Een fistel bij de anus (peri-anale fistel of fistula ani) is een verbinding tussen de endeldarm en de huid, meestal als een overblijfsel van een ontsteking in een anaalkliertje. Zo’n ontsteking kan zich uitbreiden in de sluitspier van de anus en vervolgens naar de huid. In deze folder leest u informatie over de operatieve behandeling van een anale fistel. Als u aan deze aandoening geopereerd wordt, krijgt u de folder: Dagopname (bij operatie) mee. Hierin staat alle informatie over de gang van zaken rondom de operatie.
Het ontstaan van een fistel
Wanneer de ontsteking vanuit het anaalkliertje door de huid heen breekt, kan er later een fistel overblijven. De fistel loopt daardoor bijna altijd door het onderste deel van de sluitspier van de anus. De fistelgang kan een rechtstreeks verloop hebben naar de endeldarm, maar kan ook heel ingewikkeld verlopen (bijvoorbeeld kronkelig, eventueel met vertakkingen, of hogerop door de sluitspier). Met de plaats van de uitwendige opening is dus niet altijd de plaats van de inwendige opening direct te vinden. Waarom deze aandoening bij de ene mens wel en bij de ander niet voorkomt, is niet bekend. Het komt dus niet door gebrekkige hygiëne.
KlachtenEen fistel bij de anus veroorzaakt meestal verontreiniging: regelmatig komt er vuil of vocht uit. Ook kan er af en toe weer een abcesje ontstaan, dat zich via de fistel ontlast.
DiagnoseMeestal zijn de klachten en de bevindingen bij onderzoek duidelijk genoeg om de diagnose te kunnen stellen. Nader onderzoek is dan ook meestal niet nodig.
De behandelingDe ingreep wordt gedaan met een roesje, onder lokale verdoving of in dagbehandeling op de operatiekamer. De chirurg bespreekt de mogelijkheden met u.
Bij de ingreep stelt de arts het verloop van de fistelgang vast en legt de fistelgang helemaal open. Wanneer de fistel door het onderste deel van de sluitspier van de anus verloopt - en dat is doorgaans het geval - wordt ook dit deel van de sluitspier doorgenomen en opengelegd. Er blijft echter genoeg sluitspierweefsel over om incontinentie te voorkomen. De wond wordt opengelaten en geneest spontaan in de loop van een paar weken. Bij ingewikkelde fistels kan een ander soort operatie nodig zijn. Is dat bij u het geval, dan bespreekt de arts die procedure met u.
Mogelijke complicatiesGeen enkele operatie is zonder risico’s. Zo is ook bij deze operatie de normale kans op complicaties aanwezig. Daarnaast zijn er nog enkele specifieke complicaties mogelijk: De ingreep vindt plaats in een bloedvatrijk gebied (de anus), daarom kan na de behandeling wat bloedverlies optreden. De kans op wondinfectie is nauwelijks aanwezig, omdat de wond geheel wordt opengelaten. Bij deze ingrepen wordt geopereerd in de nabijheid van of aan een deel van de sluitspier van de anus. Dit kan tijdelijke of blijvende gevolgen hebben voor de continentie. Onder continentie van de anus verstaan we het vermogen om lucht (winden), vocht (slijm, diarree) en ontlasting onder controle te houden. In het begin kan er zeker enig verlies van controle van de sluitspier zijn, met name op winden, maar soms ook op vocht. Dit betekent dat wanneer u een windje of wat vocht voelt aankomen, u de sluitspier bewust moet aanspannen, terwijl dat voorheen moeiteloos en bijna onbewust ging. U moet dus de continentie meer bewust gaan beheersen. Meestal is dit van tijdelijke aard. Helaas kan echter in een klein aantal gevallen het verlies van deze controle blijvend zijn. Vooral het verlies van wat vocht kan hinderlijk zijn.
Na de behandelingOmdat de wond wordt opengelaten zult u na de operatie zeker wat ongemak en pijn hebben. Bij pijn is het innemen van een eenvoudige pijnstiller (Paracetamol) meestal voldoende. Volgt u de gebruiksaanwijzing en het is raadzaam om voor de operatie al vast deze pijnstillers in huis te hebben. Na de operatie zal de ontlasting zacht gehouden moeten worden. Meestal krijgt u daarvoor een recept voor poeders of een drankje mee naar huis. Het wondgebied wordt bij de anus bedekt met een gaasje en meestal krijgt u ook hiervoor een recept mee naar huis.
Het ontslagBij ontslag krijgt u een afspraak mee voor de poliklinische controle bij de chirurg.
De verzorging thuisVoor de verzorging: zie bijlage.
VragenBij vragen over uw behandeling kunt u zich contact opnemen met de polikliniek Chirurgie. Wij zijn van maandag tot en met vrijdag van 8.00 – 16.30 uur bereikbaar op telefoonnummer: 0543 54 42 50. Wanneer zich thuis binnen 24 uur na de behandeling problemen voordoen, dan kunt u contact opnemen met de afdeling Spoedeisende Hulp op telefoonnummer: 0543 54 45 55. Daarna kunt u contact opnemen met de huisarts of met de polikliniek Chirurgie.
Tot slot
Wij zouden het op prijs stellen, als u uw ervaringen wilt delen op de volgende website:
www.zorgkaartnederland.nlGeheimhouding en recht op privacyAlle medewerkers van ons ziekenhuis hebben een geheimhoudingsplicht. Verder heeft u als patiënt recht op privacy. Uitgebreide informatie hierover kunt u vinden in de folder ‘De rechten en plichten van de patiënt’. Deze is verkrijgbaar op de afdeling en bij de patiënteninformatie in de centrale hal. Daarnaast is deze folder te vinden op:
www.skbwinterswijk.nl Digitaal contactE-mail:
info@skbwinterswijk.nl
Bijlage: adviezen na een anus operatie.
U hebt een operatie aan of bij de anus ondergaan. Het is belangrijk dat u de volgende leefregels in acht neemt om de kans op complicaties te verminderen. - Wij adviseren u dringend 2 x per dag een lauw water-badje te nemen of de wond/anus af te spoelen met de douchekop. Hierdoor wordt de wond gezuiverd. U moet dit gedurende 3 weken handhaven. Over het verdere vervolg overlegt u met de arts.
- Het kan zijn dat in de wond een tampon of gaasje is achtergelaten. Dit is niet altijd van de buitenkant zichtbaar. Het gaasje of tampon heeft als functie om het wondvocht op te nemen. Met de eerstvolgende ontlasting of eerder valt het vanzelf uit de wond.
- Nadat u ontlasting heeft gehad moet u altijd de wond/anus afspoelen met de douchekop (lauw water). Ontlasting bevat namelijk bacteriën die de wond kunnen infecteren.
- Wanneer de wond rood wordt, warm aanvoelt, pijnlijk en hard wordt dan moet u contact opnemen met de polikliniek Chirurgie.
- U moet er op letten dat de ontlasting regelmatig komt en niet te hard is.
- Bij harde ontlasting kunt u een laxerend dieet nemen, d.w.z. veel drinken, vezelrijke voeding (bijvoorbeeld ontbijtkoek, zemelen en pruimen). Wanneer dit onvoldoende helpt kunt u contact opnemen met uw huisarts.
- U kunt om het wondvocht op te vangen een (maand-)verbandje in uw onderbroek leggen.
- Bij pijn kunt u pijnstillers innemen. U kunt bij de apotheek pijnmedicatie ophalen. Het is belangrijk dat u volgens voorschrift de medicatie inneemt.
- Op uw afsprakenkaart staat genoteerd wanneer u bij de arts terug moet komen voor controle of wanneer u een telefonische afspraak heeft met de arts.