met uw hand of een klein kussentje, vooral bij drukverhoging (hoesten, persen). Tegen de pijn wordt een recept pijnstillers voorgeschreven. Het recept wordt gefaxt naar de apotheek waar u de medicijnen na ontslag kunt afhalen.

Weer thuis
In principe mag u alles weer doen na de operatie, een aantal adviezen willen we u echter meegeven: U mag thuis douchen. Zorg ervoor dat er geen shampoo- of zeepresten in de wond achterblijven. Na het douchen moet u de wond goed drogen. Indien u het wenst mag u de wond afdekken met een pleister.

Activiteiten

Eten en drinken
Werkhervatting
Als u nog werkt, begeleidt de bedrijfsarts de terugkeer naar uw werk. Die moet dus op de hoogte zijn van uw behandeling. Afspraken over uw werk zullen vaak soepeler verlopen als u uw bedrijfsarts al vóór de operatie informeert.

De huisarts

Uw huisarts ontvangt van de chirurg een ontslagbrief. Daarin staat een verslag van uw behandeling in het ziekenhuis, uw toestand bij ontslag en de eventuele noodzakelijke zorg.

Problemen, pijn, koorts
Hieronder vindt u een aantal signalen die kunnen duiden op een mogelijke complicatie. Bel tijdens kantooruren uw huisarts of de polikliniek Chirurgie (0543 54 42 50) bij een probleem of als u last heeft van één van de volgende symptomen:
Oefeningen van de fysiotherapeut
U kunt deze oefeningen al vóór uw opname doen.
Oefeningen voor uw luchtwegen
Na een buikoperatie is er een grote kans dat zich slijm (sputum) vormt in de luchtwegen. Dit moet eruit zodat een luchtweginfectie voorkomen kan worden. Door de operatie ademt u oppervlakkiger en zal hoesten pijnlijk zijn.
Slijm losmaken:
Hoesten is de meest effectieve manier om het slijm uit de luchtwegen te halen.
Slijm ophoesten: Als hoesten niet werkt, kunt u proberen te huffen. Dit lijkt op lachen, maar het is geforceerd uitademen.

Uit bed komen
De fysiotherapeut kan u ook uitleggen hoe u het beste uit bed komt.

Aanvullende informatie
Meer informatie over darmoperaties vindt u op de volgende websites:
Vragen
Bij vragen over uw behandeling kunt u zich het beste wenden tot de polikliniek Chirurgie. Wij zijn van maandag tot en met vrijdag van 08.30 tot 16.30 uur bereikbaar op telefoonnummer 0543 54 42 50. Bent u van mening dat bepaalde informatie ontbreekt of onduidelijk is, dan vernemen wij dat graag van u.

Geheimhouding en recht op privacy
Alle medewerkers van ons ziekenhuis hebben een geheimhoudingsplicht. Verder heeft u als patiënt recht op privacy. Uitgebreide informatie hierover kunt u vinden in de folder ‘De rechten en plichten van de patiënt’. Deze is verkrijgbaar op de afdeling en bij de patiënteninformatie in de centrale hal. Daarnaast is deze folder te vinden op: www.skbwinterswijk.nl

Tot slot
Wij zouden het op prijs stellen, als u uw ervaringen wilt delen op de volgende website: www.zorgkaartnederland.nl


Foldernummer: chi389 versie nov 21


PIMS™ folderportaal door 4CLOUD®
  |