
U bent doorverwezen naar de neurochirurg in verband met uw (rug)klachten. Samen met de neurochirurg heeft u besloten om een operatie aan uw rug te ondergaan. U wordt door het secretariaat op een voorlopige operatiedatum ingepland.
Om u zo goed mogelijk voor te bereiden op de opname, de operatie en de periode daarna, ontvangt u deze informatiefolder. Op deze wijze willen wij u optimaal voorzien van informatie. Daarnaast is er een instructiefilm gemaakt over hoe u het beste kunt mobiliseren en draaien in bed na de operatie. Deze wordt getoond tijdens de opname. Daarnaast willen we u verwijzen naar een instructiefilm die te vinden is op
www.skbwinterswijk.nl/videofysio en die u te zien krijgt op een iPad tijdens de opname.
Lees de informatie op de volgende pagina’s vóór opname door. Het is goed u te realiseren dat de omstandigheden voor iedereen anders kunnen zijn. Het kan dus zijn dat er afgeweken wordt van wat u leest. Uw arts bespreekt uw persoonlijke situatie met u en eventueel met uw naasten. Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, stel deze dan aan de verpleegkundig specialist of uw behandelend arts. Gedurende uw behandeling krijgt u veel informatie. Achterin deze map is ruimte voor het maken van aantekeningen en het noteren van vragen.
Deze map is uw persoonlijk eigendom. Het is belangrijk dat u deze informatiemap gedurende alle bezoeken aan ons ziekenhuis meebrengt.
Is iets niet duidelijk, twijfelt u ergens over of heeft u vragen, dan kunt u bij de verpleegkundige specialist Neurologie terecht. Wanneer er zaken gebeuren die niet voldoen aan uw verwachtingen en die naar uw idee anders of beter kunnen, meld dit dan aan ons. Uw suggesties en opmerkingen bieden ons de mogelijkheid om de zorg beter af te stemmen op de wensen en behoeften van onze patiënten.
Belangrijke informatie Zorgverleners Wij werken samen met een neurochirurg van het Medisch Spectrum Twente (MST):
De neurochirurg wordt ondersteund door twee verpleegkundig specialisten:
- Anoek Forkink
- Renata Gierkink
Bezoektijden Voor bezoektijden in het SKB verwijzen we u naar de website van het SKB. Op de verpleegafdeling kan het voorkomen dat de verpleegkundige of een andere zorgverlener het bezoek vraagt om (tijdelijk) de kamer te verlaten voor het verrichten van een behandeling. Wilt u (als patiënt) de afdeling verlaten, overleg dan met de verpleegkundige.
Wat is een herniaDe wervelkolom bestaat uit 24 wervels, te weten:
- 7 halswervels
- 12 borstwervels
- 5 lendenwervels
Daaronder bevinden zich het heiligbeen en het staartbeen. Tussen de wervels liggen de tussenwervelschijven. Deze zijn onder andere van belang voor het bewegen van de wervelkolom en dient als een soort schokdemper. De tussenwervelschijf bestaat uit een weke kern (nucleus pulposus) en een stevige vezelige ring. Wanneer in de ring een zwakke plek ontstaat, kan de weke kern uitpuilen. We spreken dan van een hernia. Een uitstulping van de tussenwervelschijf wordt ook wel: Hernia Nucleus Pulposi genoemd, oftewel HNP.
De uitpuilende weke kern bij de lendenwervels geeft druk op een zenuw die naar de bil en het been loopt. Bij de druk op de zenuw kunnen de volgende verschijnselen ontstaan:
- Pijn in het been, meestal uitstralend vanuit de rug
- Een doof gevoel, prikkelingen of verlammingsverschijnselen van het been
- Toenemende, vaak schietende pijn in het been bij hoesten, niezen en persen
- Pijn in de rug en in het been bij het bewegen van de rug, vooral bij het bukken
- Een afwijkende houding, bijvoorbeeld scheefstand van de romp
- Problemen met het urineren
Bron: MST
Wat is een wervelkanaalstenose Een wervelkanaalstenose is een vernauwing van het wervelkanaal, meestal ter hoogte van de nek of de lendenwervels. Slijtage of degeneratie van de wervelkolom is een normaal proces dat bij iedereen in meerdere of mindere mate plaatsvindt. Sommige mensen hebben van nature een nauwer wervelkanaal dan anderen. Als reactie op de slijtage wordt het wervelbot dikker, vooral bij de gewrichten, waardoor het wervelkanaal nauwer wordt. Bovendien blijft er binnen het vernauwde wervelkanaal minder ruimte over voor de zenuwwortels. Daardoor kunnen er klachten ontstaan die lijken op een hernia. Echter bij een stenose is er meestal sprake van pijn in beide benen, vaak optredend of verergerend bij lopen en lang staan. Er kan ook een doof gevoel en/of krachtsvermindering ontstaan. Tijdens het lopen en staan heeft men over het algemeen een holle rug met als gevolg dat het wervelkanaal nauwer wordt. Als men voorover buigt of gaat zitten, wordt de lendenwervelkolom weer rechts of zelfs bol. Dan is er weer ruimte voor de zenuwwortel en neemt de pijn af.
 |  |
Behandeling van een hernia of stenose: operatieBij u heeft de basisbehandeling, die bestaat uit rust en fysiotherapie eventueel in combinatie met pijnstillers, niet voldoende geholpen om de klachten op te heffen. Een operatie kan dan een goed alternatief zijn.
Over de operatieDe operatie vindt onder volledige narcose plaats. Tijdens de ingreep ligt u in knie-elleboog houding (Salaam-houding). Met behulp van kort röntgenonderzoek wordt de plaats van hernia en/of stenose nauwkeurig vastgesteld. Zo kan de plek waar de huidsnede wordt gemaakt precies worden bepaald. Midden boven de wervelkolom wordt in de lengterichting een huidsnee gemaakt. Daaronder worden de spieren over korte afstand van de wervelbogen losgemaakt om het wervelkanaal tussen twee wervelbogen te kunnen openen. Daarna wordt er gebruik gemaakt van een microscoop om optimaal te kunnen zien.
Hernia operatieBij een hernia operatie wordt vervolgens de uitpuiling en beknelde zenuwwortel opgezocht. Via een opening in de tussenwervelschijf, wordt het uitpuilende deel en een deel van de tussenwervelschijf dat daaronder ligt zo goed mogelijk verwijderd. Soms wordt extra ruimte gemaakt voor de zenuwwortel door het wervelkanaal wat wijder te maken.
Stenose operatieBij een stenose operatie is de ruimte tussen de wervels vaak het meest vernauwd en hier moet dan ook een verwijding plaats vinden. Soms moeten botdelen, delen van gewrichten, banden en eventueel delen van de (verkalkte) tussenwervelschijf worden verwijderd. Het is belangrijk dat ook het gele ligament (bindweefselband) wordt uitgenomen om de duraalzak (koker van hersenvliezen) goed vrij te leggen. Wanneer er behalve de kanaalstenose ook een echte hernia in het spel is, kan deze in dezelfde operatie verwijderd worden.
Wonddrain Bij een klein deel van de operaties wordt voordat de wond wordt gesloten een drain (dun slangetje) achtergelaten. Deze heeft als doel om wondvocht weg te laten lopen en wordt de volgende dag door de verpleegkundige verwijderd.
Na de operatieDe klachten zijn na de operatie niet altijd meteen verdwenen. Het kan voorkomen dat u nog dezelfde pijn voelt, net als voor de operatie. Deze pijn neemt geleidelijk af. U wordt in uw rug geopereerd en daarom is de rug meestal ook pijnlijk, vooral bij lang in dezelfde houding zitten of staan, of bij het bewegen van de rug. Ook dit zal geleidelijk minder worden. Zoals bij elke operatie zijn ook aan deze operatie risico’s verbonden en complicaties mogelijk. De specialist bespreekt deze met u.
Mogelijke complicaties en risico’s- Vermindering van het bewegingsvermogen van de benen, verlammingsverschijnselen of storingen in de functie van de blaas en de sluitspier (caudasyndroom), zoals bij een dwarslaesie.
- Seksuele problemen zoals erectiestoornissen of een verminderd gevoel in het genitale gebied (< 1%).
- Af en toe komen beschadigingen aan het ruggenmergvlies voor, die kunnen leiden tot een open verbinding tussen het ruggenmergvocht en de huid (liquorfistel) met een her ingreep.
- Oppervlakkige of diepliggende ontstekingen (3-4%). Ze kunnen meestal met antibiotica behandeld worden, heel zeldzaam moet een tweede ingreep volgen.
- Op hetzelfde niveau kan weer een hernia optreden (1-3%).
- De klachten kunnen aanhouden (10-18%) of toenemen/veranderen (2%).
- Door de houding op de OK-tafel (knie-elleboog houding of buikligging) kunnen ondanks de zachte bekleding van de operatietafel door de druk beschadigingen van de huid ontstaan. Zenuwen van armen of benen kunnen eveneens beschadigd raken. Zeer sporadisch zijn deze beschadigingen blijvend van aard.
- Er kunnen zich bloedstolsels vormen (trombose), die een longembolie, herseninfarct of hartinfarct kunnen veroorzaken.
De periode voor opname Preoperatieve screeningVoorafgaand aan de operatie wordt u gezien voor een preoperatieve screening. Hiervoor krijgt u een oproep. Wij raden u aan om uw contactpersoon mee te nemen naar de preoperatieve screening. De informatie die u hier ontvangt, is ook belangrijk voor uw naasten. Daarnaast ontvangt u van het secretariaat contactgegevens van de verpleegkundig specialist neurologie. Zij is uw aanspreekpunt voor en na de operatie/opname. Als uw pijnklachten spontaan verbeteren of er is sprake van een verandering in uw klachten patroon, wilt u dit dan tijdig melden bij de verpleegkundig specialist. Er wordt dan gekeken of de geplande operatie door kan gaan. Dit wordt altijd overlegd met de neurochirurg.
U wordt voorafgaand aan uw operatie gezien door de anesthesist of anesthesiemedewerker. Hij/zij bespreekt met u de verdovingsprocedure/ narcose tijdens de operatie en kijkt naar uw algehele gezondheidstoestand. Meer informatie kunt u lezen in de folder: ‘Uw operatie en anesthesie’.
De apothekersassistente neemt uw eventuele medicatiegebruik met u door, zodat deze tijdens de opname door de verpleegkundigen verstrekt kunnen worden. Dit doet zij aan de hand van een actueel medicatie overzicht, dat zij van uw apotheek heeft ontvangen. De verpleegkundige houdt een opnamegesprek met u en geeft uitleg over de opname op de verpleegafdeling.
Voor het bezoek aan de anesthesist, apothekersassistente en verpleegkundige krijgt u een schriftelijke afspraak thuisgestuurd. De dinsdag voor opname in het SKB wordt u tussen 16.00 en 18.00 uur gebeld door de verpleegkundig specialist neurologie. Zij informeert of er veranderingen hebben plaatsgevonden in uw situatie na het laatste bezoek aan de neurochirurg. Ze beantwoordt mogelijke vragen die u nog heeft en kan, bij behoefte, de opname procedure nogmaals met u doornemen. Zij is ook uw aanspreekpunt na de operatie. Bent u ergens allergisch voor, geef dit dan duidelijk aan.
Oproep voor de operatieKrijgt u in de periode tussen het schriftelijke of telefonisch bericht en de opnamedatum gezondheidsproblemen, zoals een verkoudheid, griep of koortslip, neem dan contact op met het ziekenhuis en vraag naar de verpleegkundig specialist neurologie via telefoonnummer 0543 54 45 20.
De opnameperiode De opname Aangezien u een actief revalidatieprogramma gaat volgen, adviseren wij u comfortabele kleding te dragen. Ook is het van belang dat u
stevige schoenen meeneemt. We vragen u deze informatiefolder mee te nemen. Daarnaast neemt u de spullen mee die u nodig hebt voor de dagelijkse verzorging.
Nuchter beleid De anesthesist bespreekt met u vanaf welke tijd u nuchter moet blijven. Zie ook de folder: ‘
Uw operatie en anesthesie ’. De anesthesist heeft afspraken gemaakt over het innemen van uw eigen medicatie. Deze mag u met water innemen.
Op de afdeling wordt u ontvangen door de verpleegkundige. Zij zal u begeleiden naar uw kamer. U krijgt van de verpleegkundige operatiekleding. Alle sieraden moeten af en u mag geen nagellak op hebben. Ook moet u uw eventuele gebitsprothese uit doen, tenzij de anesthesist anders met u heeft afgesproken. Daarna krijgt u alvast pijnstillers zodat deze in kunnen werken en krijgt u eventueel een tablet waar u slaperig van wordt.
De eerste dagen na de operatie zult u minder mobiel zijn dan u gewend bent. Daarom krijgt u dagelijks tot aan ontslag een injectie ter voorkoming van trombose.
De operatieDe verpleegkundige brengt naar de voorbereidingskamer in het operatiecomplex. Nadat u een infuus hebt gekregen dient de anesthesist de narcose toe en wordt u op de operatietafel geplaatst. De operatie duurt ongeveer een half uur. Tijdens de operatie ligt u in knie-ellebooghouding op een speciale operatietafel. Aan deze houding tijdens de operatie kunt u tijdelijke spierpijn klachten overhouden.
De uitslaapkamer U wordt wakker op de uitslaapkamer. U kunt dan een slangetje in uw neus hebben, waardoor extra zuurstof wordt toegediend. Ook kunt u een wonddrain hebben om overtollig bloed en vocht af te voeren. Wanneer uw pijn acceptabel is en alle controles, zoals uw bloeddruk, pols, temperatuur en bewustzijn goed zijn, haalt de verpleegkundige u op.
Op de verpleegafdelingZodra u op de afdeling bent, belt u zelf of de verpleegkundige uw contactpersoon. De verpleegkundige controleert uw bloeddruk, pols, temperatuur, urineproductie, gevoel en kracht in beide benen, controle van de wond en de drain die eventueel is ingebracht. Het is belangrijk dat u bij uw verpleegkundige aangeeft wanneer u pijn hebt, misselijk bent en/of andere klachten opmerkt waarover u onzeker bent. Voelt u zich goed en bent u niet misselijk, dan krijgt u een broodmaaltijd.
De neurochirurg komt na het operatieprogramma bij u langs om te vertellen hoe de operatie bij u is verlopen. In het weekend wordt de nazorg door de dienstdoende neuroloog gewaarborgd.
Pijn Vooral in de eerste week na de operatie kunt u pijn ervaren: wondpijn, rugpijn en soms een krampende pijn en tintelingen in uw benen. Het is belangrijk dat u hiervoor de voorgeschreven pijnmedicatie inneemt. Tevens is dit wenselijk voor uw wondgenezing en om infecties te voorkomen. De verpleegkundige vraagt u een aantal keren per dag naar een ‘pijnscore’. U kunt aangeven op een schaal van 0 tot 10 hoe hevig de pijn is. Als uitgangspunt geldt hierbij: Score 0 = geen pijn en score 10 = ondraaglijke pijn
Tussen de 0 en de 3 gaan we er vanuit dat uw pijn acceptabel is. Geeft u een cijfer van 4 of hoger, dan is uw pijn niet acceptabel en zal de verpleging u extra pijnmedicatie toedienen. Het effect van de pijnstilling is op deze manier goed vast te stellen. U kunt deze methode als hulpmiddel gebruiken om aan te geven of de pijn minder, erger of gelijk gebleven is.
Geen pijn >> matige pijn >> ondraaglijke pijn
Lighouding in bedDe fysiotherapeut zal u pre of postoperatief uitleg geven over de houding in bed:
- wissel uw houding in bed af met zijligging links en rechts en rugligging
- draaien als een boomstam (heup en schouders tegelijk). De verpleegkundige zal u hier de eerste keer mee helpen
- op aangeven van de neurochirurg mag de hoofdsteun van het bed in rugligging tot 30 graden omhoog, de verpleegkundige kan u hierbij helpen
Uit bed gaan Bij het uit bed gaan draait u eerst op uw zij. Vervolgens verplaatst u uw benen uit bed, waarna u zich met uw handen / armen van de matras opduwt tot zit. U mag op de operatiedag alleen uit bed voor de toiletgang vier uur na de operatie; de verpleegkundige zal u hiermee helpen.
Fysiotherapie Van de fysiotherapeut krijgt u informatie over het bewegen en een goede houding. Verder krijgt u adviezen over de activiteiten in het dagelijks leven. De fysiotherapeut besteedt onder meer aandacht aan:
- zitten en hoe lang u dit mag
- bewegen van de lange rug in onbelaste situaties
- het leren stabiel houden van de lage rug en het bekken tijdens het bewegen in belaste situaties
- oefeningen gericht op activiteiten van het dagelijks leven.
Voor verdere informatie met betrekking tot de adviezen na een HNP- of kanaalstenose operatie verwijzen we u naar de bijlagen.
Oefeningen In de periode na de operatie kunt u onderstaande oefeningen thuis blijven uitvoeren. Herhaal elke oefening 10 keer. Oefen liever meerdere keren korte tijd, dan eenmaal langdurig. Er mag geen pijn of uitstraling in het been ontstaan. Oefen rustig, let goed op uw ademhaling (adem rustig door).
- Begin met rustig oefenen. In een later stadium intensiever.
- Herhaal elke oefening 10 keer, minstens 4 à 6 keer per dag.
- Het is beter om vaker een korte tijd te oefenen, dan 1 maal langdurig.
- Probeer goed door te ademen tijdens het oefenen.
- Bij uitstralende pijn naar het been, direct stoppen.
- Liggen, lopen en oefenen is goed voor uw rug. Wissel dit steeds af.
- Zitten is zwaarder voor uw rug. Begin met 5 minuten en breidt dit steeds meer uit.
- Draag goed schoeisel, bijvoorbeeld stevige wandelschoenen of sportschoenen.
Informatie oefeningen:
1. Ga liggen op uw rug met gestrekte benen. Beweeg afwisselend uw voeten op (optrekken) en neer (wegduwen).
2. Liggend op uw rug buigt u uw knie waarbij uw voet over het matras heen schuift
3. Liggend op uw rug met de benen gebogen en de voeten op de matras: Beweeg beide knieën van links naar rechts, waarbij uw schouders en voeten op het matras blijven
4. Liggend op uw rug met de benen gebogen, de voeten op het matras en de armen langs het lichaam. Til vervolgens uw bekken omhoog, zodat een ‘bruggetje’ ontstaat.
Voor het verschil in oefeningen bij een stenose en HNP operatie verwijzen we naar de instructiefilm:
5. Staand achter uw bed: beweeg uw been zijwaarts; wissel links en rechts af.
6. Staand achter uw bed, maak een lichte kniebuiging
7. Staand achter uw bed, op de tenen staan.
Ontslag uit het ziekenhuis Als alles naar wens verloopt, kunt u de dag na operatie in de loop van de middag naar huis.
- De woensdag nadat u uit het ziekenhuis wordt ontslagen, belt de verpleegkundig specialist u. De verpleegkundig specialist neemt een aantal vragen met u door over uw herstel. Wij vragen u om die dag bereikbaar te zijn op het telefoonnummer dat u aan ons heeft doorgegeven tussen 16.00 en 18.00 uur.
- De afdelingsverpleegkundige zal u informeren over het type hechtingen dat u hebt gekregen. Dit kunnen oplosbare of gewone hechtingen zijn. Mocht u gewone hechtingen hebben gekregen, dan kunnen deze door de huisarts worden verwijderd op vrijdag, dag 7 na de operatie. Hier moet u zelf een afspraak voor maken. Mocht dit bij de huisarts niet kunnen, dan kunt u dit doorgeven aan de verpleegkundig specialist tijdens de belafspraak.
- U krijgt bij de neurochirurg een controle afspraak voor 6 weken na ontslag.
- U krijgt een verwijzing voor de fysiotherapie mee. Wanneer u mag starten met fysiotherapie staat aangegeven in de bijlage.
Herstel thuis Na ontslag uit het ziekenhuis gaat het verdere herstelproces en de revalidatie thuis door. Van tevoren is moeilijk te zeggen hoe dit proces verloopt. Dit verschilt van persoon tot persoon. Met anderen praten over de operatie kan prettig zijn. Bedenk daarbij wel dat het herstel bij iedereen weer anders verloopt. Mocht u naar aanleiding van dit hoofdstuk nog vragen hebben, kunt u die voor uw ontslag uit het ziekenhuis bespreken met de neurochirurg, de verpleegkundige of de fysiotherapeut. Vragen die u thuis heeft, kunt u bespreken met uw huisarts, verpleegkundig specialist, fysiotherapeut of met de neurochirurg op de polikliniek.
Normale verschijnselen na de operatie De eerste tijd na de operatie kan uw rug en het gebied rondom de operatiewond dik, warm en soms pijnlijk aanvoelen. Dit kan veroorzaakt worden door de onderhuidse hechtingen, wondvocht of een bloeduitstorting ter plaatse van het operatiegebied. Ook is het mogelijk dat de beenpijn niet meteen na de operatie is verdwenen. Deze pijn wordt meestal veroorzaakt door irritatie van de zenuw.
In 80-90% van de gevallen verdwijnen na de operatie de klachten van pijn in het been. Veelal gebeurt dit spoedig. Het is echter niet verontrustend als deze klachten langer blijven bestaan. Het herstel van het krachtsverlies en / of de gevoelsstoornissen duurt vaak langer, soms een aantal weken tot maanden. Deze klachten kunnen ook van blijvende aard zijn.
In de herstelperiode is het belangrijk om (pijn)signalen van uw lichaam serieus te nemen, wanneer u teveel doet, krijgt u klachten! Indien u na een activiteit een felle, scherpe, uitstralende pijn vanuit uw rug naar uw been voelt, betekent dit dat u te veel heeft gedaan en dat u uw activiteit moet aanpassen of stoppen. Wanneer u een stapje terug doet, verdwijnt de pijn in principe weer. Uw lichamelijke conditie, leeftijd en eerdere operaties aan uw wervelkolom zijn uiteraard van invloed op uw herstel.
Wanneer belt u de arts?In de volgende gevallen neemt u contact op met de polikliniek Neurologie, tel. 0543 54 45 20. Vraag naar de verpleegkundig specialist. Dit kan van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 16.30 uur. Daarbuiten belt u met de Huisartsenpost, tel. 085 079 1112.
Neem contact op als:
- De wond open gaat.
- Er pus of een grote hoeveelheid vocht uit de wond komt.
- De wond rood, hard, warm, dikker wordt of pijnlijk gaat kloppen.
- U onhoudbare pijn in rug of been krijgt.
- Er een toenemend krachtsverlies of gevoelsstoornis aan één of beide benen ontstaat.
- U niet meer kunt plassen of ongewild urine of ontlasting verliest.
- U koorts krijgt boven de 38.5°.
- U de situatie niet vertrouwt.
Wondverzorging- Tijdens de operatie is uw wond gehecht. Hierover worden hechtstrips geplakt en vervolgens afgedekt met een pleister. De pleister mag 48 uur na de operatie worden verwijderd. Als de wond droog is hoeft er niet een nieuwe pleister geplakt te worden. De hechtstrips verwijdert u na 10 dagen. De hechtingen zijn in de meeste gevallen oplosbaar. Als dit niet het geval is hoort u dit van de verpleegkundige op de afdeling bij ontslag. De wond geneest voor het grootste deel binnen 2 weken. De volledige wondgenezing duurt echter 6 weken.
- Roken heeft een negatief effect op de wondgenezing, waardoor de kans op een compilatie zoals een infectie groter is. Ook het herstel na de optatie duurt langer als u rookt. Wij adviseren u om minimaal 8 weken te stoppen met het roken; tenminste 4 weken vóór operatie tot minstens 4 weken ná operatie.
Adviezen voor thuis Hieronder volgen adviezen die belangrijk voor u zijn tijdens de herstelperiode.
Algemeen Uw rug kan in de eerste weken na de operatie nog pijnlijk zijn. Met name bij lang in één houding zitten, bij lang staan of bij bewegen van de rug. Ook is het normaal dat na lang liggen in dezelfde houding, uw rug stijf aanvoelt. Na enkele weken tot maanden zijn deze klachten verdwenen, vroegere rugklachten hoeven echter niet volledig te verdwijnen. Het totale herstel duurt ongeveer drie maanden. In de eerste zes weken vindt het grootste herstel plaats, dit is dan ook de meest kwetsbare periode voor uw rug. In de herstelperiode is het belangrijk om signalen van uw lichaam serieus te nemen. Pijn in uw rug is een goede graadmeter om te voelen wat u wel kunt en wanneer u te veel vraagt van uw lichaam.
Zorg voor een goed evenwicht tussen wat u van uw lichaam vraagt (belasting) en wat uw lichaam aan kan (belastbaarheid). Is de belasting te hoog, dan kan dit klachten tot gevolg hebben. Als u de belasting geleidelijk opbouwt, neemt ook uw belastbaarheid geleidelijk toe. Als u een keer teveel doet, kunt u klachten krijgen. Pas dan uw belasting aan en probeer het over een paar dagen nog een keer. Door op deze manier uw activiteiten op te bouwen, went u uw lichaam weer geleidelijk aan uw normale dagelijkse activiteiten. Wissel activiteiten, zoals lopen, liggen en zitten regelmatig af. Voer uw algemene conditie geleidelijk op door regelmatig te wandelen, draag hierbij goede stevige schoenen. Als u oefeningen doet, let dan goed op uw ademhaling, adem rustig door. Wordt een oefening pijnlijk, stop dan met deze oefening.
Liggen Af en toe rusten (liggen) werkt ontspannend voor uw rug. Wissel rust en activiteit regelmatig af, bouw het rusten op geleide van uw klachten af. Zorg voor een goed matras, die uw lichaam over de hele lengte steun geeft. Gebruik een kussen dat niet te dik is, alleen hoofd en nek moeten worden gesteund door het kussen. Als u op uw rug ligt, kunt u uw knieën eventueel ondersteunen met een dik kussen. Ga in en uit bed op de manier die u in het ziekenhuis geleerd is.
Zitten Zitten is belastend voor uw rug. Een goede zithouding is belangrijk, houd daarom uw rug iets hol en gebruik eventueel een klein kussentje in het holle deel van uw onderrug. Een goede stoel heeft een hoge rugleuning, die licht achterover helt. De zithoogte moet zodanig zijn, dat uw voeten plat op de grond staan. Een tuinstoel met een verstelbare rugleuning voldoet meestal goed. In het begin is het beter meerdere keren korte tijd te zitten, in plaats van in één keer een uur. Bouw de tijd die u zit geleidelijk op en volg daarbij de richtlijnen (zie bijlage), sta wel regelmatig op om te bewegen/lopen.
Douchen/baden Douchen mag op de maandag na de operatie. De wond mag hierbij nat worden. Baden mag na twee weken (maximaal 30 minuten) en een saunabezoek mag na vier weken.
Wondzorg Als u hechtpleisters op de wond heeft gaan deze over het algemeen loszitten tijdens het douchen. Als deze pleisters na een week nog op uw rug zitten, dan mag u ze voorzichtig verwijderen. Als de wond droog is, hoeft u er geen pleister meer op te plakken. Als u de hechtingen moet laten verwijderen wordt dit bij ontslag naar huis gemeld. Zo niet, dan zijn ze oplosbaar.
Autorijden en fietsen U kunt de eerste weken als passagier mee in de auto, maar probeer dit zoveel mogelijk te beperken. Ga op de volgende manier in de auto zitten: steun zoveel mogelijk op uw armen en ga recht naar achteren zitten. U zit dan zijwaarts op de autostoel, met uw benen buitenboord. Draai daarna uw romp en benen naar binnen. Leg vooraf eventueel een plastic zak op de zitting om het draaien gemakkelijker te maken, haal deze weg tijdens het rijden. Wanneer u zelfstandig weer mag autorijden en fietsen verwijzen we u naar de richtlijnen in de bijlage.
Tillen Beperk in de eerste zes weken tillen, zowel wat betreft gewicht als het aantal keren. Daarna kunt u het gewicht geleidelijk verhogen en wat vaker tillen. Pak in het begin alleen iets op met steun van bijvoorbeeld een tafel of stevige stoel. Doe dit vanuit de benen: zak door de knieën met een gestrekte rug, ook bij lichte voorwerpen van 1 tot 2 kilo. Let op dat u daarbij niet naar voren, zijwaarts of naar achteren reikt. Houd het voorwerp op buikhoogte en zo dicht mogelijk tegen u aan. Een voorwerp ver van uw lichaam oppakken, is belastend voor uw rug. Algemene adviezen bij tillen en bukken:
- til rustig;
- til met twee handen;
- til zo dicht mogelijk bij uw lichaam;
- til niet boven schouderhoogte;
- vermijd een maximaal voorovergebogen houding van uw romp en vermijd draaien en zijwaarts buigen van uw romp tijdens het tillen.
Huishoudelijke activiteiten U mag de eerste vier tot zes weken geen belastende huishoudelijke activiteiten uitvoeren, zoals stofzuigen, bedden opmaken, dweilen en ramen lappen. Lichte huishoudelijke activiteiten, zoals stoffen en afwassen, kunnen geleidelijk worden hervat. Let op uw houding en de reactie van uw rug, sta niet te lang in dezelfde houding. Bij werkzaamheden die u zittend verricht, is het verstandig om na 20 tot 30 minuten even rond te lopen.
Zwemmen Bent u gewend om te gaan zwemmen, dan vindt u in de bijlage meer informatie over wanneer u daar weer mee kunt starten. Hoe dan ook moet eerst de wond dicht zijn. Bouw het geleidelijk op, let op de reactie van uw rug en pas de inspanning hierop aan. Rugzwemmen is over het algemeen minder belastend dan schoolslag. Borstcrawl, vlinderslag en duiken worden gedurende de eerste zes weken afgeraden.
Werkhervatting Wanneer u weer aan het werk kunt, hangt sterk af van het soort werk dat u doet. Tot eerste telefonisch of poliklinische afspraak, 6-8 weken na ontslag, adviseren wij in ieder geval nog niet te werken.
Sporten Voordat u weer gaat sporten is het belangrijk dat uw basisconditie voldoende op peil is en u uw dagelijkse activiteiten weer zonder problemen kunt uitvoeren. Dit is natuurlijk ook afhankelijk van de soort sport die u beoefent. Ook hier geldt, dat u het sporten geleidelijk aan moet opbouwen en dat u steeds goed op de reactie van uw rug moet letten. Wees voorzichtig met contactsporten zoals voetbal en judo.
Seksualiteit Seks hoeft niet vermeden te worden. Vermijd houdingen die niet prettig aanvoelen.
Fysiotherapie Na ontslag mag u gaan starten met de oefeningen in de aangegeven week zoals vermeld staat in bijlage I. Na 5 tot 7 weken (afhankelijk van de operatie) begint u met fysiotherapie. Onze voorkeur gaat uit naar een fysiotherapeut die aangesloten is bij het Rugnetwerk Twente/Achterhoek. Een lijst met deelnemende praktijken kunt u vinden op:
www.rugnetwerktwente.nl of
rugnetwerktwente.nl/therapeuten-rugnetwerk-de-achterhoek/.
Tenslotte Neem de tijd voor uw herstel en probeer zo bewust mogelijk om te gaan met uw houding en beweging. Uw lichaam en rug zijn immers belangrijk.
ToestemmingU hebt recht op juiste en volledige informatie. Pas als u voldoende inzicht heeft, kunt u weloverwogen toestemming geven voor een bepaalde behandeling of een bepaald onderzoek. Als u iets niet helemaal duidelijk is, vraagt u de verpleegkundig specialist dan om nadere uitleg.
Patiëntenverenigingen Er bestaat een patiëntenvereniging die voor u van belang kan zijn: de Nederlandse Vereniging van Rugpatiënten (N.V.V.R) ‘De Wervelkolom’. Zo kunt u bijvoorbeeld behoefte hebben aan een gesprek met een lotgenoot over uw beleving en ervaringen. Dit kan een steun zijn bij de verwerking van deze ingrijpende gebeurtenis. Daarnaast heeft u wellicht het advies gekregen om meer te gaan bewegen of sporten. De patiëntenverenigingen richten hun activiteiten speciaal op deze vormen van nazorg. Natuurlijk is ook uw partner bij al deze activiteiten van harte welkom. Ook biedt de N.V.V.R. u de gelegenheid om de inloopspreekuren te bezoeken waar u kunt praten met ervaringsdeskundigen van de Nederlandse Vereniging van Rugpatiënten "de Wervelkolom". Meer informatie vindt u op de website: www.nvvr.nl.
Bijlage I
Activiteiten na Kanaalstenose operatieDeze bijlage geeft aan wanneer u welke activiteit weer mag oppakken en de tijdsduur van deze activiteiten. Tevens is aangegeven wat u nog niet mag doen.
Bij twijfel of vragen, neemt u contact op met uw fysiotherapeut.U mag starten met fysiotherapie
in week 5 na de operatie. Indien u nog geen contact hebt met een fysiotherapeut (de eerste weken) kunt u contact opnemen met de verpleegkundig specialist (via polikliniek Neurologie, T 0543 54 45 20).
Enige tijd na de operatie is de mogelijkheid aanwezig dat er pijn in de rug of het been wordt gevoeld. Daarnaast kan de zenuw in het betrokken gebied wat geïrriteerd zijn door de operatie, dit kan wat dove gevoelens of tintelingen veroorzaken. Deze gevoelens verdwijnen in de loop van de weken. Tevens kan de wond klachten geven, ook dit verdwijnt in verloop van de weken. De eerste zes weken mag de rug niet te zwaar worden belast. De wond moet de tijd hebben om te herstellen.
Week 1 en 2 na de operatie:ActiviteitenZitten: maximaal 10 minuten per keer, elke drie dagen 5 minuten opbouwen.
Lopen: maximaal 10 minuten per keer, elke twee dagen 5 minuten opbouwen.
Wissel activiteiten af met voldoende rustmomenten. Rust elk dagdeel minstens een uur in bed. Liggen op de rug of op de zij is toegestaan, liggen op de buik niet.
Niet doen:- Bewegingen: ver voorover buigen, draaibewegingen (schouders t.o.v. bekken)
- Autorijden en fietsen (ook hometrainer)
- Huishoudelijke taken: stofzuigen, de was doen, strijken, bedden opmaken.
- Sporten
- Werken, zowel bureauwerk als zwaar lichamelijk werk zoals tillen en bukken.
Week 3 en 4 na de operatie:ActiviteitenZitten: maximaal 35 minuten per keer, elke drie dagen 10 minuten opbouwen.
Lopen: maximaal 50 minuten per keer, elke twee dagen 10 minuten opbouwen.
Wissel activiteiten af met voldoende rustmomenten. Rust elk dagdeel minstens een half uur in bed. Liggen op de rug of op de zij is toegestaan, liggen op de buik niet.
Niet doen:- Bewegingen: ver voorover buigen, draaibewegingen (schouders t.o.v. bekken)
- Huishoudelijke taken: stofzuigen, de was doen, strijken, bedden opmaken.
- Hometrainer en fietsen buiten
- Sporten
- Werken, zowel bureau werk als zwaar lichamelijk werk zoals tillen en bukken.
Week 5 en 6 na de operatie:ActiviteitenHometrainer: maximaal 15 minuten per keer, elke drie dagen opbouwen met 5 minuten.
Geen maximale tijdsduur aan lopen en zitten. Wissel activiteiten voldoende met elkaar af, neem ook geregeld een rustmomentje.
Zwemmen mag opgepakt worden (zowel op de rug als op de buik).
Niet doen:- Bewegingen: ver voorover buigen, draaibewegingen (schouders t.o.v. bekken)
- Fietsen buiten.
- Sporten (behalve zwemmen)
- Werken, zowel bureau werk als zwaar lichamelijk werk zoals tillen en bukken.
Tot eerste telefonisch of poliklinische afspraak, 6-8 weken na ontslag, adviseren wij in ieder geval nog niet te werken.
Autorijden mag na 7 weken.
Bijlage II Activiteiten na HNP operatieDeze bijlage geeft aan wanneer u welke activiteit weer mag oppakken en de tijdsduur van deze activiteiten. Ook is aangegeven wat u nog niet mag doen.
Bij twijfel of vragen, neemt u contact op met uw fysiotherapeut.
U mag starten met fysiotherapie
in week 7 na de operatie. Als u nog geen contact heeft met een fysiotherapeut (de eerste weken) kunt u contact opnemen met de verpleegkundig specialist (via polikliniek Neurologie, tel. 0543 54 45 20). Het is mogelijk dat u de eerste weken na de operatie napijn heeft in uw rug of been. Dit is normaal, de wond en de zenuw hebben tijd nodig om te herstellen.
Week 1 t/m 3 na de operatie:Activiteiten:Zitten: maximaal 10 minuten per keer, elke drie dagen 5 minuten opbouwen.
Lopen: maximaal 10 minuten per keer, elke twee dagen 5 minuten opbouwen.
Wissel activiteiten af met voldoende rustmomenten. Rust elk dagdeel minstens een uur in bed. Liggen op de rug of op de zij is toegestaan, liggen op de buik niet.
Niet doen:- Bewegingen: ver voorover buigen, draaibewegingen (schouders t.o.v. bekken) of slapen op de buik;
- Autorijden en fietsen; Sporten;
- Huishoudelijke taken: stofzuigen, de was doen, strijken, bedden opmaken;
- Werken, zowel bureauwerk als zwaar lichamelijk werk zoals tillen en bukken.
Week 4 t/m 6 na de operatie:ActiviteitenZitten: maximaal 45 minuten per keer, elke drie dagen 10 minuten opbouwen.
Lopen: maximaal 50 minuten per keer, elke twee dagen 10 minuten opbouwen.
Wissel activiteiten af met voldoende rustmomenten. Rust elk dagdeel minstens een half uur in bed. Liggen op de rug of op de zij is toegestaan, liggen op de buik niet
Niet doen:- Bewegingen: ver voorover buigen, draaibewegingen (schouders t.o.v. bekken) of slapen op de buik;
- Autorijden en fietsen (ook niet op de hometrainer); Sporten;
- Huishoudelijke taken: stofzuigen, de was doen, strijken, bedden opmaken;
- Werken, zowel bureauwerk als zwaar lichamelijk werk zoals tillen en bukken.
Week 7 t/m 12 na de operatie:ActiviteitenGeen maximale tijdsduur aan lopen en zitten. Wissel activiteiten voldoende met elkaar af, neem ook geregeld een rustmomentje.
Hometrainer: maximaal 15 minuten per keer, elke drie dagen opbouwen met 5 minuten. Wissel activiteiten voldoende met elkaar af, neem ook geregeld een rustmomentje. Autorijden is weer toegestaan.
Niet doen:- Bewegingen: ver voorover buigen, draaibewegingen (schouders t.o.v. bekken) of slapen op de buik;
- Huishoudelijke taken: stofzuigen, de was doen, strijken, bedden opmaken;
- Werken, zowel bureauwerk als zwaar lichamelijk werk zoals tillen en bukken.
In overleg met uw fysiotherapeut en/of bedrijfsarts wordt er gekeken wanneer u uw werk, sport en het fietsen weer kan oppakken.
Ruimte voor eigen aantekeningen________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________