U wordt met uw kind op …………...... verwacht bij de kinderafdeling (route 6.4). Het exacte tijdstip, wordt in de week voor de ingreep telefonisch aan u doorgegeven. Er mag één ouder/verzorger mee.
U hebt in overleg met de Keel-, Neus-, Oorarts (de KNO-arts) besloten om bij uw kind trommelvliesbuisjes te laten plaatsen. In deze folder vindt u informatie over buisjes en de manier waarop u en uw kind zich kunnen voorbereiden op de operatie.
Vocht achter het trommelvliesVocht achter het trommelvlies, in het middenoor, zorgt ervoor dat geluid niet goed opgevangen en doorgegeven kan worden aan het slakkenhuis. Uw kind kan hierdoor minder goed horen. Dit vocht kan geïnfecteerd raken en oorpijn veroorzaken. Een trommelvliesbuisje kan dit voorkomen.
TrommelvliesbuisjesTrommelvliesbuisjes zijn hele kleine buisjes die in de trommelvliezen geplaatst worden. Door de opening in het trommelvliesbuisje kan er lucht in het middenoor komen, zodat het ontstaan van vocht wordt afgeremd. De trommelvliesbuisjes worden bij kinderen onder een kortdurende narcose ingebracht. Eerst wordt er een klein sneetje in het trommelvlies gemaakt en het vocht zoveel mogelijk uit het middenoor weggezogen. Daarna wordt een trommelvliesbuisje in het trommelvlies geplaatst. Na het plaatsen kan er enige tijd afscheiding (vocht) uit het oor komen. Dat is normaal na de ingreep.
Voor- en nadelen van buisjes / mogelijke complicatiesHet grote voordeel van een buisje is dat het middenoor beter wordt belucht. Hierdoor verbetert het gehoor en nemen het aantal en de ernst van de oorinfecties af. Nadelen zijn er echter ook. Oorinfecties bij buisjes leiden meestal tot looporen. Dit is niet zo pijnlijk als een acute middenoorontsteking, maar als het vaak gebeurt toch vervelend. Ook kunnen soms littekentjes of zwakke plekken in het trommelvlies ontstaan, die later weer oorproblemen kunnen geven.
Voorbereiding van uw kind thuisUw kind kan waarschijnlijk beter met de situatie omgaan als het goed is voorbereid op de vreemde omgeving van het ziekenhuis en op de ingreep die het zal ondergaan. Het beste is om uw kind beetje bij beetje te vertellen hoe en wat er gaat gebeuren. Uw kind kan het dan op zijn eigen tempo verwerken. Sommige dingen zult u een paar keer moeten vertellen voordat uw kind het allemaal kan bevatten. U kunt er een verhaal over vertellen of het kind ‘ziekenhuis’ laten spelen. Als u uw kind laat navertellen wat u hebt uitgelegd, merkt u vanzelf of het goed begrepen is. Voorkom dat uw kind de behandeling als straf ervaart.
Voorbereiding op de dag van operatie Waar moet u aan denken en wat moet u regelen voor de ingreep?
Eten en drinken
- Helder vloeibaar drinken: enkele slokjes uiterlijk 1 uur voordat u zich meldt op de Kinderafdeling (water, thee, ranja, let op: géén melk). U kunt hierbij aanhouden: 3 milliliter drinken per kilo dat uw kind weegt. In de praktijk komt dat meestal neer op een paar slokjes.
- Vast voedsel: tot uiterlijk 6 uur voordat u zich meldt op de Kinderafdeling.
Voor kinderen tot 1 jaar gelden andere afspraken wat betreft moedermelk/kunstvoeding:
- Moedermelk: uiterlijk 3 uur voordat u zich meldt op de Kinderafdeling.
- Kunstvoeding: uiterlijk 4 uur voordat u zich meldt op de Kinderafdeling (poedermelk, zuigelingenvoeding).
MedicijnenMedicijnen mogen voor de ingreep gewoon ingenomen worden met een klein beetje helder vloeibaar drinken. Uw kind krijgt op de afdeling voorafgaande aan de ingreep Paracetamol oraal of als zetpil.
Als uw kind ziek is
Als uw kind koorts, een kinderziekte of diarree heeft, moet u contact opnemen met de polikliniek KNO. Als u het vermoeden heeft dat uw kind met een kinderziekte besmet is, moet u ook contact opnemen met de polikliniek KNO. Wij zijn bereikbaar van 08.15 tot 12.15 uur en van 13.15 tot 16.45 uur op telefoonnummer 0543 54 45 00. In sommige gevallen is het dan veiliger en prettiger om de ingreep uit te stellen.
Mocht uw kind op de dag van de ingreep ziek zijn, bel dan zo spoedig mogelijk de receptie van het SKB. De receptie is vanaf 07.00 uur bereikbaar op telefoonnummer: 0543 - 54 44 44.
Lang haarAls uw kind lang haar heeft, wilt u dit dan in een staart vastmaken?
Wat neemt u mee naar het ziekenhuis voor uw kind- pyjama- of joggingbroek
- sloffen
- fles of tuitbeker, als uw kind niet uit een gewone beker drinkt
- vertrouwd speelgoed, knuffel of doekje
- medicijnen die uw kind gebruikt, ook inhalaties zoals ‘pufjes’
- een geldig identificatiebewijs: paspoort, identiteitskaart, rijbewijs of vreemdelingendocument
Per kind mag er één ouder/verzorger mee.Vervoer
Wij raden u aan uw kind na de ingreep in een auto mee naar huis te nemen.
Voor de ingreep
Uw kind wordt op de kinderafdeling opgenomen. Voor de operatie mag uw kind zijn/haar onderbroek, jogging- of pyjamabroek en sokken aanhouden. Een hemd of romper moet uit. Omdat uw kind zonder bed naar boven gaat, mogen tot aan de OK de schoenen/sloffen aangehouden worden. U mag een klein tasje met spulletjes voor uw kind meenemen.
Rondom de ingreepU gaat samen met uw kind naar de operatiekamer, waar de medisch pedagogisch zorgverlener u en uw kind voorbereidt op de ingreep. Uw kind wordt op uw schoot of zittend op de operatietafel in slaap gebracht. Als uw kind slaapt, krijgt u wat te drinken aangeboden en krijgt u verdere uitleg. Als uw kind na de ingreep weer wakker is gaat u samen terug naar de kinderafdeling.
Na de ingreepAls uw kind goed wakker is en wat gegeten/gedronken heeft, mag hij/zij naar huis. Soms heeft uw kind op de eerste dag wat oorpijn, waarvoor u zo nodig Paracetamol mag geven. Volgt u de gebruiksaanwijzing in de verpakking. Het kan voorkomen dat uw kind de eerste uren na de ingreep wat duizelig of misselijk is. Het is beter als u uw kind dan niet alleen laat of alleen de trap op en af laat gaan. U krijgt een ‘Buisjeswijzer’ mee voor de nazorg.
Weer thuisUw kind mag na de ingreep normaal eten en drinken. De volgende dag kan uw kind weer naar school en buiten spelen. De eerste twee weken mag er geen water in de oren komen. U kunt dit voorkomen door uw kind een douchemuts op te zetten of vette watten in de oren te stoppen. (zie folder: ‘Buisjeswijzer’) Als er na twee weken geen afscheiding uit de oren komt, mag er weer water in de oren komen.
Zwemmen en buisjesMeestal geeft zwemmen met buisjes gelukkig weinig problemen. Sommige kinderen krijgen door zwemmen met een buisje gemakkelijk een loopoor. Dit heeft ook met de gevoeligheid van hun slijmvliezen te maken. Bij een aantal van deze kinderen helpt het dan wanneer de oren worden afgesloten met zwemdopjes. Deze zijn bij apotheek, drogist of hoortoestelwinkels te koop.
Informatie en toestemmingVolgens de WGBO (wet geneeskundige behandelovereenkomst) mag een behandeling alleen worden uitgevoerd als daar toestemming voor is gegeven door kind en/of ouders. Wie deze toestemming geeft is afhankelijk van de leeftijd.
Kinderen jonger dan twaalf jaarVoor een onderzoek of behandeling van een kind jonger dan twaalf jaar is toestemming van de ouders vereist. Het kind hoeft zelf geen toestemming te geven, maar heeft wel recht op informatie. Dit wil zeggen dat aan kinderen op een begrijpelijke manier moet worden verteld wat er met hen gaat gebeuren.
Nog meer over toestemming en informerenOm toestemming te kunnen geven is de behandelaar verplicht om alle relevante informatie te geven. Te denken valt dan aan het doel en de aard van het onderzoek of behandeling, de te verwachten resultaten en de mogelijke risico’s. Ouders krijgen alleen informatie als de jongere daar toestemming voor heeft verleend. Als de jongere dat fijn vindt, mogen de ouders ook geïnformeerd worden en meebeslissen. Voor niet ingrijpende onderzoeken en behandelingen wordt ervan uit gegaan dat toestemming wordt verleend.
Naast rechten, heeft de patiënt ook plichten. De hulpverlener moet bijvoorbeeld altijd voldoende geïnformeerd worden, zodat deze een goede diagnose kan stellen. Meer informatie over deze rechten en plichten voor ouders, patiënten en hulpverleners staat op:
VoorleesboekenTenslotte willen wij onder uw aandacht brengen dat er
boeken verkrijgbaar zijn over het verblijf in het ziekenhuis die u samen met uw kind kunt lezen. Hieronder staan enkele weergegeven. Verder kunt u een overzicht van meer kinderboeken vinden op onze website bij folders, afdeling Kindergeneeskunde
Overzicht (kinder)boeken.
- Nijntje in het ziekenhuis, Dick Bruna (2 - 5 jaar);
- Lassa gaat naar het ziekenhuis, www.lassa.nl (2 - 5 jaar);
- Sam moet naar het ziekenhuis (3 - 6 jaar);
- Wat doet de dokter? P. Bourgoing, Prentenboek (3 - 6 jaar);
- In het ziekenhuis, B. Sluyzer (3 - 6 jaar).
Tot slotSoms gedraagt uw kind zich wat ongewoon in de dagen volgend op de ingreep. Uw kind vraagt bijvoorbeeld veel aandacht of is juist heel afwijzend. Het slaapt slecht, kan weer in bed gaan plassen, wil niet alleen zijn of is bang in het donker. Het is eigenlijk niet zo vreemd, als uw kind van slag raakt. U kunt uw kind het beste helpen door begrip te tonen en er over te praten, tekenen of spelen.
Vragen
Neemt u bij vragen of onduidelijkheden gerust contact op met de polikliniek KNO. Wij zijn bereikbaar op werkdagen van 8.00 - 16.30 uur op telefoonnummer 0543 54 45 00. In geval van ziekte of verhindering op de afgesproken datum, wilt u dit zo spoedig mogelijk doorgeven aan de polikliniek KNO.
Geheimhouding en recht op privacyAlle medewerkers van ons ziekenhuis hebben een geheimhoudingsplicht. Verder heeft u als patiënt recht op privacy. Uitgebreide informatie hierover kunt u vinden in de folder ‘De rechten en plichten van de patiënt’. Deze is verkrijgbaar op de afdeling en bij de patiënteninformatie in de centrale hal. Daarnaast is deze folder te vinden op:
www.skbwinterswijk.nlVoor de tekst in deze brochure is gebruik gemaakt van de teksten van de Nederlandse Vereniging voor Keel Neus- en Oorheelkunde en Heelkunde van het Hoofd - Halsgebied.