Bij u is een huidafwijking geconstateerd. U heeft, in overleg met de plastisch chirurg, besloten om de huidafwijking te behandelen. In deze folder leest u over de verschillende soorten behandelingen en wat u kunt verwachten.
De volgende huidafwijkingen kunnen door middel van een kleine chirurgische ingreep worden verwijderd:
- verheven moedervlekken
- ouderdomswratten en gewone wratten
- skin tags: huidflapjes of wild vlees
- ruby spots:rode vaatbultjes
- lipomen: vetbulten
- atheromen: talgkliercystes
- spider naevi: kleine spinvormige vaatjes
- kleine littekens
- keratoacanthomen: een goedaardig, snelgroeiend bolvormig gezwel van de huid
- haemangiomen: in of op de huid gelegen afwijkingen die bestaan uit grote hoeveelheden kleine bloedvaatjes
Mogelijke behandelingenSommige van deze huidafwijkingen verdwijnen vanzelf weer. Als dat niet het geval is of er is wel een behandeling nodig, zijn er verschillende mogelijkheden. Als besloten is dat de huidafwijking verwijderd gaat worden, bespreekt de plastisch chirurg samen met u de mogelijke ingrepen. Hieronder leest u wat de mogelijkheden zijn. Wat voor u van toepassing is, hoort u van uw plastisch chirurg.
ExcisieDe meeste huidafwijkingen kunnen onder plaatselijke verdoving chirurgisch verwijderd worden (excisie). Bij voorkeur gebeurt dit met een ovaalvormige excisie (snee), die vervolgens gehecht wordt.
TranspositiesSoms is een ovaalvormige excisie niet mogelijk. Bijvoorbeeld omdat er te weinig 'ruimte' of 'rek' in de huid is om de wondranden naar elkaar toe te brengen. Dan biedt een huidtranspositie soms uitkomst. Hierbij wordt de huidafwijking verwijderd en de plek wordt daarna gesloten door van nabij gelegen huid een stukje te schuiven of te draaien.
Er zijn vele soorten transposities mogelijk, afhankelijk van de plaats en grootte van het plekje.
TransplantatiesBij sommige huidafwijkingen is het niet meer mogelijk de huid op een normale manier te sluiten en volgt er een huidtransplantatie. Voor transplantaties in het gezicht wordt als 'donorhuid' vaak de huid achter of voor het oor gebruikt, omdat deze qua structuur nog het meest op dat van de gezichtshuid lijkt. Andere locaties om huid van het lichaam voor transplantatie te verwijderen zijn bijvoorbeeld de hals, de bovenarm of de lies. Na het inhechten van het huidtransplantaat, wordt een sponsje over het weefsel gehecht om de huidtransplantatie te verbeteren.
ExcochleatieBij excochleatie wordt de huidafwijking met een klein, scherp lepeltje ‘weggelepeld’. Bij sommige aandoeningen is er een kans op terugkeer. In die gevallen wordt de bodem van het ontstane putje nog nagebrand om de kans op het terugkeren van de huidafwijking te verkleinen.
Coagulatie (verbranden)Bij coagulatie maken we gebruik van een apparaat dat stroom produceert en die via een fijne, puntvormige naald in aanraking wordt gebracht met de huidafwijking. De stroom zorgt ervoor dat de huidafwijking wordt verhit. Deze wordt daardoor vernietigd en door het lichaam afgestoten. Het verhitten van het weefsel van de afwijking gebeurt zeer precies waardoor de gezonde huid minimaal wordt belast.
VoorbereidingAls u bloedverdunnende middelen gebruikt zoals acenocoumarol (sintrom), Xarelto, ascal, aspirine of carbasalaatcalcium moet u dit vooraf aan de arts melden.
Sommige mensen hebben bij operaties een antibioticum nodig in verband met een bepaalde hartafwijking. Als dit voor u geldt, hoort u dit van uw arts.
Als u een allergie heeft, meld dit aan de arts.
Omdat u plaatselijk verdoofd wordt, hoeft u niet nuchter te zijn en mag u gewoon eten en drinken van tevoren.
Waar meldenOp de dag van de behandeling meldt u zich op de afgesproken tijd bij de polikliniek Plastische Chirurgie (route 2.4).
Het verloop van de behandelingAls u op de behandeltafel ligt, wordt het te behandelen gebied schoongemaakt en gedesinfecteerd. Dan volgt er een plaatselijke verdoving door middel van een injectie. Het inspuiten van de vloeistof voelt wat branderig aan. Na de verdoving voelt u geen pijn meer. U voelt wel dat de arts bezig is.
Het te opereren gebied wordt afgedekt met een steriele doek die u niet mag aanraken. Na de ingreep krijgt u een pleister die u moet laten zitten. Wanneer u deze mag (laten) verwijderen, hoort u van uw arts of verpleegkundige.
Als u in het gezicht geopereerd bent, worden de hechtingen meestal na een week verwijderd. Elders op het lichaam worden de hechtingen na twee weken verwijderd. U krijgt daarvoor een afspraak op de polikliniek Plastische Chirurgie of u mag zelf een afspraak bij uw huisarts maken.
Afhankelijk van de plaats en de grootte van de wond worden soms alleen onderhuidse hechtingen of oplosbare hechtingen gebruikt. Deze hoeven niet verwijderd te worden.
Duur van de behandelingDe meeste van bovengenoemde behandelingen duren 15 minuten. Bij wat grotere ingrepen kan dit oplopen tot 60 minuten.
ResultaatVaak is de afwijking in één behandeling verwijderd. Soms is er meer dan één behandeling nodig of moet het verwijderen in meerdere sessies gebeuren. De behandeling gaat altijd gepaard met een litteken. Bij de ene persoon wordt het litteken mooier dan bij de andere.
Dit heeft vooral te maken met uw huidtype. Littekens hebben soms de neiging breed en dik te worden (hypertroof litteken/keloïd). Vanaf drie weken mag u starten met masseren met littekenzalf of zonnebrandcrème. Dit zorgt ervoor dat het litteken soepeler wordt en mooier geneest.
De plastisch chirurg streeft altijd naar het beste cosmetische resultaat. Als u niet tevreden bent met het resultaat, is het belangrijk om daarover te praten met uw plastisch chirurg. Samen kunt u kijken of er eventuele aanvullende behandelingen (zoals littekenpleisters) mogelijk zijn.
Risico’s en mogelijke complicaties
Heeft u napijn? Neem dan gerust een pijnstiller, bij voorkeur Paracetamol. Een mogelijke complicatie is een bloeduitstorting, vooral bij een ingreep in het gezicht, waarbij ook meestal een zwelling optreedt. Ook een infectie kan voorkomen. Dit herkent u aan pijn, zwelling, roodheid en pus uit de wond. Neem bij verdenking op een infectie of nabloeding contact op met de polikliniek Plastische Chirurgie.
VragenHeeft u nog vragen of wilt u meer informatie? Bel dan gerust naar de polikliniek Plastische Chirurgie. Wij zijn van maandag tot en met vrijdag van 8.00 - 16.30 uur bereikbaar op telefoonnummer 0543 - 54 46 00. Als zich thuis ’s avonds of ‘s nachts problemen voordoen, kunt u contact opnemen met de afdeling Spoedeisende Hulp, via telefoonnummer 0543 - 54 45 55.
Geheimhouding en recht op privacy
Alle medewerkers van ons ziekenhuis hebben een geheimhoudingsplicht. Verder heeft u als patiënt recht op privacy. Uitgebreide informatie hierover kunt u vinden in de folder ‘De rechten en plichten van de patiënt’. Deze is verkrijgbaar op de afdeling en bij de patiënteninformatie in de centrale hal. Daarnaast is deze folder te vinden op: www.skbwinterswijk.nl.