In overleg met uw arts is besloten om bij u een suprapubische blaaskatheter in te brengen. In deze folder vindt u meer informatie over de voorbereiding, het inbrengen en de verzorging van een suprapubische katheter. Voor u persoonlijk kan de situatie anders zijn dan hier is beschreven. Deze folder wordt dan ook gezien als aanvullende informatie op de informatie, die u van de uroloog krijgt. Afhankelijk van uw situatie wordt besloten de suprapubische katheter in te brengen gedurende een dagopname of poliklinisch.
Wat is een suprapubische katheterEen blaaskatheter is een dun en soepel slangetje dat in de blaas blijft zitten voor kortere of langere tijd om de urine af te voeren. Meestal wordt de katheter via de plasbuis in de blaas gebracht. Dit is echter om verschillende oorzaken niet altijd mogelijk, waarna gekeken wordt naar een andere oplossing. Het plaatsen van een suprapubische katheter is hier een oplossing voor. Een suprapubische katheter wordt ook wel een buikkatheter genoemd. De uroloog brengt deze namelijk via de buik, boven het schaambeen langs, in de blaas door middel van een kleine incisie (snede). Het doel van deze katheter is om, op een voor u acceptabele wijze, de urineafvloed te garanderen. Aan het begin van de katheter zit een ballonnetje die na het inbrengen van de katheter wordt opgevuld. Dit voorkomt dat de katheter makkelijk uit de blaas kan gaan.
VoorbereidingVoor het inbrengen van de suprapubische katheter wordt er met u een afspraak gemaakt. Deze ingreep gebeurt op de polikliniek onder steriele omstandigheden om de kans op een infectie te voorkomen. Voor de ingreep wordt u opgenomen op de dagbehandeling waar u nadien ook weer terugkomt om in de gaten gehouden te worden.
In enkele gevallen komt het voor dat deze ingreep op de operatiekamer wordt uitgevoerd. U wordt hierover ingelicht door uw uroloog mocht dit bij u van toepassing zijn. Maakt u gebruik van bloedverdunnende medicijnen, geef dit dan aan bij uw uroloog. U hoort dan of en wanneer u hiermee moet stoppen. U mag voor de ingreep gewoon eten/drinken.
Voor de opname neemt u mee- poliklinische afsprakenkaart;
- geldig legitimatiebewijs: paspoort, identiteitskaart, rijbewijs of vreemdelingendocument;
- gemakkelijk zittende kleding.
Enkele tips- neem geen geld of kostbare bezittingen (sieraden, enz.) mee naar het ziekenhuis. Wij zijn niet aansprakelijk voor verlies of diefstal.
- neem iets te lezen mee;
- u mag tijdens de opname uw eigen mobiele telefoon gebruiken op de kamer;
- voor verdere algemene informatie over uw opname kunt u de patiëntenfolder: ‘Dagopname (vanwege onderzoek of observatie)’ doorlezen.
In verband met de hygiëne geven wij u het advies vooraf thuis te douchen.
PatiëntveiligheidTer verhoging van de patiëntveiligheid vragen onze medewerkers regelmatig naar uw naam en geboortedatum.
De behandeldagU kunt zich op de met u afgesproken dag en tijdstip melden op de met u afgesproken afdeling. Mocht u het prettig vinden dan kunt u zich ook bij de Gastenservice in de centrale hal melden, waarna u naar de afdeling wordt begeleid. Op de afdeling wordt u ontvangen door een verpleegkundige die u wegwijs maakt. De verpleegkundige houdt een kort opnamegesprek met u. Daarnaast worden uw bloeddruk en lichaamstemperatuur gemeten en uw hartslag wordt geteld. Voor de ingreep krijgt u een operatiejasje aan. U mag uw sieraden gewoon omhouden. Uw bril en/of gebitsprothese mogen gewoon op- of inblijven.
Om de katheter goed in te kunnen brengen moet de blaas gevuld zijn met ongeveer 200-300 ml urine. Daarom is het belangrijk om voor de ingreep wat extra te drinken.Mocht dit niet mogelijk zijn, dan wordt er via de plasbuis een blaaskatheter ingebracht om de blaas alsnog te vullen. Mocht u reeds een blaaskatheter hebben, dan wordt deze voor de ingreep gebruikt om uw blaas te vullen. Het extra drinken voordien is dan niet nodig. De verpleegkundige brengt u met bed naar de polikliniek Urologie voor het inbrengen van de suprapubische katheter.
Het inbrengen van de suprapubische katheterDe buikwandhuid wordt allereerst verdoofd met een injectie, waarna de uroloog een kleine incisie (snede) maakt in de huid. Hierna prikt de uroloog de blaas aan, waarna de suprapubische katheter ingebracht kan worden. Aan de suprapubische katheter zit een ballonnetje, welke met water wordt gevuld. Dit voorkomt dat de katheter makkelijk uit de blaas kan gaan. De insteekopening wordt vervolgens verbonden met gaasjes. De ingreep duurt ongeveer een kwartier.
NazorgNa de ingreep wordt u ongeveer twee uur in de gaten gehouden op de afdeling. Dit in verband met een kleine kans op een nabloeding uit de wond. De urine kan na de ingreep nog wat bloederig van kleur zijn. Het is daarom belangrijk om anderhalf tot twee liter te drinken om de blaas goed te spoelen. Mocht de urine door de verpleegkundige op de afdeling goed bevonden worden, mag u met ontslag.
Verwisselen van de suprapubische katheterEen suprapubische katheter wordt meestal om de zes tot twaalf weken verwisseld. Per patiënt wordt bekeken hoe vaak deze wissels moeten plaatsvinden. De eerste keer wordt dit in het ziekenhuis gedaan door de verpleegkundige. De hierop volgende wissels kunnen gedaan worden door de huisarts of thuiszorg. Soms zijn er redenen waarom de katheter eerder moet worden vervangen. De wissel vindt plaats door hetzelfde gaatje in de buik en is vrijwel pijnloos. Meteen na het verwijderen van de oude katheter moet ook de nieuwe weer ingebracht worden, aangezien de opening vrij snel kan sluiten.
Verzorgen van de suprapubische katheterOm de kans op infecties te verkleinen is het belangrijk om de volgende regels in acht te nemen bij het verzorgen van de suprapubische katheter:
- was dagelijks de huid rondom de incisie waar de katheter is ingebracht, van binnen naar buiten, met water. Ook als de insteekopening droog is. Het is belangrijk na het wassen de huid goed te drogen met een schone handdoek;
- rondom de suprapubische katheter hoeft geen verband te worden aangebracht, tenzij er wondvocht uit de insteekopening komt;
- voor het douchen moet u altijd het vuile gaasje verwijderen;
- gebruik nooit crème of talkpoeder rondom de insteek;
- was de handen met water en zeep vóór en na het loskoppelen of vervangen van een opvangzak. Droog uw handen met een schone handdoek;
- de insteek rondom de katheter kan soms rood en wat gezwollen zijn. Dit is normaal en is meestal geen ontsteking;
- het is goed om de katheter vast te plakken op de buik, zodat er geen trekkracht op de katheter komt of deze afgeknikt wordt. U kunt hier een Transafix pleister voor gebruiken die u kunt vinden in het starterspakket. Mocht u deze niet hebben, kunt u deze altijd bestellen bij uw medisch speciaalzaak.
Voor de verdere adviezen voor thuis verwijzen we u naar de bijlage in deze folder Hierin staan alle leefregels beschreven voor patiënten met een suprapubische katheter.
Gebruik van katheterzakkenU heeft van de verpleegkundige een starterspakket meegekregen met hierin een aantal opvangzakken. Hierin zitten twee verschillende soorten zakken. Mocht u reeds een blaaskatheter hebben, dan kunt u dezelfde opvangzakken gebruiken als voorheen.
De beenzakDe beenzak kan op het onderbeen of op het bovenbeen gedragen worden. Dit hangt af van wat u het prettigste vindt. U moet de zak, voor u deze bevestigt, eerst op maat knippen. In de verpakking is een aansluitstukje toegevoegd. Deze kunt u daarna op de slang bevestigen. Knip de slang altijd af met een schone schaar.
Maak voor gebruik de schaar schoon met heet water en een sopje. De beenzak kan aan het been bevestigd worden met een beenbandje. Op iedere hoek van het beenzakje zit een opening waar een bandje doorheen gehaald kan worden. U kunt ook een beenzakhouder gebruiken. Een verpleegkundige legt uit hoe u dit moet bevestigen. Een beenband en beenzakhouder kun u uitwassen en vaker gebruiken.
De nachtzakDoor de slang van de nachtzak aan te sluiten op het aftapkraantje van de beenzak wordt de opvangmogelijkheid vergroot. Dit is handig voor ’s nachts. Het aftapkraantje van de beenzak moet dan wel open gezet worden, zodra u de nachtzak aan de beenzak heeft bevestigd. U kun de nachtzak aan uw bed bevestigen met behulp van het katheterrekje.
Legen van de urine-opvangzakDe urine-opvangzakken beschikken over een aftapkraantje. U duwt het klepje naar beneden en de urinezak loopt leeg.
Hoe lang mogen de urine-opvangzakken achtereen gebruikt worden?De beenzak en nachtzak mogen maximaal zeven dagen achtereen gebruikt worden. De nachtzak moet dan dagelijks huishoudelijk worden schoon gemaakt. U kunt deze afkoppelen en doorspoelen met water. Vervolgens doet u het dopje er weer op. Na maximaal zeven dagen gebruik kunt u de been- en nachtzak weggooien als huishoudelijk afval of bij het gescheiden plastic afval/verpakkingen.
Soms kan in overleg met de uroloog of urologieverpleegkundige een kraantje aan de katheter worden gekoppeld in plaats van een beenzak. In de nachten kan dan wel een nachtzak worden gedragen dat aan het kraantje kan worden gekoppeld. Of dit voor u ook mogelijk is, kunt u met hen overleggen. De urologieverpleegkundige zal u daar dan over informeren en instrueren.
Ziekte of verhindering
Als u door ziekte of een andere reden verhinderd bent uw afspraak na te komen, neem dan zo snel mogelijk contact op met de polikliniek Urologie. Wij maken dan een nieuwe afspraak met u.
VragenBij vragen over uw behandeling kunt u contact opnemen met de polikliniek Urologie. Wij zijn bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.00 – 16.30 uur op telefoonnummer 0543 54 46 30.
Geheimhouding en recht op privacyAlle medewerkers van ons ziekenhuis hebben een geheimhoudingsplicht. Verder heeft u als patiënt recht op privacy. Uitgebreide informatie hierover kunt u vinden in de folder ‘De rechten en plichten van de patiënt’. Deze is verkrijgbaar op de afdeling en bij de patiënteninformatie in de centrale hal. Daarnaast is deze folder te vinden op:
www.skbwinterswijk.nlBijlage
Adviezen voor thuis Het is belangrijk dat u de volgende adviezen in acht neemt om de kans op complicaties te verminderen:
- De katheter geeft in principe geen belemmering voor uw dagelijkse activiteiten.
- De eerste dag kan uw urine wat bloederig zijn. Dit is normaal en komt door het aanprikken van de blaas. Ook na een tijdje kan het soms voorkomen dat er een bloedstolseltje in de urine zit, waardoor deze bloederig verkleurt. Mocht dit na extra drinken niet verbeteren, dan kunt u contact opnemen met polikliniek Urologie.
- Het is belangrijk dat u 1,5- 2 liter per 24 uur drinkt om de blaas goed te spoelen, tenzij u een vochtbeperking heeft. Ten gevolge van een katheter ontstaat er namelijk in de blaas vaak neerslag (slijm of gruis) en soms ook steenvorming. Het goed blijven drinken vermindert deze kans, waardoor u minder kans op verstopping van de katheter heeft.
- Het kan zijn dat u urine verliest via de plasbuis of wat lekkage heeft zelfs langs de katheter. Waarschijnlijk heeft u dan last van blaaskrampen. Controleer altijd of er geen knik in de katheterslang zit en/of de opvangzak lager hangt dan de blaas. Anders loopt deze namelijk niet goed af.
- U mag 24 uur na het plaatsen van de suprapubische katheter weer douchen en baden.
- Iedere patiënt met een katheter heeft bacteriën in de urine, waardoor de urine wat sterker kan ruiken. Dit is echter wat anders dan een urineweginfectie/blaasontsteking. Zolang u geen tekenen van een infectie heeft, zoals hoge koorts, hoeft u hier geen antibiotica tegen te krijgen.
- Als de katheter uit is gevallen moet er binnen 20 minuten een nieuwe ingebracht worden. Dit omdat de opening snel kan sluiten! Neem daarom zo snel mogelijk contact met ons op.
- U mag 2 dagen na het plaatsen van de eerste katheter weer zwemmen met een suprapubische katheter. Liever niet in open water. In een zwembad is wel toegestaan.
Neem contact op met de polikliniek urologie indien:- de suprapubische katheter er uit gegaan is;
- er urine via de incisie (opening) lekt;
- u, ondanks het extra drinken, bloederige urine behoudt;
- u meer dan 38,5 ºC koorts hebt;
- u andere vragen of problemen heeft.
Na 6 weken wordt de katheter voor het eerst vervangen/gewisseld op de poli Urologie. U krijgt een afspraak voor de wissel toegestuurd. Bij deze afspraak wordt gekeken of de volgende wissels door de thuiszorg kunnen worden uitgevoerd. Tot die tijd moet u bij problemen contact opnemen met de poli Urologie en buiten kantoortijden met de spoedeisende hulp. Indien u thuiszorg hebt, kunt u ook eerst met hen contact opnemen.
De poli Urologie is bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.00 - 16.30 uur op telefoonnummer: 0543 54 46 30. Spoedeisende Hulp, telefoonnummer: 0543 54 45 55.