Binnenkort heeft u een afspraak voor een neostigminetest. In deze folder leest u meer over deze test. De neostigminetest wordt gedaan om duidelijk te krijgen of de klachten die u hebt, worden veroorzaakt door een aandoening die myasthenia gravis wordt genoemd. Dit is een spierziekte.
Myasthenia gravis
Myasthenia gravis is een aandoening waarbij sommige spieren snel en ernstig vermoeid raken als ze gebruikt worden. De spieren zijn na gebruik vaak zo vermoeid, dat de spierkracht bijna volledig verdwenen is. Na het nemen van rust herstelt het zich.
Spieren kunnen hun werk alleen doen wanneer ze worden aangestuurd door de zenuwen in het lichaam. Het stofje dat ervoor zorgt dat de zenuwen de spieren kunnen aansturen heet acetylcholine.
Bij myasthenia gravis is de aansturing van sommige spieren door de zenuwen verstoord, doordat er in verhouding een te kleine hoeveelheid acetylcholine aanwezig is. Het gevolg is dat bepaalde spieren alleen gedurende een korte tijd normaal kunnen functioneren. Daarna raken ze enorm vermoeid. Het is dan bijvoorbeeld niet meer mogelijk de spieren een aantal minuten achter elkaar te gebruiken.
Niet alle spieren in het lichaam zijn betrokken bij myasthenia gravis. Meestal beperkt de aandoening zich tot de spieren die zorgen voor het bewegen van de ogen en het openhouden van de oogleden. Afhankelijk van de ernst van de aandoening kunnen ook andere spieren minder goed functioneren, zoals de spieren die zorgen voor het bewegen van het gezicht, de spieren van de nek, de schouders en het bekken.
Symptomen
De meest voorkomende symptomen van myasthenia gravis zijn:
- afhangende oogleden
- dubbelzien
- algehele vermoeidheid
Hoe verloopt de neostigminetest?
U meldt zich bij de secretaresse van verpleegafdeling Neurologie. De verpleegkundige die bij het onderzoek aanwezig is, neemt u mee naar een patiëntenkamer. Voordat het onderzoek begint, legt de verpleegkundige uit wat er gaat gebeuren. Ook komt de neuroloog langs waaraan u eventuele vragen kunt stellen.
Voorbereiding
De verpleegkundige neemt uw gewicht op en helpt u in bed. Uw gewicht is van invloed op de hoeveelheid medicatie die u mag hebben. De verpleegkundige brengt een infuusnaald bij u in de arm of op de hand in. U bent krijgt plakkers op de borst en bent verbonden met elektroden (draadjes) aan een kastje dat uw hartritme in de gaten houdt.
Het onderzoek bestaat uit het geven van twee injecties. Deze worden onderhuids toegediend. De eerste injectie is bedoeld om eventuele bijwerkingen van de tweede injectie tot een minimum te beperken. De tweede injectie wordt na 15 minuten gegeven door de neuroloog. Deze injectie bevat de stof neostygmine. Deze stof remt het enzym dat verantwoordelijk is voor de afbraak van acetylcholine. Acetylcholine is de stof die ervoor zorgt dat de spier samengetrokken wordt na een prikkel vanuit de zenuwen.
Na het geven van de eerste injectie tot ruim een uur nadien, meet de verpleegkundige uw bloeddruk iedere 5 minuten. De verpleegkundige houdt goed in de gaten of de klachten die u hebt, blijven bestaan of verdwijnen. Daarnaast komt de neuroloog regelmatig bij u langs om te beoordelen hoe het met de klachten gaat. De neuroloog kan u vragen enkele oefeningen te doen (hoofd draaien, omhoog of naar links/rechts kijken, arm optillen enz.)
Als uw klachten na het geven van deze tweede injectie verbeteren, kan dit een aanwijzing zijn dat uw klachten veroorzaakt worden door myasthenia gravis. Het effect dat de injectie mogelijk teweegbrengt op uw spierkracht kan na ongeveer vijf minuten merkbaar zijn.
Het is mogelijk dat de test geen verbetering in de spierkracht laat zien. Dit hoeft niet te betekenen dat u geen myasthenia gravis hebt. Bij één op de acht patiënten die de aandoening wel hebben, zorgt de injectie namelijk niet voor een toename in de spierkracht.
Het onderzoek is na ongeveer 2 ½ uur afgerond. Het effect van de tweede injectie houdt ongeveer een uur aan. Als u merkt dat uw klachten verbeteren na de injectie, zult u vervolgens voelen dat de klachten na een uur geleidelijk weer terugkomen.
Bijwerkingen
Het medicijn in de tweede injectie, de neostigmine, kan leiden tot een aantal bijwerkingen:
- bleek zien;
- klam aanvoelen;
- misselijkheid;
- darmkrampen;
- het sneller of langzamer kloppen van het hart;
- braken.
De genoemde bijwerkingen zijn vervelend, maar meestal niet ernstig. Het is belangrijk dat u de klachten direct aan de verpleegkundige meldt. Na een uur is de tweede injectie uitgewerkt en verdwijnen de bijwerkingen spontaan.
Naast de bijwerkingen, kunt u op de plaats van de injecties een blauwe plek krijgen en last hebben van een pijnlijk gevoel op die plek. Als u pijn heeft, kunt u de plek koelen, dit verlicht de pijn.
Na het onderzoek
Als u na de test geen last meer hebt van bijwerkingen, kunt u het ziekenhuis verlaten. Het is niet verstandig zelf auto te rijden of alleen te reizen. U kunt zich de rest van de dag niet zo lekker voelen. De klachten verdwijnen vanzelf. U mag overigens wel alles doen wat u wilt.
Vragen
Als u na het lezen van deze folder nog vragen hebt, kunt u op werkdagen tussen 08.30-16.30 uur contact opnemen met de polikliniek Neurologie, telefoonnummer 0543 54 45 20 of met de verpleegafdeling, telefoonnummer 0543 54 45 25.
Geheimhouding en recht op privacyAlle medewerkers van ons ziekenhuis hebben een geheimhoudingsplicht. Verder heeft u als patiënt recht op privacy. Uitgebreide informatie hierover kunt u vinden in de folder ‘De rechten en plichten van de patiënt’. Deze is verkrijgbaar op de afdeling en bij de patiënteninformatie in de centrale hal. Daarnaast is deze folder te vinden op:
www.skbwinterswijk.nl 
Zoek folders
Print pagina
Download PDF
Grotere tekst
Kleinere tekst
Favoriet
Stuur door