Uw gynaecoloog of klinisch verloskundige heeft samen met u besloten dat u een ballonkatheter krijgt en dat u daarna naar huis mag. In deze folder leest u wat dit inhoudt en wat u kan verwachten.
Baarmoedermond rijpenEr is samen met u besloten dat uw bevalling wordt ingeleid. Om een bevalling te kunnen inleiden is het belangrijk dat de baarmoedermond ‘rijp’ is. De rijpheid van de baarmoedermond is onder andere afhankelijk van de stand, soepelheid, lengte en opening van de baarmoedermond en de indaling van het hoofdje van de baby. De gynaecoloog of verloskundige heeft vastgesteld dat uw baarmoedermond nog niet rijp is. Daarom krijgt u een ballonkatheter. Een ballonkatheter is een flexibel slangetje met aan het uiteinde een ballon welke opgeblazen wordt. Rijpen met een ballonkatheter is een veilige methode voor zowel moeder als kind.
AfspraakNa uw afspraak op de polikliniek of afdeling Verloskunde, krijgt u direct een afspraak voor het plaatsen van de ballonkatheter.
MeenemenVoor uw afspraak heeft u een geldig identificatiebewijs nodig (paspoort, identiteitskaart, rijbewijs of vreemdelingendocument). Verder vragen we u voor de zekerheid de spullen mee te nemen die u klaar heeft staan voor het geval u naar het ziekenhuis moet voor de bevalling:
- Kleding, pyjama en toiletspullen voor u en uw partner.
- Eerste setjes babykleertjes en minimaal 3 mutsjes.
- Maxi-cosi.
Waar meldenU meldt zich op de afgesproken dag om 11.00 uur bij de balie van de afdeling Verloskunde (route 6.1).
Duur van behandelingNa het plaatsen van een ballonkatheter, wordt altijd een hartfilmpje gemaakt van minimaal 30 minuten. U bent in totaal ongeveer 2 à 3 uur in het ziekenhuis.
Voor het plaatsen van de ballonkatheterEen verpleegkundige brengt u naar een kamer. Zij voert enkele controles uit bij u en sluit het hartfilmpje voor de baby aan. Hiermee controleren we de conditie van de baby en wordt eventuele weeën activiteit in beeld gebracht.
Het plaatsen van de ballonkatheterDe gynaecoloog of klinisch verloskundige controleert met een inwendig onderzoek of uw baarmoedermond rijp is. Het kan zijn dat uw baarmoedermond toch rijp is. Dan wordt besloten geen ballonkatheter te plaatsen.
Als uw baarmoedermond nog niet rijp is, krijgt u een ballonkatheter. Deze wordt vaginaal ingebracht en komt tussen de baarmoedermond en hoofdje van de baby te zitten (zie onderstaande afbeelding). Bij het plaatsen wordt meestal een eendenbek gebruikt. De ballon wordt gevuld met water. Door de druk van de ballon ontstaat er wat ontsluiting en komt het hormoon prostaglandine vrij. Prostaglandine zorgt voor het weker en korter worden van de baarmoedermond.
Bron: NVOG Na het plaatsen van de ballonkatheter Wanneer de situatie het toelaat, mag u naar huis. U kunt met de ballonkatheter gewoon naar het toilet, onder de douche en rondlopen. Ga niet meer in bad en heb geen geslachtsgemeenschap. Dit kan infecties veroorzaken. Als u geen ballonkatheter heeft gekregen, mag u naar huis. De volgende dag komt u terug voor de inleiding van de bevalling. Hierover leest u verderop in deze folder meer.
BijwerkingenNa het plaatsen van de ballonkatheter kunt u (een van) de volgende klachten ervaren:
- harde buiken
- buikpijn
- rugpijn en/of menstruatiepijn
- (bloederig) slijmverlies
Dit is normaal. Vaak zakken deze klachten na enkele uren af.
Weeën herkennenHet kan zijn dat na het inbrengen van de ballonkatheter de weeën starten. Dit gebeurt maar in enkele gevallen, meestal blijft het bij pijn en harde buiken. Soms is het moeilijk om te beoordelen of u weeën heeft. Weeën zijn pijnlijke harde buiken. Ze komen en gaan regelmatig om de 3 à 4 minuten en houden ongeveer 60 seconden aan. Afleiding, rondlopen of ontspanning door bijvoorbeeld een warme douche kunnen helpen. U mag eventueel 4 keer per dag 1000 mg paracetamol gebruiken. Als de weeën om de 5 minuten komen en 60 seconden aanhouden, neem dan contact op met het ziekenhuis.
Ballonkatheter laat losIn enkele gevallen valt de ballonkatheter uit uw vagina. Dit kan even schrikken zijn, maar is eigenlijk een goed teken. U hoeft dan niet te bellen, tenzij er ook sprake is van één van onderstaande situaties.
Wanneer contact opnemenNeem contact op met de klinisch verloskundige via telefoonnummer 0543 54 41 85 in de volgende gevallen:
- Bij vragen of ongerustheid;
- Bij weeën (regelmatige krampen om de 5 minuten of sneller, die 60 seconden aanhouden);
- Bij koorts (temperatuur 38,0 graden of hoger);
- Bij bloedverlies;
- Bij het breken van de vliezen;
- Als u de baby minder voelt bewegen dan u gewend bent.
De volgende dag: controle en inleidingU meldt zich de dag nadat uw ballonkatheter is geplaatst om 7.30 uur aan de balie van de afdeling Verloskunde (route 6.1). U wordt opgenomen en naar een kamer gebracht door een verpleegkundige. Zij voert enkele controles bij u uit en sluit het hartfilmpje voor de baby aan. Vervolgens controleert een klinisch verloskundige (of gynaecoloog) met een inwendig onderzoek of de baarmoedermond rijp genoeg is. In dat geval wordt de ballon verwijderd en worden, als het mogelijk is, direct de vliezen kunstmatig gebroken. Daarna krijgt u een infuus met weeënopwekkers.
Als de baarmoeder nog niet rijp genoeg isAls blijkt dat uw baarmoedermond na het plaatsen van de ballonkatheter nog niet rijp genoeg is, is inleiden van de bevalling niet mogelijk. Samen met de gynaecoloog wordt besproken of u eventueel extra tabletten krijgt. Hierbij mag u niet meer naar huis.
Meer informatie
Kijk voor meer informatie en voorlichtingsvideo's op:
www.degynaecoloog.nl/informatiefilms/bevalling/.
VragenVoor meer informatie kunt u ook bellen met de klinisch verloskundige. Zij is bereikbaar via telefoonnummer 0543 54 41 85.
Geheimhouding en recht op privacy
Alle medewerkers van ons ziekenhuis hebben een geheimhoudingsplicht. Verder heeft u als patiënt recht op privacy. Uitgebreide informatie hierover kunt u vinden in de folder ‘De rechten en plichten van de patiënt’. Deze is verkrijgbaar op de afdeling en bij de patiënteninformatie in de centrale hal. Daarnaast is deze folder te vinden op: www.skbwinterswijk.nl.