U heeft van uw behandelaar gehoord dat u in aanmerking komt voor een midline infuus. Hier wordt voor gekozen als u moeilijk te prikken bent of als u langere tijd een infuus nodig heeft tijdens uw verblijf in het ziekenhuis of voor behandeling in de thuissituatie. In deze folder vindt u hierover meer informatie.
Wat is een midline infuusEen midline infuus is een langere infuuslijn dan een gewoon infuus. Bij een midline is de infuuslijn 10 of 20 cm, afhankelijk van welk type. Vaak wordt deze ingebracht aan de binnenzijde van de bovenarm, boven de elleboogplooi, zodat u de arm kunt bewegen zonder dat u er al te veel last van heeft.
|
|
Midline 10 centimeter | Midline 20 centimeter |
Voordelen van de midline: - De lijn kan tot circa 4 weken blijven zitten. Dat is veel langer dan bij normale infuusnaalden. Per saldo wordt u dan ook minder vaak geprikt. Echografie maakt de vaten zichtbaar, waardoor het aanprikken van de midline meestal geen probleem is.
- Omdat het infuus in de bovenarm wordt ingebracht heeft u er vrijwel geen hinder van.
- De midline zit in een groter bloedvat waardoor medicatie de vaatwand minder snel irriteert en de lijn dus langer behouden kan blijven.
- De midline kan ook thuis gebruikt worden. Soms kan iemand hierdoor eerder weer naar huis. Ook de thuiszorg kent de verzorging van deze lijnen.
Het inbrengenHet inbrengen van de midline gebeurt in een ruimte op het operatiekamercomplex. U kunt gewoon in het ziekenhuisbed blijven liggen. In overleg wordt bepaald in welke arm de midline wordt geplaatst. Soms wordt de plaatsbepaling gedaan met behulp van het echo-apparaat. Daarna wordt uw arm gedesinfecteerd en vervolgens wordt de arm afgedekt met een steriele doek. Met behulp van het echobeeld kan het bloedvat aangeprikt worden. Vooraf wordt de huid verdoofd. Het slangetje wordt opgeschoven en de midline is geplaatst. De lijn wordt met speciale pleisters bevestigd zodat deze niet per ongeluk wordt verwijderd.
Mogelijke complicaties- Blauwe plekken na het inbrengen.
- Vaatwandinfectie
- Trombose in de bloedvaten van de arm
Aandachtspunten:
Wat mag
niet met de midline?
- Bloed afnemen uit de midline van 10 centimeter lukt vaak niet. Uit de midline van 20 centimeter kan dit mogelijk wel. Kijk uit met het aanprikken van andere aders in dezelfde arm.
- Het meten van de bloeddruk aan de arm waarin de midline is geplaatst mag niet. Dit moet dus aan de andere arm of eventueel onderbeen gebeuren.
- Een bad nemen of zwemmen.
Contact opnemenNeem in de volgende gevallen contact op met de verpleegkundige van de thuiszorg:
- Bij een (mogelijke) infectie rondom de insteekopening. U merkt dit aan roodheid, zwelling, warmte, pijn, vocht (pus).
- Pijn tijdens het inspuiten.
- Barst in de katheter.
- Loslaten van het afsluitdopje.
- Als het niet mogelijk is om de medicatie in te spuiten.
- Weerstand bij het inspuiten van de medicijnen (tegendruk)
Neem
direct contact op met de Spoedeisende Hulp van het ziekenhuis, 0543 - 54 45 55, na 17.00 uur in de avond, nacht en in de weekenden bij:
- Tekenen van trombose (bloedstolsel in de ader). Symptomen zijn pijn aan de arm of schouder, zwelling, roodheid.
- Tekenen van kortademigheid, hoesten, pijn ter hoogte van de borstkas en bewustzijnsverlies.
- Koorts (een temperatuur van 38.5° C of hoger).
BereikbaarheidNeem in principe altijd eerst contact op met uw hoofdbehandelaar via de polikliniek. Het telefoonnummer is te vinden op uw afsprakenkaart of de website.
Indien nodig kunt u op doordeweekse dagen tussen 08.00 - 16.30 uur contact opnemen met de afdeling Anesthesiologie, telefoonnummer 0543 - 54 42 00. Na 16.30 uur kunt u contact opnemen met de verpleegkundige van uw thuiszorgorganisatie.
VragenAls u nog vragen heeft, neemt u dan contact op met de behandelend arts, de verpleegkundige van de verpleegafdeling of degene die de lijn heeft geplaatst.