Logo Streekziekenhuis Koningin Beatrix.
 
Klik op deze knop om alle folders te doorzoeken.Zoek folders
Klik op deze knop om dit document te printen.Print pagina
Klik op deze knop om dit document als PDF te downloaden.Download PDF
Klik op deze knop om de tekstgrootte te vergroten.Grotere tekst
Klik op deze knop om de tekstgrootte te verkleinen.Kleinere tekst

PiMS folder informatie logo

Chirurgie

Liesbreukoperatie

Liesbreukoperatie

De knop om deze folder als favoriet te markerenFavorietDe knop om deze folder per email door te sturen.Stuur door
Deze informatiefolder gaat over de chirurgische behandeling van een liesbreuk. U hebt deze folder vooraf gekregen; in deze folder leest u alles over een liesbreuk en de behandeling hiervan en alles rondom de operatie. Wij adviseren u deze folder goed door te lezen en mee te nemen op de dag van uw bezoek aan het ziekenhuis.

Wat is een liesbreuk
Een breuk (hernia) is een uitstulping van het buikvlies door een zwakke plek of opening in de buikwand. De breuk is herkenbaar als een zwelling ter plaatse. De breukpoort is de opening of verzwakking in de buikwand. Deze kan ontstaan door aangeboren factoren of door uitrekking van de buikwand. Uitrekking kan optreden in de loop van het leven, bijvoorbeeld door toename in lichaamsgewicht, persen, veel hoesten, vaak zwaar tillen. Het is mogelijk dat de uitstulping van het buikvlies - de breukzak genoemd - een gedeelte van de buikinhoud bevat. Bij verhoging van de druk in de buik (zoals bij staan, bij persen of hoesten) kan er meer buikinhoud in de uitstulping (= de breukzak) komen. De breuk wordt dan groter. Bij een liesbreuk bevindt de uitstulping zich in de liesstreek. Een liesbreuk verdwijnt nooit vanzelf en kan groter worden. Dat kan dan meer klachten gaan geven. Een enkele keer komt het voor dat een breuk bekneld raakt. Dan zit de breukinhoud, die meestal plotseling is toegenomen, vastgeklemd in de breukpoort. Dat gaat gepaard met veel pijn. Een spoedoperatie is dan nodig.

Onderzoek, diagnose en behandelplan

De arts stelt de diagnose aan de hand van de bevindingen bij het lichamelijk onderzoek. Aanvullend onderzoek is in het algemeen niet nodig. De arts kan bij u, terwijl u staat, de breuk meestal gemakkelijk vaststellen. Wanneer een breuk bij u is geconstateerd zal de arts met u bespreken, hoe in uw geval de breuk behandeld kan worden. In het algemeen zal u een operatie worden geadviseerd.

Chirurgische behandeling
Er zijn verschillende technieken om liesbreuken te herstellen:

De benadering van de breuk van voren

Hierbij wordt de operatie uitgevoerd via een snede nabij de breuk. De uitstulping van het buikvlies (breukzak) wordt opgeheven. Zo nodig wordt de opening of zwakke plek in de buikwand hersteld. Daarbij wordt de buikwand verstevigd, gebruik makend van het weefsel van de buikwand zelf (een ‘plastiek’ genoemd) of door een stukje kunststof in te hechten. Dit kunststof materiaal is veilig en wordt doorgaans goed door het lichaam geaccepteerd. Het gebruik van kunststof is de laatste jaren standaard geworden.

De benadering van de breuk van achteren
Bij deze methode wordt de breuk vanuit de binnenzijde van de buikwand behandeld. De uitstulping (breukzak) wordt opgeheven en de opening of zwakke plek in de buikwand wordt verstevigd met behulp van een stukje kunststof. Dit kunststof materiaal is veilig en wordt goed door het lichaam geaccepteerd. De operatieve benadering van de breuk vanuit de binnenzijde kan met behulp van gewone operatietechnieken of door middel van een kijkoperatie. Bij de kijkoperatie worden via een aantal gaatjes in de buikhuid instrumenten en een camera, die verbonden is met een TV-scherm, naar binnen gebracht. De arts kan via de camera zijn handelingen zien op het TV-scherm. Deze methoden zijn niet voor iedere patiënt geschikt. Bijvoorbeeld als de breuk niet terug in de buik te duwen is kan deze methode niet worden uitgevoerd. De arts zal met u bespreken welke techniek in uw geval het beste lijkt. Een liesbreukoperatie duurt meestal drie kwartier tot een uur.

TREPP-techniek (transrectusschede-preperitoneale procedure)

Deze behandelmethode combineert de voordelen van de klassieke liesbreukoperatie en de kijkoperatie. In vergelijking met de klassieke methode is het litteken de helft kleiner (ongeveer twee à drie vingers breed). Bij deze behandeltechniek wordt de uitpuiling via een kleine snee boven de breuk verwijderd en de breukinhoud wordt in de buikholte teruggeplaatst. De breuk wordt, net als bij de kijkoperatie, aan de binnenkant van de buikwand afgedekt met een kunststof matje. De snee wordt weer gehecht met oplosbare hechtingen.
TREPP is geschikt voor de behandeling van alle type liesbreuken en kan ook worden toegepast bij een terugkerende breuk, na een eerdere behandeling via de klassieke liesbreukoperatie. TREPP is ook geschikt voor de behandeling van breuken waarbij de darmen bekneld zitten en bij uitstulpingen die lastig terug te duwen zijn.

De operatie duurt ongeveer 30 minuten en kan zowel onder algehele narcose als onder regionale verdoving (ruggenprik) plaatsvinden.

De herstelduur na de operatie is meestal korter dan een week, vaak slechts enkele dagen. Na een behandeling met deze techniek is de kans op een nieuwe liesbeuk aan dezelfde kant ongeveer 1-2%. De kans op langere napijn is ongeveer 5%.

Mogelijke complicaties
Geen enkele operatie is zonder risico’s. Zo zijn ook bij deze operaties de normale kans op complicaties aanwezig, zoals nabloeding, wondinfectie, trombose of longontsteking. Een geringe uiting van een bloeding kunt u na enkele dagen herkennen in de vorm van een blauw/zwarte verkleuring in het wondgebied, die kan uitzakken naar de basis van de penis en de balzak bij de man en naar de grote schaamlip bij de vrouw. Dat is niet verontrustend.

Ook kan er tijdelijk pijn om een zaadbal zijn. Dit gaat bijna altijd vanzelf weer over, maar kan enkele weken aanhouden. Het resultaat van de operatie kan goed lijken. Toch kan het voorkomen dat na verloop van tijd bij een klein aantal van de geopereerde patiënten er op dezelfde plaats opnieuw een breuk ontstaat (een recidief breuk). Meestal zal er dan weer een operatie nodig zijn. In het operatiegebied lopen enkele zenuwen - bij de man ook nog de zaadstreng; een beschadiging van deze structuren is denkbaar. Deze complicaties treden gelukkig zelden op. De consequentie van schade aan een zenuw kan zijn gevoelloosheid of soms juist een blijvende pijnklacht rond het operatiegebied.

Voorbereidingen voor de opname
De chirurg ontvangt u op het spreekuur. Samen gaat u in gesprek over de klachten en de chirurg verricht een lichamelijk onderzoek. Aan de hand hiervan maakt de chirurg samen met u een behandelplan. De chirurg bespreekt welke behandelmethode het beste is in uw situatie. Na het bezoek aan de chirurg vult u een vragenlijst in (pre-operatieve screening) en gaat u naar de afdeling opname, waar u ingeschreven wordt voor de operatie. U levert de vragenlijst in en krijgt informatie over de opnamedag. Afhankelijk van de mogelijkheden gaat u daarna door naar het Pre-operatief spreekuur (POS). Het kan ook zijn, dat u hiervoor een afspraak meekrijgt. U ontvangt een folder met algemene informatie over de opname. Wij adviseren u ook deze folder goed door te lezen. Daarnaast krijgt u de folder: ‘Uw operatie en anesthesie’ mee.

Het pre-operatieve spreekuur (POS)
Het POS houdt in, dat u op één dag bij verschillende afdelingen komt. U komt namelijk bij de anesthesioloog, de apothekersassistent (indien u medicijnen gebruikt) en eventueel de opname-verpleegkundige. De anesthesioloog of de physician assistent bespreekt met u de vragenlijst en of de operatie onder verdoving met behulp van een ruggenprik of onder algehele anesthesie (narcose) kan plaatsvinden. In de vragenlijst kunt u bijzonderheden over uw gezondheid en medicatie-gebruik aangeven. Juiste informatie is belangrijk, omdat bepaalde medicatie van invloed kan zijn op de medicatie die voor de verdoving wordt gebruikt. Indien u medicijnen gebruikt, hebt u ook een gesprek met de apothekersassistent. Daarnaast kan het zijn, dat u bij de opnameverpleegkundige komt om uw persoonlijke gegevens te inventariseren en om u te informeren over de zorg rondom de operatie.

De voorbereiding op de operatie
U mag ’s ochtends alleen een slokje water, daarna moet u nuchter blijven. Dit houdt in, dat u niets meer mag eten, drinken of roken vanaf middernacht. Beter is om de laatste dagen voor uw bezoek aan de chirurg niet meer te roken.

Op deze dag neemt u mee:
Enkele tips:
In verband met de hygiëne geven wij u het advies vooraf thuis te douchen en eventueel aanwezige nagellak, make-up en sieraden te verwijderen. Ook eventuele piercings moeten verwijderd zijn.

Laatste voorbereidingen

U meldt zich op de afgesproken datum en tijd op de verpleegafdeling. Op de afdeling wordt u door de verpleegkundige voorbereid op de operatie. De verpleegkundige geeft informatie over deze dag en neemt bijzonderheden met u door. Uw bloeddruk en uw lichaamstemperatuur worden gemeten en uw polsslag geteld. De verpleegkundige vraagt u om goed uit te plassen en u krijgt een operatiejasje en –onderbroek aan. Sieraden (kettingen, horloge, ringen, etc.) moeten allemaal af. Waardevolle spullen kunt u op de dagbehandeling opbergen in een kluisje, de gastvrouw vertelt u hierover. Een bril of een gebitsprothese kunt u op- of inhouden. Eventuele contactlenzen moeten uit.

U krijgt voor de operatie al eventuele medicatie, die de anesthesioloog heeft voorgeschreven. Dit kan iets zijn om rustig te worden en/of tegen de pijn.

De verpleegkundige brengt u met bed naar de voorbereidingskamer (de holding). Deze kamer bevindt zich op de operatie-afdeling. Hier worden de laatste voorbereidingen gedaan voor de operatie. Indien nodig wordt het operatiegebied onthaard met behulp van een tondeuse.

Patiëntveiligheid

Ter verhoging van de patiëntveiligheid vragen onze medewerkers regelmatig naar uw naam en geboortedatum. Daarnaast wordt rondom de operatie meerdere malen een checklist afgewerkt, waarbij men nagaat of alle gegevens juist zijn en of alle handelingen zijn uitgevoerd. Ook bij de overdracht van de operatieafdeling naar de verpleegafdeling vindt deze controle plaats.

Na de operatie

Na de operatie haalt de verpleegkundige u weer op en zorgt ervoor dat u wat te eten en te drinken krijgt. U mag nog niet van bed af. De verpleegkundige bekijkt met u wanneer u, onder begeleiding, de eerste keer uit bed kunt. Ook bekijkt de verpleegkundige hoe het met u gaat, of de pijn onder controle is en observeert zij de wond. Zij geeft u pijnstilling volgens voorschrift. Wanneer u een ruggenprik hebt gehad, kunt u met ontslag als het gevoel goed terug is, u geplast heeft, de pijn goed onder controle is en alle ontslagpapieren met u zijn doorgenomen. Na overleg met de verpleegkundige kunt u zelf bellen naar uw contactpersoon om u op te laten halen. U kunt niet zelf naar huis rijden. Degene die u ophaalt adviseren wij een rolstoel vanuit de centrale hal bij de receptie mee te nemen naar de afdeling. Als uw gezondheidstoestand het niet toe laat, kan het zijn, dat u beter een nacht kunt blijven. De chirurg of verpleegkundige bespreekt dit met u.

Nabehandeling
Afhankelijk van de operatiemethode, de grootte van de ingreep en individuele factoren zult u na ontslag nog enige tijd hinder kunnen ondervinden van het operatiegebied. Het is raadzaam het wondgebied wat te ondersteunen met uw hand, vooral bij drukverhoging (hoesten, persen). Vaak krijgt u een recept voor pijnstillers mee; daarnaast kunt u paracetamol gebruiken; lees voor gebruik de bijsluiter in de verpakking. Het hervatten van uw dagelijkse activiteiten en de mogelijkheid om weer wat te tillen zijn afhankelijk van de soort ingreep en individuele factoren. Het moment wanneer u (eventueel) weer kan werken is afhankelijk van het soort werk dat u doet. Wij adviseren u dit met de chirurg of bedrijfsarts te bespreken.

Hieronder kunt u vinden wat voor u van toepassing is.

Indien nodig kunt u een laxerend dieet gebruiken, dat wil zeggen: veel drinken, vezelrijke voeding als zemelen, ontbijtkoek, pruimen nemen. Wanneer dit onvoldoende helpt kunt u contact opnemen met uw behandelend arts of huisarts.

Betreffende de hechtingen geldt voor u het volgende:

Adviezen voor thuis
Een (werk-)dag na ontslag neemt een verpleegkundige van de afdeling, tijdens kantooruren, telefonisch contact met u op. De opname wordt dan in het kort geëvalueerd. U krijgt de gelegenheid vragen te stellen en/of onduidelijkheden aan te geven.

Vragen

Bij vragen over uw behandeling kunt u zich contact opnemen met de polikliniek Chirurgie. Wij zijn van maandag tot en met vrijdag van 8.00 - 16.30 uur bereikbaar op telefoonnummer 0543 54 42 50.

Wanneer zich thuis binnen 24 uur na de behandeling problemen voordoen, dan kunt u contact opnemen de afdeling Spoedeisende Hulp. Na de eerste 24 uur kunt u contact opnemen met de polikliniek Chirurgie of met de huisarts.

Geheimhouding en recht op privacy

Alle medewerkers van ons ziekenhuis hebben een geheimhoudingsplicht. Verder heeft u als patiënt recht op privacy. Uitgebreide informatie hierover kunt u vinden in de folder ‘De rechten en plichten van de patiënt’. Deze is verkrijgbaar op de afdeling en bij de patiënteninformatie in de centrale hal. Daarnaast is deze folder te vinden op: www.skbwinterswijk.nl


Foldernummer: chi349 versie apr 23


PIMS™ folderportaal door 4CLOUD®
  |