Logo Streekziekenhuis Koningin Beatrix.
 
Klik op deze knop om alle folders te doorzoeken.Zoek folders
Klik op deze knop om dit document te printen.Print pagina
Klik op deze knop om dit document als PDF te downloaden.Download PDF
Klik op deze knop om de tekstgrootte te vergroten.Grotere tekst
Klik op deze knop om de tekstgrootte te verkleinen.Kleinere tekst

PiMS folder informatie logo

Spoedeisende Hulp (SEH)

Mallet Finger

Mallet Finger

De knop om deze folder als favoriet te markerenFavorietDe knop om deze folder per email door te sturen.Stuur door
U bent onder behandeling voor een zogenaamde ‘mallet finger’. In deze brochure leest u wat een mallet finger precies is en hoe de behandeling verloopt.

Algemene informatie over een Mallet finger
Een mallet finger is letsel van de strekpees bij het eindkootje van uw vinger (DIP-gewricht). Een mallet finger kan ontstaan doordat u bijvoorbeeld een bal tegen uw vinger krijgt, of doordat het eindkootje van de vinger, tijdens het opmaken van een bed, extreem gebogen wordt. De trekkracht op de pees kan daarbij zo groot worden dat hij scheurt. Soms is het zo dat het bot hierbij ook beschadigd wordt. De pees scheurt dan niet, maar trekt juist een klein stukje van het bot af. De behandeling is bij beide varianten hetzelfde.

Behandeling van een mallet finger
In principe wordt u minimaal zes weken behandeld voor de mallet finger. Vaak wordt gekozen voor een conservatieve behandeling waarbij u zes weken een spalkje om uw vinger draagt, waarmee de vinger in strekstand (liever iets overstrekt) wordt gehouden. Soms wordt gekozen voor een operatieve behandeling via plastische chirurgie (bijvoorbeeld indien er ook botletsel is). Uitgaande van de conservatieve behandeling mag u zes weken lang de vinger niet buigen. Het spalkje moet 24 uur per dag blijven zitten. Indien in die zes weken de vinger toch gebogen wordt, bestaat de kans dat de pees opnieuw scheurt, omdat deze nog niet sterk genoeg was.

Behandeling in stappen
SEH-bezoek
Nadat vastgesteld is dat u een mallet finger heeft, krijgt u op de SEH een standaard model; een goedpassend kunststof spalkje om uw vinger.

Periode 1 (Eerste 6 weken)
Week 1
U heeft een standaard spalk om de vinger. Deze spalk zorgt ervoor dat u uw eind- en middenkootje van de aangedane vinger niet kunt buigen/bewegen. De spalk mag niet afgedaan worden en moet droog blijven. Hand niet te zwaar belasten.

Week 2
U heeft een afspraak bij de handtherapeut. De spalk wordt door de handtherapeut verwijderd waarbij u te allen tijde de vinger gestrekt op een harde ondergrond laat liggen. De huid wordt geïnspecteerd en schoongemaakt. Vervolgens krijgt u een nieuw op maat gemaakt spalkje. Dit nieuwe spalkje zorgt ervoor dat het eindkootje van uw vinger niet gebogen kan worden. Ook dit spalkje mag niet worden afgedaan en moet droog blijven.

Week 3

U heeft een controleafspraak bij de handtherapeut. De spalk wordt verwijderd en de stand van de vinger wordt gecontroleerd door de handtherapeut. Uw vinger blijft voortdurend gestrekt op een harde ondergrond liggen. De huid wordt geïnspecteerd en schoongemaakt. Indien nodig wordt de spalk aangepast zodat hij weer goed de vinger omsluit.

Week 6
U heeft een afspraak bij de handtherapeut. De spalk wordt verwijderd en de stand van de vinger wordt gecontroleerd door de handtherapeut. Heeft het topje van uw vinger na deze zes weken nog een afwijkende stand, dan kan besloten worden de spalk nog langer te dragen (weer een periode van zes weken). Indien het topje van uw vinger een normale stand heeft kan worden begonnen met oefenen.

Periode 2 (Week 7 en 8)
In deze periode wordt het strekken vanuit en toenemende buigstand geoefend. U krijgt van de handtherapeut oefen- instructie en hij laat u zien tot hoever u het eindkootje mag buigen. De oefeningen moeten binnen de pijngrens worden uitgevoerd. 3-6 keer per dag oefenen. Buiten het oefenen om de spalk continu dragen.

Als de pijn na het oefenen langer dan een half uur blijft bestaan, dan oefenintensiteit verminderen. Mocht na 2 weken blijken dat de stand van het eindkootje is verslechterd, dan moet het spalkje weer 4 weken continu worden gedragen.

Periode 3 (Week 9 en 10)
In deze periode mag het eindkootje actief onbelast worden gebogen en gestrekt. Als bij controle blijkt dat het kootje zonder problemen genoeg kan worden gebogen en gestrekt, mag overdag in gecontroleerde omstandigheden het spalkje af. Het spalkje moet dan alleen nog ’s nachts gedragen worden.

Periode 4 (week 11 en 12)
In deze periode mag geleidelijk de belasting van de hand opgevoerd worden. Het spalkje af laten. Plotselinge knijpbewegingen moeten worden voorkomen.

Resultaat
Helaas is er geen garantie dat de behandeling zal slagen. Wel is bewezen dat het succes van de behandeling mede afhangt van:
Indien de conservatieve behandeling met een spalkje niet succesvol is, zijn er nog operatieve behandelingen mogelijk. Deze kunt u met uw behandelend arts bespreken.

Verzorging van de spalk
De spalk mag NIET nat worden en mag niet af. Is de spalk toch nat geworden, dep hem droog en föhn deze een paar minuten koud. Op deze manier voorkomt u het week worden van de huid.

Haal de spalk er nooit af
Indien de tape los is gegaan, vervang deze dan. Zorg er hierbij voor dat het eindkootje van uw vinger niet buigt.

Wat te doen bij problemen
Wanneer u problemen hebt met het spalkje of u heeft nog vragen na het lezen van deze informatie, dan kunt u altijd contact met ons opnemen. Wij zijn telefonisch bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 8.00 – 17.00 uur via telefoonnummer: 0543 - 54 42 38.

Geheimhouding en recht op privacy
Alle medewerkers van ons ziekenhuis hebben een geheimhoudingsplicht. Verder heeft u als patiënt recht op privacy. Uitgebreide informatie hierover kunt u vinden in de folder De rechten en plichten van de patiënt’. Deze is verkrijgbaar op de afdeling en bij de patiënteninformatie in de centrale hal. Daarnaast is deze folder te vinden op: www.skbwinterswijk.nl


Foldernummer: seh653 versie apr 22


PIMS™ folderportaal door 4CLOUD®
  |