Een therapeutische hysteroscopie is een operatie in de baarmoeder via een kijkbuis (hysteroscoop). De belangrijkste redenen voor deze operatie zijn het verwijderen van poliepen en myomen (vleesbomen) van beperkte omvang, het behandelen van het slijmvlies van de baarmoeder, het opheffen van verklevingen in de baarmoeder, en het verwijderen van een tussenschot of een spiraaltje in de baarmoeder. De ingreep vindt meestal plaats onder narcose of met een ruggenprik.
Bij een diagnostische hysteroscopie gaat het anders: dit onderzoek dat vaak onder plaatselijke verdoving gebeurt, heeft als doel na te gaan of er afwijkingen aan de binnenkant van de baarmoeder zijn. De diagnostische hysteroscopie kan gecombineerd worden met kleine ingrepen zoals het verwijderen van een spiraaltje of een poliepje. Over de diagnostische hysteroscopie bestaat een aparte (SKB-) folder.
Wat is een therapeutische hysteroscopie?Hysteroscopie betekent: kijken in de baarmoeder. De gynaecoloog bekijkt de binnenkant van de baarmoeder met een kijkbuis (hysteroscoop). Dit instrument wordt via de vagina (schede) ingebracht. Bij een therapeutische hysteroscopie kijkt de gynaecoloog niet alleen (zoals bij een diagnostische hysteroscopie), maar voert ook een behandeling uit. Dit gebeurt door een holle buis, de operatie-hysteroscoop, met een doorsnede van 6 tot 10 mm. Door deze buis brengt de arts vocht en instrumenten in de baarmoederholte, zoals tangetjes, schaartjes of kleine lisjes die elektrisch verhit worden. De hysteroscoop sluit men aan op een camera. Op een monitor verschijnt een afbeelding van de binnenzijde van de baarmoeder. Zo is het verloop van de operatie uitstekend te volgen.
Indicaties (redenen) voor een therapeutische hysteroscopieEr zijn een aantal redenen voor een therapeutische hysteroscopie. De kleinere ingrepen vinden meestal op de poliklinische behandelkamer plaats; voor de grotere is soms een dagbehandeling noodzakelijk. U krijgt dan de betreffende informatiefolder over de opname mee op de polikliniek.
Kleine operatiesVerwijderen van een poliep of een klein gesteeld myoom.
Een poliep is een bijna altijd goedaardige uitstulping van het baarmoederslijmvlies. Een gesteeld myoom is een vleesboom in de holte van de baarmoeder die met een steeltje aan de wand vastzit. Beide zijn een oorzaak voor abnormaal bloedverlies. De gynaecoloog kan ze verwijderen met een elektrisch verhit lisje, een schaartje of een ander instrument.
Opheffen van geringe verklevingen in de baarmoederholte (syndroom van Asherman). Dunne verklevingen tussen de voor- en de achterwand van deze holte zijn eenvoudig door te knippen.
Verwijderen van een spiraal (IUD) waarvan het touwtje niet te vinden is. De gynaecoloog zoekt het spiraaltje op met behulp van de hysteroscoop en kan deze meestal gemakkelijk met een klein tangetje pakken en verwijderen. Als een spiraaltje erg vastzit in de wand van de baarmoeder is de ingreep gecompliceerder.
Grotere operatiesDeze operaties gebeuren meestal in dagbehandeling, u wordt hiervoor opgenomen op de afdeling Vrouw/Kind.
Verwijderen van myomen (vleesbomen)Myomen zijn goedaardige spierknobbels. Zij kunnen aanwezig zijn aan het buitenoppervlak van de baarmoeder, in de spierwand of aan de binnenkant van de baarmoeder, uitpuilend in de baarmoederholte. Meer informatie vindt u in de SKB-folder
Myomen. Een myoom dat uitpuilt in de baarmoederholte veroorzaakt dikwijls menstruatie-problemen. Alleen myomen die voor een (groot) deel in de baarmoederholte liggen, zijn hysteroscopisch te verwijderen. De zwaarte van de operatie is afhankelijk van de grootte en de dieptegroei in de spierwand. Naarmate de myomen dieper in de spierwand zitten, is de operatie moeilijker en gecompliceerder. Dikwijls lukt de behandeling niet in één keer. De gynaecoloog verwijdert het myoom dan slechts gedeeltelijk en neemt in een tweede operatie het restant weg. De reden hiervoor is dat tijdens de ingreep een wond in het operatiegebied ontstaat.
Hierin staan bloedvaten open. Het vocht waarmee de arts de baarmoederholte vult, gaat gedeeltelijk via deze vaten de bloedbaan in. Als er te veel vocht in de bloedsomloop komt is dit een belasting voor het hart, dat meer vocht moet rondpompen. Wanneer een bepaalde maximale hoeveelheid vocht in de bloedbaan terechtgekomen is, moet de gynaecoloog stoppen met de operatie. Ook is er soms sprake van ruim bloedverlies tijdens de operatie, wat het verder opereren kan bemoeilijken. Slechts zelden is hiervoor een bloedtransfusie noodzakelijk. Zelden brengt de arts dan na de ingreep een ballonkatheter in de baarmoeder.
De ballon die met vocht gevuld wordt drukt bloedende vaatjes aan de binnenzijde van de baarmoeder dicht. Dit geeft vaak een gevoel van kramp in de onderbuik. Uit de opening van de katheter, die via de vagina naar buiten komt, kan bloed komen. Deze katheter zit niet in de blaas, zodat u gewoon kunt plassen. Meestal verwijdert de verpleegkundige of gynaecoloog de katheter de dag na de operatie, hetgeen betekent dat u dan een nacht blijft opgenomen ter observatie.
Het verwijderen van een tussenschot (septum) in de baarmoeder. Een tussenschot in de baarmoeder is soms een oorzaak voor zwangerschapsproblemen. De gynaecoloog kan met een hysteroscopische operatie zo'n tussenschot verwijderen.
Opheffen van ernstige verklevingen in de baarmoederholte (syndroom van AshermanBij ernstige verklevingen zijn de voor- en achterwand geheel met elkaar verkleefd. De operatie om de verklevingen door te nemen is dan moeilijk en lukt dikwijls niet in één keer.
Het verwijderen van grotere poliepenDe gynaecoloog kan grotere poliepen vrijwel altijd in een operatie wegnemen.
Behandeling van het baarmoederslijmvliesHet verwijderen of vernietigen van het slijmvlies aan de binnenwand van de baarmoeder is een behandeling voor de klacht: hevige menstruatie. Meestal adviseert de gynaecoloog deze behandeling pas als andere behandelingen geen succes hebben of niet mogelijk zijn. In de (SKB-)folder
Hevig bloedverlies bij de menstruatie leest u verdere informatie.
Er zijn verschillende methodes om het slijmvlies uit de baarmoeder te verwijderen. Wij bespreken hieronder een methode, die in het SKB wordt uitgevoerd: de endometriumresectie. Deze ingreep vindt in dagbehandeling plaats. Uw gynaecoloog raadt een zwangerschap na een deze ingreep sterk af, omdat deze zich direct in de spierwand van de baarmoeder kan innestelen. Dit is een gevaarlijke situatie. Een garantie dat u onvruchtbaar bent, kan de gynaecoloog niet geven. Betrouwbare aanvullende anticonceptie blijft daarom noodzakelijk. Bespreek dit voor de ingreep met de gynaecoloog. Eventueel kunt u tegelijkertijd een sterilisatie overwegen.
De endometriumresectie.Deze ingreep vindt plaats via de hysteroscoop. De gynaecoloog brengt in de baarmoeder een lisje dat elektrisch verhit wordt en dat het slijmvlies verwijdert. Anders dan bij de bovenbeschreven behandelingen bestaat hierbij wel een kleine kans op complicaties. Om tijdens de operatie goed zicht te hebben, vult men de baarmoeder met een vloeistof.
Of er wordt een endometriumablatie (=wegbranden van het baarmoederslijmvlies) via de Novasure-behandeling verricht, zie folder Novasure).
Zoals eerder is beschreven bij het hysteroscopisch verwijderen van myomen, stopt de gynaecoloog de operatie soms als er via het wondgebied te veel vocht in de bloedsomloop komt. Een tweede operatie is dan noodzakelijk. Deze operatie gebeurt meestal in dagopname.
Voorbereiding en planning van de behandelingMedicijnen bv GnRH-analogen of Esmya.Voorafgaand aan hysteroscopische operaties adviseert de gynaecoloog soms een voorbehandeling van het slijmvlies met anti-hormonen. Dit zijn medicijnen die de situatie in de postmenopauze (de periode na de laatste menstruatie) nabootsen. Doordat de eierstokken dan tijdelijk geen hormonen meer maken, wordt het baarmoederslijmvlies dunner. Een behandeling is dan gemakkelijker. Deze medicijnen hebben over het algemeen bijwerkingen. U kunt klachten krijgen over opvliegingen en transpireren, vooral 's nachts. Ook de vagina kan droger aanvoelen.
Na de operatie stopt u met deze medicijnen. De werking van de eierstokken keert dan weer terug en de bijwerkingen verdwijnen spoedig. Ook de maandelijkse bloedingen treden weer op. Als hevig bloedverlies de reden voor de operatie was, zullen de bloedingen naar verwachting minder hevig zijn dan voorheen. Na een behandeling van het baarmoederslijmvlies blijft de menstruatie soms helemaal weg.
PlanningDe hysteroscopische operatie vindt bij voorkeur niet plaats tijdens de menstruatie. Als abnormaal bloedverlies de reden is voor de behandeling, is bloedverlies geen bezwaar. Bij kinderwens gebeurt de behandeling in de eerste helft van de cyclus, voordat de eisprong optreedt. De bedoeling is dat u niet zwanger bent tijdens de behandeling.
Tegelijkertijd laparoscopie?Bij de grotere hysteroscopische operaties zoals het verwijderen van myomen of van ernstige verklevingen in de baarmoeder, kijkt de gynaecoloog soms tijdens de ingreep met behulp van een laparoscoop in de buikholte. De laparoscoop is net als de hysteroscoop een kijkbuis. Daarmee kan men bezien of bij het gebruik van de hysteroscoop geen gaatje in de wand van de baarmoeder ontstaat. Uw gynaecoloog bespreekt meestal vooraf of er ook een laparoscopie gepland wordt. Soms blijkt de noodzaak pas tijdens de operatie. Informatie over een laparoscopie vindt u in de folder
Kijken in de buik: de diagnostische laparoscopie.
AnesthesieDe therapeutische hysteroscopie kan plaatsvinden onder narcose of onder spinale of epidurale anesthesie. Bij deze laatste twee vormen van verdoving (ruggenprik) bent u wakker en kunt u het verloop van de operatie eventueel volgen op het scherm. Uw gynaecoloog kan adviseren over de mogelijkheden en ervaringen met deze soorten verdoving. Daarnaast hebt u vóór de operatie een gesprek met de anesthesioloog of de physician assistent.
Onderzoek voor de operatieZowel bij een ruggenprik als bij narcose is het gebruikelijk onderzoek te doen naar uw gezondheid. De arts stelt vragen over uw algemene gezondheid; soms wordt bloedonderzoek of een beperkt lichamelijk onderzoek verricht, en soms is aanvullend onderzoek nodig zoals een ECG (hartfilmpje). Voor de operatie heeft u een afspraak bij de anesthesioloog of de assistent.
Na de operatiePijnBij kleinere ingrepen hebt u vaak de eerste dagen een gevoelige onderbuik, bij grotere ingrepen duurt dit soms wat langer. Na een laparoscopie kunt u schouderpijn hebben, vanwege de gassen, die in de buik zijn ingebracht.
BloedverliesNa de meeste hysteroscopische operaties is er enige tijd vaginaal bloedverlies. Hoe lang dat duurt is moeilijk te voorspellen: het kan variëren van enkele dagen bij de kleinere ingrepen tot enkele weken bij de grotere ingrepen. Daarna kunt u nog last hebben van wat bruinige afscheiding.
Kunstmatige cyclusIn een aantal situaties schrijft de gynaecoloog na de hysteroscopische operatie gedurende een maand hormonen voor om het slijmvlies van de baarmoederholte te laten herstellen. Deze medicijnen zijn vergelijkbaar met een zwaardere pil. De menstruatie die hierop volgt, kan hevig zijn.
SpiraaltjeSoms plaatst de gynaecoloog aan het einde van de operatie een spiraaltje in de baarmoeder. Dit gebeurt vooral na operaties, waarbij verklevingen worden opgeheven. Het doel is nieuwe verklevingen in de baarmoeder te voorkomen. Over het algemeen verwijdert de arts dit spiraaltje na de eerstvolgende menstruatie.
Adviezen voor thuis- U kunt een gevoelige buik of buikkrampen hebben. Hiervoor mag u Paracetamol gebruiken. Volgt u de gebruiksaanwijzing in de verpakking.
- Indien u een Novasure hebt ondergaan, adviseren wij u om gedurende 3 dagen de voorgeschreven pijnstilling te gebruiken.
- U kunt 1 tot 2 weken nog wat vaginaal bloedverlies hebben. Wij adviseren u om maandverband en geen tampons te gebruiken. Daarnaast is ons advies om geen bad te nemen, douchen mag wel. Als u geen vaginaal bloedverlies (meer) hebt, mag u geslachtsgemeenschap hebben.
- Indien u een Novasure/ endometrium ablatio hebt ondergaan, kunt u tot 3 maanden na de ingreep vaginale afscheiding verwachten; daarna treedt het effect van de ingreep Novasure op.
- U kunt last hebben van meer afscheiding.
- U mag na 5-7 dagen het werk weer hervatten.
- U mag weer fietsen, autorijden en sporten zodra u denkt, dat u daartoe in staat bent. Luister vooral ‘naar uw lichaam’.
- Neem contact op met de polikliniek Gynaecologie bij de volgende problemen:
o koorts boven 38,5o C
o abnormaal veel bloedverlies
o hevige buikpijn
De polikliniek is van maandag tot en met vrijdag van 08.30 - 16.30 uur bereikbaar op telefoonnummer 0543 54 46 50. Wanneer zich buiten kantooruren en binnen 3 dagen na de operatie problemen voordoen, neem dan contact op met de afdeling Vrouw/kind: 0543 54 44 86.De dag na de ingreep neemt de verpleegkundige contact met u op om te informeren hoe het met u gaat. Heeft u vragen dan kunt u die natuurlijk stellen aan de verpleegkundige.
NacontroleNa een aantal weken krijgt u een afspraak op de polikliniek. U kunt dan het resultaat van de behandeling bespreken.
Mogelijke complicatiesZoals bij iedere operatie kunnen ook bij de therapeutische hysteroscopie complicaties optreden. Gelukkig zijn deze zeldzaam.
A
bnormaal veel bloedverliesDe behandeling veroorzaakt vaak een wond aan de binnenkant van de baarmoeder. Er kunnen ook wondjes zijn in de baarmoederhals door een tangetje dat daar werd geplaatst. Is het bloedverlies meer dan een flinke menstruatie, neem dan contact op met uw gynaecoloog.
Beschadiging van de baarmoederwand Soms ontstaat tijdens de behandeling een gaatje in de wand van de baarmoeder (perforatie). Meestal geneest dit vanzelf. Een groter gat moet soms operatief gesloten worden. In dat geval is (alsnog) narcose noodzakelijk. Soms is een laparoscopie (kijkoperatie) voldoende om de ernst van het gat te beoordelen.
In andere gevallen kan een buikoperatie via een bikinisnee noodzakelijk zijn om een bloeding te stelpen. Deze complicatie komt vooral voor bij de behandeling van ernstige verklevingen of diep in de wand gelegen myomen, maar ook bij eenvoudiger hysteroscopische operaties kan een perforatie voorkomen. Zoals beschreven, wordt soms tegelijkertijd een laparoscopie uitgevoerd om deze complicatie zoveel mogelijk te voorkomen, maar dat is niet altijd afdoende. Na een perforatie moet de gynaecoloog over het algemeen stoppen met de operatie, ook al is deze nog niet klaar. Dit betekent dat een tweede operatie noodzakelijk is. Een zeer zeldzaam gevolg van een perforatie is beschadiging van de darm of blaas. Een dergelijke complicatie vergt extra zorg en een langere ziekenhuisopname.
Ontsteking of infectieZoals bij veel andere operaties is een ontsteking of een infectie een mogelijke complicatie. Bij een hysteroscopische operatie komt deze complicatie weinig voor. Koorts en hevige buikpijn wijzen op een ontsteking. U moet bij deze verschijnselen direct contact met de polikliniek opnemen. Behandeling met antibiotica is dan noodzakelijk. ’s Avonds en ’s nachts kunt u vragen naar de afdeling Spoedeisende Hulp (SEH - via het centrale nummer 0543 54 44 44).
OvergevoeligheidSommige vrouwen zijn overgevoelig voor jodium of voor de vloeistof die in de baarmoederholte wordt ingebracht. Als u weet dat u overgevoelig bent voor dergelijke stoffen, vertel dit voor de operatie. De arts kan daar dan rekening mee houden. Verschijnselen die duiden op overgevoeligheid zijn ongebruikelijke duizeligheid, hartkloppingen of onwel bevinden. Zij treden soms pas na thuiskomst op. In dat geval is het verstandig contact op te nemen met de polikliniek of (buiten kantooruren) de afdeling SEH.
OvervullingEen zeldzame complicatie van een hysteroscopische operatie is overvulling van de bloedcirculatie. Er treedt dan een te grote vochtbelasting voor het lichaam op. Deze complicatie komt vooral voor bij de hysteroscopische verwijdering van een myoom en bij endometriumresectie. Bij deze operaties komt de vloeistof waarmee de gynaecoloog de baarmoeder vult, gemakkelijk in de bloedbaan terecht. Als er te veel vocht in de bloedbaan komt, moet de operatie worden afgebroken. Meestal kan het lichaam dit vocht gemakkelijk kwijt. Een plaspil kan noodzakelijk zijn. Een enkele keer is extra intensieve zorg na de operatie noodzakelijk.
Syndroom van AshermanBij elke operatie treedt littekenvorming op. Ook bij operaties in de baarmoeder kunnen littekens ontstaan in de vorm van verklevingen in de baarmoeder. Dit noemt men het syndroom van Asherman. Deze complicatie is zeer zeldzaam. Als hij al voorkomt is het meestal na een curettage of hysteroscopische verwijdering van een placentarest, myoom of poliep. In ernstige gevallen kan het menstruatiebloed ten gevolge van de verklevingen niet naar buiten.
Tot slotOndanks de hier beschreven zeldzame complicaties is de hysteroscopische operatie een veilige behandeling. Bij een goede reden om de operatie te verrichten, voorkomt deze operatie vaak een grotere operatie met kans op grotere complicaties. Hebt u naar aanleiding van deze brochure nog vragen, aarzel dan niet om die met uw gynaecoloog te bespreken.
Meer informatieStichting Voorlichting en Zelfhulp Gynaecologie (VZG)
Nieuwegracht 24 A
3521 LR Utrecht
T 030 231 05 58 (ma. t/m vr. van 9.30-12.30 uur)
F 030 231 05 58
Woordenlijst
Anti-hormoon
Een synthetisch hormoon dat de aanmaak van eigen hormonen beïnvloedt
Endometrium
Baarmoederslijmvlies.
Endometriumresectie
Operatie waarbij de gynaecoloog het baarmoederslijmvlies verwijdert endometriumablatie wegbranden van het baarmoederslijmvlies met
een lis/Rollerbal of Novasure behandeling.
Myoom
Een goedaardige spierknobbel die uitgaat van de wand van de baarmoeder.
Poliep
Een gezwelletje dat in de baarmoederholte groeit; bijna altijd is het goedaardig.
PostmenopauzeDe periode na de laatste menstruatie (gewoonlijk rond het 52e levensjaar).
Vleesboom
Myoom.
VragenMocht u nog vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met de polikliniek Gynaecologie. T 0543 54 46 50. Wij zijn bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 16.30 uur.
Geheimhouding en recht op privacy
Alle medewerkers van ons ziekenhuis hebben een geheimhoudingsplicht. Verder heeft u als patiënt recht op privacy. Uitgebreide informatie hierover kunt u vinden in de folder ‘De rechten en plichten van de patiënt’. Deze is verkrijgbaar op de afdeling en bij de patiënteninformatie in de centrale hal. Daarnaast is deze folder te vinden op:
www.skbwinterswijk.nl De inhoud van deze folder is ontleend aan de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG)