Het is bijna zo ver. Het ontslag van uw baby is in zicht. Een blijde gebeurtenis, maar ook wel spannend. Mogelijk heeft u geen of nog maar weinig kraamhulp. Voor zowel u als ouders, als voor uw kind is de overgang groot. Daarom krijgt u deze folder, met veel praktische tips voor thuis. Heeft u naar aanleiding van deze folder nog vragen, stel ze dan gerust aan de verpleegkundige die voor uw baby zorgt.
Voorwaarden voordat uw baby naar huis mag:
- Lichaamstemperatuur moet stabiel zijn, tussen de 36.8 en 37.2 zijn (evt. met kruik);
- Voeding: Uw baby moet gedurende tenminste twee dagen de minimale hoeveelheid zelf kunnen drinken. Of als het met sonde-voeding naar huis mag, gaat U het geven van sondevoeding aanleren en wordt nagegaan of u het geven van sonde voeding beheerst;
- Uw baby is minimaal 36 weken, gerekend in zwangerschapsweken;
- Gewicht: Uw baby moet voldoende groeien en weegt meestal meer dan 2000 gram;
- U moet vertrouwen hebben in het ontslag. Wij adviseren u voor het ontslag gedurende 24 uur (in het ziekenhuis) voor uw baby te zorgen om nog beter aan elkaar te wennen (wanneer nodig);
- U hebt alle benodigdheden in huis om uw baby goede zorg en een veilige thuisbasis te kunnen bieden;
- Medisch: De monitorbewaking is gestopt nadat deze gedurende 48 uur geen bijzonderheden heeft laten zien.
Relevante klinische onderzoeken en afspraken zijn afgerond (bijvoorbeeld fysiotherapie, logopedie, oogarts, schedelecho).
Naar huisDe overgang van ziekenhuis naar huis
Houd er rekening mee dat de baby moet wennen aan zijn nieuwe omgeving. Dit is voor prematuur geboren baby's nog eens extra belangrijk. Licht, geluiden, geuren, het is allemaal anders dan uw baby gewend is. Zorg voor regelmaat in de dagelijkse activiteiten: slapen – ontwaken – voeden – even knuffelen – (en als uw baby wat ouder is, een poosje spelen in de box) – bij vermoeidheidssignalen weer naar bed. Herhaling geeft herkenning en voorspelbaarheid waardoor er een vertrouwd dagritme ontstaat. Zorg voor eenduidigheid. Laat de baby slapen in zijn eigen bedje op een rustige plek en niet in de box. Zorg ook ’s nachts voor een vaste slaapplaats.
Temperatuur
Voor de overgang van het ziekenhuis naar huis kunt u de verwarming aanzetten tot 20
0 C. Later kunt u de verwarming beter uit laten. Zorg er dan wel voor dat uw baby in een lekker warm bedje komt te liggen nadat hij verzorgd is. Bij koud weer kunt u een kruik in het bedje leggen voordat u uw baby ophaalt uit het ziekenhuis.
Controleer bij het uit bed halen of uw baby lekker warm is. De handjes en voetjes mogen wat kouder aanvoelen. Het nekje van uw kind geeft over het algemeen goed aan of uw kind het te koud of te warm heeft. Bij twijfel kunt u altijd temperaturen (de normale temperatuur van een pasgeborene is 36,8
0 C - 37,2
0 C). Pas eventueel de omgevingstemperatuur aan of doe een mutsje op. Als u de baby uit bed haalt, kleed hem dan goed aan en doe een omslagdoek om.
Naar buiten
De eerste dagen kunt u beter nog binnen blijven met uw baby. De overgang van het ziekenhuis naar huis is al groot genoeg. Houdt uw kind zich goed op temperatuur, dan kunt u na een aantal dagen voor het eerst naar buiten. Houd hierbij rekening met de weersomstandigheden. Bij koud weer kleedt u de baby goed warm aan. Vooral een muts is belangrijk. Bij warm weer is luchtige en ventilerende kleding prettig. Pas altijd op voor tocht.
Reizen
Tip: oefen voor het ontslag met het plaatsen van het autostoeltje. Langdurig zitten in een autostoeltje is voor baby's erg vermoeiend. Een baby mag maximaal 1,5 – 2 uur achtereen in een autostoeltje zitten.
Veilig slapen
Er wordt geadviseerd om baby's op de rug te laten slapen omdat buikligging een verhoogd risico op wiegendood geeft. Ook vanuit zijligging kan een baby al snel makkelijk doorrollen naar de buik. Leg uw baby dus altijd op de rug met het slapen!
Maak het bed zo op dat uw kind met de voetjes tegen het voeteneind ligt (“laag opmaken”), zodat uw baby niet onder de dekens terecht kan komen. Gebruik van een dekbed wordt afgeraden, dit kan te warm worden voor uw baby. Gebruik geen kussens, hoofdbeschermers of plastic zeil in het bed.
Laat uw baby niet bij u in bed slapen. In het folderrek op de afdeling Neonatologie kunt u de folder
'de 4 van veilig slapen' vinden met nog meer praktische tips.
Houding
Door het stimuleren van een goede houding bevordert u een goede en evenwichtige ontwikkeling tijdens de dagelijkse zorg. Dit kan door uw baby steeds “rond” vast te houden, houdingen af te wisselen en uw baby steeds om te rollen tijdens de verzorging.
Zorg ervoor dat de baby na iedere voeding met het hoofdje naar de andere zijde wordt gedraaid. U kunt een knuffel als geheugensteuntje gebruiken door deze aan de kant te leggen waar uw baby naartoe kijkt. Wees alert op het ontwikkelen van een voorkeurshouding. Lijkt uw kind toch een voorkeur te ontwikkelen, draai dan eventueel de wieg (baby's kijken vaak richting licht) of stimuleer de andere kant door middel van een interessant speeltje. Om de motorische ontwikkeling te stimuleren is het van belang om uw kind als het wakker is en als u er bij bent, wel op de zij en op de buik te draaien. Zo kan uw baby met de handjes leren spelen en op de buik leert het zijn hoofd goed op te richten.
Let op: dit mag alleen als u erbij bent.
Huilen
Huilen is het enige middel dat een baby heeft om te laten merken dat hij zich niet prettig voelt. Vooral in het begin kunt u misschien geen verschil horen in het huilen. Er kunnen verschillende redenen zijn waarom baby’s huilen: honger, vieze luier, zuigbehoefte, onrustige darmpjes, schrik, pijn of behoefte aan contact. Ga uw baby altijd troosten als het huilen echt doorzet. Voorkom in dat geval wel dat u de baby actief gaat vermaken. Veel baby's' huilen of mopperen ook even om zichzelf in slaap te helpen. Het is goed te weten dat iedere baby gemiddeld zo'n uur of twee per dag huilt. Bijna elke baby heeft een moment van de dag dat hij meer huilt dan op andere momenten. Hier is vaak geen oorzaak voor. Bekend is dat baby's na een ziekenhuisverblijf meer kunnen huilen dan andere baby's.
Als u het gevoel heeft dat uw baby veel huilt en moeilijk te troosten is, schroom dan niet hulp te zoeken. Dit kan bijvoorbeeld via het consultatiebureau. Langdurig huilen bemoeilijkt het ontspannen genieten en het wennen aan elkaar.
Het is belangrijk een structuur in het dagritme aan te brengen, die past bij uw baby en het gezin. Vaak zal daardoor het veelvuldig huilen minder worden. Een goede structuur kan het veelvuldig huilen vaak ook voorkomen. Een baby die veel huilt is vaak oververmoeid en overprikkeld. Oververmoeidheid heeft negatieve gevolgen voor het slapen, de communicatie, voedinginname en vertering.
Verzorging
Baden
Voor het baden zorgt u ervoor dat de omgevingstemperatuur lekker warm is. Leg alle benodigdheden voor het badje klaar, zodat u niet bij uw baby hoeft weg te lopen. Controleer de temperatuur van het bad met uw elleboog of met een badthermometer (37 graden), ook als u gebruik maakt van een thermostaatkraan. U wast de baby van boven naar onderen, het gezicht zonder zeep. Haren wassen is niet elke dag nodig. Ter voorkoming van “berg” moeten de haren goed uitgespoeld en geborsteld worden. Bij het afdrogen is het belangrijk om ook goed de huidplooien te drogen (hals, oksels, liezen). Hier ontstaan makkelijk smetplekken. Voor adviezen bij een droge huid: zie hieronder.
Elke dag in bad mag maar is niet nodig, kijk wat uw baby en u prettig vinden. 2- 3 x per week is ook prima.
Huid
Heeft uw kind een droge of ruwe huid, dan kunt u de huid invetten met vaselinecrème, vaseline lanette-crème of een andere basiscrème. In plaats van zeep kunt u zemelenbad aan het badwater toevoegen. Bij een droge huid kunt u beter uw kind niet elke dag in bad doen.
Luieruitslag/rode billen kunt u behandelen met bijvoorbeeld een laagje sudocrème, zinkolie, zinkzalf of bepanthen. Bij zuigelingen de billen altijd verschonen met luier doekjes. Wrijving dient hierbij te worden vermeden, omdat dit de huid kan beschadigen. Verwissel wat vaker de luier. Vermijd zoveel mogelijk huid-luier contact, gebruik daarom 1 maat grotere luier. Gewone luieruitslag is meestal met een paar dagen weer over. U kunt eventueel een ander merk luier proberen.
De ontlasting
Bij flesvoeding is 1 á 3 keer daags brijige tot korrelige ontlasting normaal. Bij borstvoeding is 7 keer daags tot 1 keer in de 7 dagen ontlasting normaal, de ontlasting kan ook zeer dun zijn. De kleur kan variëren van geel tot groen bruin. Wanneer uw baby moeite heeft met de ontlasting kan 10 ml. water extra in de fles helpen.
Navel
Houd de navel goed droog en schoon. Dep de navel na het badje of douche met een katoenen luier. Als de navel nog nat is, kunt u deze verzorgen met 1 druppel alcohol 70%. Als de navel droog is dan hoeft u er niets meer aan te doen.
Nagels
Met lange nagels kunnen baby's zichzelf gemakkelijk krabben; de nagels scheuren ook makkelijk in. De babynageltjes kunnen het beste worden afgescheurd en recht gevijld met een kartonnen vijl. Vanaf ongeveer zes weken kunnen de nagels geknipt worden met een knipper of nagelschaar voor kleine kinderen. Let erop dat de nagels niet te kort worden geknipt, dit kan namelijk een ontsteking van een nagelriem ten gevolg hebben.
Oren
De oren mogen alleen aan de buitenzijde en aan binnenkant van de oorschelp schoongemaakt worden met een in olie of water gedrenkt watje. Oorsmeer geeft natuurlijke bescherming aan het trommelvlies. Ook als er vrij veel oorsmeer te zien is mag dit gewoon blijven zitten.
Opmaken van de wieg of het ledikant
Verschonen
In principe is twee keer per week de lakens verschonen voldoende. Hoofdluier en molton worden in het begin dagelijks verschoond. Het bedje wordt laag opgemaakt zodat de baby niet onder de deken terecht kan komen.
Kruiken
Een kruik is erg heet. Om ongelukken te voorkomen dient u de kruik zorgvuldig klaar te maken en te gebruiken. Controleer de kruik altijd op lekkage alvorens hem in de wieg te leggen. Leg de kruik nooit direct naast uw baby, maar tussen de dekens. De opening van de kruik moet naar beneden wijzen. Het gebruik van kruiken kan gestopt worden als uw kind zichzelf goed op temperatuur houdt en goed groeit.
Voeding
Wij adviseren de voedingen zoveel mogelijk op vaste tijden te geven. Tenzij u besproken heeft met de verpleegkundige dat u bij borstvoeding kunt voeden op verzoek. Probeer ritme en regelmaat in te bouwen. Dit is prettig voor uzelf en voor uw baby. Voed niet langer dan 20 tot 30 minuten per voeding. Neem nog even de tijd om lekker samen te knuffelen en leg de baby weer terug in bed. Zo krijgt uw baby voldoende rust voor een volgende voeding.
Reinigen van flessen en (fop)spenen
Spoelt u de fles direct na de voeding om met koud water en reinig het daarna in de vaatwasser op minimaal 55 graden. U kunt de fles ook reinigen in een heet sopje met een flessenborstel. Na het reinigen dient de fles gedroogd te worden. Thuis hoeft de fles met speen niet uitgekookt te worden. De fles naar eigen inzicht vervangen, de speen 1 maal per 6 weken vervangen.
Flesvoeding klaarmaken
Ga uit van de gebruiksaanwijzing op het blik of pak voeding. Meestal geldt: 1 schepje poeder + 30 ml. water is 33 ml. voeding.
Dus 3 schepjes in 90 ml water = 100 ml. voeding. De voeding wordt bij voorkeur per fles en vlak voor gebruik klaargemaakt. U mag gewoon kraanwater (niet uit de geiser of boiler) gebruiken. Wanneer dit water wordt aangevoerd door loden leidingen, dient u gebruik te maken van bronwater. Maakt u hier gebruik van, dan moet dit wel gekookt worden als het pak eenmaal geopend is. Dit geldt eveneens voor kraanwater als u meerdere voedingen per keer klaarmaakt. Het water enkele seconden door laten koken is voldoende.
Borstvoeding
Het voert te ver om hier uitgebreid op het geven van borstvoeding in te gaan. Hebt u vragen, stel ze dan aan de verpleegkundige die voor uw baby zorgt. Met haar zult u ook overleggen hoe u de borstvoeding thuis het beste een vervolg kunt geven. Door voor ontslag gedurende 24 uur bij uw baby te blijven, kunt u onder begeleiding van de verpleegkundige kijken wat uw baby aankan me betrekking tot het zelf aan de borst drinken.
In het folderrek op de Neonatologie zijn ook diverse folders te vinden over borstvoeding en hoe je gekolfde moedermelk kunt bewaren.
Vitamine K en D
Als uw baby na de geboorte vitamine K via een injectie heeft gekregen hoeft u zowel bij het geven van borstvoeding als flesvoeding uw kind geen extra vitamine K te geven. Heeft Uw baby na de geboorte vitamine K via het infuus of in de mond gekregen dan moet u bij borstvoeding uw baby gedurende de eerste drie maanden dagelijks vitamine K geven. Een baby die voor de 35 weken zwangerschap is geboren gaat vanaf de 35e week nog 12 weken door. Vanaf dag 8 na de geboorte wordt er gestart met 150 mcg. Vit K druppels per dag. Hier wordt in het ziekenhuis mee gestart en voor ontslag krijgt u uitleg hoe u deze druppels moet geven. Geeft u naast de borstvoeding kunstvoeding bij, dan is geen extra vitamine K nodig als 500 ml van de voeding per dag uit kunstvoeding bestaat. Vanaf twee weken na de geboorte geeft u dagelijks 10 mcg vitamine D. Zowel bij fles als borstvoeding. Vitamine K en D zijn zonder recept verkrijgbaar bij de apotheek of drogist. U kunt het beste vitamine K en D op oliebasis gebruiken. Het Voedingscentrum adviseert om ook als borstvoeding-gevende moeder 10 mcg extra vitamine D in te nemen.
Koortslip: gevaarlijk!
Een koortslip is een herpesinfectie. Besmetting vindt plaats via vocht in de blaasjes. Door knuffelen en zoenen kan het overgebracht worden, maar ook via handcontact. Als alle blaasjes zijn ingedroogd, is er geen gevaar meer voor besmetting. Als u een koortslip heeft, vermijd dan het zoenen en knuffelen met uw baby. Uw baby kan namelijk erg ziek worden van een besmetting met het herpesvirus. Denk eraan om regelmatig handen te wassen, draag eventueel een mondkapje. Wees ook alert op (kraam)visite met een koortslip.
Kraamzorg
Het recht op kraamzorg en eventueel uitgestelde kraamzorg is bij elke zorgverzekeraar anders geregeld. Neem daarom zelf contact op met uw zorgverzekeraar of bel met het kraamcentrum.
Vragen na ontslag
Enkele dagen nadat u thuis bent neemt een verpleegkundige van de afdeling Neonatologie telefonisch contact met u op om te horen hoe het thuis gaat.
Na ontslag kunt u met medische vragen terecht bij:
- huisarts;
- arts van het consultatiebureau (Yunio, telefoon: 0900-9864);
- kinderarts.
Met zorgvragen kunt u terecht bij:
- het consultatiebureau (Yunio, telefoon: 0900-9864);
- de Kinderafdeling (vooral voor vragen rondom het ontslag van uw baby), T: 0543 54 44 98.
De meeste consultatiebureaus kennen een zogeheten “weeguurtje”. Het is een soort inloopspreekuur waarbij uw baby gewogen wordt en er tijd is voor vragen aan de wijkverpleegkundige. Informeer hiernaar bij het consultatiebureau.
Geheimhouding en recht op privacyAlle medewerkers van ons ziekenhuis hebben een geheimhoudingsplicht. Verder heeft uw kind recht op privacy. Uitgebreide informatie hierover kunt u vinden in de folder
De rechten en plichten van de patiënt. Deze is verkrijgbaar op de afdeling en bij de patiënteninformatie in de centrale hal. Daarnaast is deze folder te vinden op:
www.skbwinterswijk.nl