Deze folder geeft u een overzicht van de afwijking en behandeling van de niet in de balzak ingedaalde zaadbal. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan beschreven. Bij deze folder ontvangt u tevens de folder: ‘Dagopname op de kinderafdeling’.
Wat is er aan de hand?
De zaadbal bevindt zich niet in de balzak en kan daar ook niet door uitwendige massage in worden gebracht. Deze situatie is ongewenst omdat daardoor de normale ontwikkeling van de zaadbal wordt bedreigd en daarmee de productie van zaadcellen en mannelijke geslachtshormonen. Van alle geboren jongens hebben er vier à zeven per duizend één of twee niet ingedaalde zaadballen.
Hoe ontstaat dit?
Tijdens de zwangerschap ontstaat al in een vroeg stadium in het liesgebied van de foetus een uitstulping van het buikvlies via de buikwand (het lieskanaal). Bij jongetjes zullen hierlangs in een latere fase de zaadbal en de zaadstreng vanuit de buik indalen naar de balzak. Deze indaling kan op verschillende niveaus stagneren. De (eventuele) behandeling is afhankelijk van de mate waarin de zaadbal is ingedaald. Onderscheiden kunnen worden:
- Retractiele testis: hierbij is de zaadbal in feite normaal ingedaald in de balzak maar wordt door spierwerking eruit getrokken tot hoog in het lieskanaal. De zaadbal is wel in de balzak te masseren en blijft daar dan ook spontaan liggen totdat de spieren zich weer aanspannen.
- Retentio testis: Hierbij ligt de zaadbal wel ergens in het normale indalingstraject, maar kan meestal niet in de balzak gemasseerd worden. Soms lukt het wel maar de zaadbal blijft nooit spontaan in de balzak liggen
- Ectopische testis: Hierbij is de zaadbal ook nog buiten het normale indalingstraject gelegen.
- Cryptorchisme: Hierbij is de zaadbal helemaal niet te ontdekken.
De retractiele testis behoeft geen behandeling. Bij de retentio testis en de ectopische testis is een operatie de enige behandeling. Bij cryptorchisme moet eerst nader onderzoek plaatsvinden. Komt het eenzijdig voor, dan wordt met een kijkoperatie (laparoscopie) gekeken of de zaadbal aanwezig is en zo ja, waar die niet ingedaalde zaadbal ligt. Komt het beiderzijds voor, dan is nader onderzoek (hormoononderzoek) aangewezen of er wel een zaadbal aanwezig is.
De operatie
Voor alle informatie rondom de opname en de operatie verwijzen wij u naar de folder: ‘Dagopname op de kinderafdeling’, die u meegekregen hebt.
Algemene adviezen voor thuis- ’s Avonds na operatie een lichte maaltijd aanbieden in verband met mogelijke misselijkheid na de narcose. Bijvoorbeeld: thee, beschuit, pap, etc. Geen koolzuurhoudende dranken.
- Dag van operatie thuis rustig aandoen.
- 1e dag na de operatie mag uw kind weer gewoon zijn gang gaan.
- 1e dag na de operatie mag de eventuele pleister verwijderd worden, er hoeft geen nieuwe op.
- Uw kind mag gewoon douchen of in bad. Wond daarna voorzichtig droog deppen.
- Eventuele luiers vaker verwisselen.
- Ter voorkoming van pijn: de pijnstilling volgens recept geven.
- Eerste 2 weken niet sporten, gymnastieken, zwemmen en fietsen.
- Uw kind mag de eerste week na de operatie niet in de zandbak spelen.
- Wanneer er niets bijzonders is, mag uw kind 2 dagen na de operatie weer naar school.
VragenBij vragen over uw behandeling kunt u zich contact opnemen met de polikliniek Urologie. Wij zijn van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 16.30 uur bereikbaar op telefoonnummer: 0543 54 46 30. Wanneer zich thuis binnen 24 uur na de behandeling problemen voordoen, dan kunt u contact opnemen de afdeling Spoedeisende Hulp. Na de eerste 24 uur kunt u contact opnemen met de polikliniek Urologie of met de huisarts. Bent u van mening dat bepaalde informatie ontbreekt of onduidelijk is, dan vernemen wij dat graag van u.
Toestemming voor een behandeling door kind en/of oudersVolgens de WGBO (Wet Geneeskundige Behandelovereenkomst) mag een behandeling alleen worden uitgevoerd als daar toestemming voor is gegeven door kind en/of ouders. Wie deze toestemming geeft is afhankelijk van de leeftijd van het kind.
Om toestemming te kunnen geven moet een kind of jongere en zijn/haar ouders de informatie van de behandelaar krijgen. Deze bespreekt in begrijpelijke taal:
- het doel en de aard van het onderzoek of behandeling;
- de te verwachten resultaten;
- de mogelijke risico’s;
- eventueel alternatieve behandelingen.
Kinderen jonger dan twaalf jaar- aan jou èn aan je ouders moet worden verteld wat er aan de hand is en wat er aan kan worden gedaan;
- het zijn je ouders die toestemming moeten geven voor een onderzoek of behandeling.
Meer over toestemming en informerenNaast rechten, heb je als patiënt ook plichten. Je moet de zorgverlener altijd voldoende informeren, zodat deze een goede diagnose kan stellen. Meer informatie over deze rechten en plichten voor ouders, patiënten en hulpverleners vindt u op:
En in de folder ‘De rechten en plichten van de patiënt’, verkrijgbaar op de afdeling en bij Patiënteninformatie in de centrale hal.
Geheimhouding en recht op privacyAlle medewerkers van ons ziekenhuis hebben een geheimhoudingsplicht. Verder heeft uw kind recht op privacy. Uitgebreide informatie hierover kunt u vinden in de folder ‘De rechten en plichten van de patiënt’. Deze is verkrijgbaar op de afdeling en bij de patiënteninformatie in de centrale hal. Daarnaast is deze folder te vinden op:
www.skbwinterswijk.nl