Logo Streekziekenhuis Koningin Beatrix.
 
Klik op deze knop om alle folders te doorzoeken.Zoek folders
Klik op deze knop om dit document te printen.Print pagina
Klik op deze knop om dit document als PDF te downloaden.Download PDF
Klik op deze knop om de tekstgrootte te vergroten.Grotere tekst
Klik op deze knop om de tekstgrootte te verkleinen.Kleinere tekst

PiMS folder informatie logo

Interne geneeskunde

Sondevoeding via een voedingsstoma

Sondevoeding via een voedingsstoma

De knop om deze folder als favoriet te markerenFavorietDe knop om deze folder per email door te sturen.Stuur door
Inleiding
In Nederland krijgen veel mensen tijdelijk of permanent sondevoeding via een voedingsstoma. Vaak gaat het om mensen die door hun ziekte veel gewicht verliezen of bij wie het spijsverteringsstelsel niet meer goed werkt. Sommige mensen mogen of kunnen na een operatie een tijd niet eten. In deze brochure krijgt u meer informatie over het gebruik van een voedingsstoma. U leest wat een voedingsstoma precies is, hoe het wordt aangebracht en hoe u ermee kunt omgaan.

Wat is sondevoeding?
Sondevoeding is dunne, vloeibare voeding die via een flexibel slangetje in de maag of de dunne darm komt. Sondevoeding bevat alle voedingsstoffen die u dagelijks nodig hebt, zoals koolhydraten, eiwitten, vetten, vitamines, mineralen en water. In sommige soorten sondevoeding zitten ook vezels, extra vetten of extra eiwitten.

Wanneer krijgt u sondevoeding en hoe lang?
U krijgt sondevoeding voorgeschreven als u door een ziekte, een behandeling of na een operatie niet voldoende kunt of mag eten. Om te voorkomen dat u gewicht verliest, krijgt u dan sondevoeding. Als u te veel gewicht verliest, raakt u namelijk ondervoed. Als u ondervoed bent, kan sondevoeding uw voedingstoestand weer verbeteren en u op een gezond gewicht brengen. Een goede voedingstoestand is nodig om in goede conditie te blijven. Het is moeilijk te voorspellen hoe lang u sondevoeding krijgt. Dat ligt er in de eerste plaats aan waarvoor u sondevoeding nodig hebt. De een zal slechts enkele weken sondevoeding krijgen, een ander misschien wel levenslang. Bespreek met uw arts of diëtist of u naast sondevoeding ook mag eten en drinken.

Voedingsstoma's
Sondevoeding kan op verschillende manieren worden toegediend. Vaak gebeurt dit via een neussonde. Dit is een dun, flexibel slangetje dat via uw neus, keel en slokdarm naar uw maag of dunne darm loopt. Meer informatie hierover leest u in de brochure Sondevoeding via een neussonde.

Als een neussonde niet mogelijk is, of als u voor langere tijd sondevoeding nodig hebt, kan de arts besluiten om sondevoeding toe te dienen via een flexibel slangetje dat rechtstreeks door de buikwand in de maag of dunne darm wordt ingebracht. Deze opening door de buikwand naar de maag of dunne darm heet een voedingsstoma. Hierin plaatst de arts een katheter of een sonde. Dit is een flexibel slangetje waardoor de sondevoeding kan worden toegediend.

Er bestaan verschillende voedingsstoma’s, die op verschillende manieren worden aangebracht. Een PEG, PEJ en een chirurgische jejunumkatheter zijn alle drie voedingsstoma’s. Hieronder krijgt u uitleg over deze verschillende soorten voedingsstoma’s en hoe ze worden aangebracht.

Wat is een PEG?
PEG staat voor Percutane Endoscopische Gastrostomie. Hierbij wordt een voedingsstoma door de buikwand heen direct in de maag geplaatst. Met een flexibele slang, de zogenoemde endoscoop, kan de arts de binnenkant van uw maag bekijken. De endoscoop wordt via uw mond en slokdarm in de maag ingebracht. Zo kan de arts de plaats van de voedingsstoma bepalen. Bij een PEG gaat de sondevoeding direct naar de maag. Als het nodig is, kan door de PEG nog een dunnere voedingssonde in het eerste deel van de dunne darm worden geplaatst. Hierdoor stroomt de voeding rechtstreeks in de dunne darm.

Wat is een PEJ?

PEJ staat voor Percutane Endoscopische Jejunostomie. Hierbij gaat de voedingsstoma door de buikwand rechtstreeks naar het middelste gedeelte van de dunne darm. Dit deel van de dunne darm heet het jejunum. Ook hierbij gebruikt de arts een endoscoop om te bepalen waar de voedingsstoma wordt geplaatst. Bij een PEJ gaat de sondevoeding rechtstreeks naar de dunne darm.

Hoe wordt een PEG en PEJ aangebracht?
Het plaatsen van een PEG of een PEJ wordt altijd op de endoscopie-afdeling van het ziekenhuis gedaan. U krijgt een infuus in uw arm, waardoor een antibioticum wordt toegediend. Dan worden uw keel en buikwand verdoofd. Vervolgens brengt de arts via uw mond, keel en slokdarm een endoscoop in tot in uw maag of dunne darm.

Van daaruit bepaalt de arts de plaats waar een kleine opening door de maag- en buikwand, of de dunne darm en buikwand kan worden gemaakt. Deze opening noemen we een voedingsstoma. Hierin wordt de PEG- of de PEJ-katheter geplaatst waardoor de sondevoeding kan worden toegediend. Een katheter bestaat uit een dun slangetje met twee schijfvormige plaatjes of een ballonnetje. Het ene plaatje of ballonnetje zit tegen de binnenkant van de maagwand of dunnedarmwand waardoor de katheter niet naar buiten kan schuiven. Het andere plaatje zit tegen de buitenkant van de buikwand waardoor de katheter niet naar binnen kan schuiven. Zo blijft de katheter op zijn plaats zitten. Het uiteinde aan de buikzijde wordt met een speciaal dopje afgesloten.

Wat is een chirurgische jejeunumkatether?
Een chirurgische jejunumkatheter is een voedingsstoma waarbij de sonde rechtstreeks in het middelste deel van de dunne darm, het jejunum, wordt aangebracht. Het komt vaak voor dat een jejunumkatheter wordt aangelegd tijdens een toch al noodzakelijke buikoperatie. Hierbij wordt een rechtstreekse verbinding gemaakt via de buikwand naar de dunne darm. Ook deze katheter blijft op zijn plaats met behulp van plaatjes of een ballonnetje. De eerste drie dagen tot een week na plaatsing moet de katheter zo min mogelijk bewegen en moet het plaatje zo strak mogelijk tegen de buikwand zijn geschoven. Dit is belangrijk voor een goede genezing van de voedingsstoma.

Waar kunt u last van hebben?
Het aanleggen van een voedingsstoma met een katheter duurt ongeveer een half uur tot een uur. U voelt er vrijwel niets van omdat u bent verdoofd. Als de verdoving is uitgewerkt, kunt u wat pijn hebben in uw keel door het inbrengen van de endoscoop. Ook op de plaats van de opening door uw buikwand, maag of dunne darm zult u pijn voelen. In het begin kan er wat vocht uit de voedingsstoma lekken. Een enkele keer ook wat bloed. Dit gaat vanzelf over. De eerste week mag u niet douchen of baden om infectiegevaar te voorkomen. Ook kunt u last hebben van het strakke plaatje op de buik. Na drie dagen tot een week mag dit wat losser worden geschoven.

Hoe wordt de sondevoeding toegediend?
Sondevoeding is dun en vloeibaar. Het inbrengen van de voeding in de katheter kan op verschillende manieren gebeuren: door een spuit, of door een toedieningssysteem op de katheter aan te sluiten. Voor welke manier wordt gekozen, ligt aan de dosering waarin de sondevoeding wordt toegediend: per portie of druppelsgewijs. Met een pomp kan de hoeveelheid sondevoeding en snelheid van toediening worden geregeld.

Toediening per portie
Toediening per portie gebeurt meestal met een spuit of toedieningssysteem. Hierbij krijgt u op verschillende momenten een portie voeding toegediend. Bijvoorbeeld acht keer per dag een portie van 250 milliliter. De spuit kan met behulp van een tussenstukje gemakkelijk op de katheter worden aangesloten en als het toedienen klaar is, weer worden ontkoppeld. Een toedieningssysteem verbindt de voedingszak met de katheter via een slangetje waaraan een regelklem zit. Door deze strakker of losser in te stellen, is de inloopsnelheid van de sondevoeding te regelen.

Druppelsgewijze toediening
Bij druppelsgewijze toediening loopt de voeding druppel voor druppel de katheter in. Dit duurt langer en daarom gebeurt dit soms ’s nachts of tijdens een bepaald deel van de dag. Meestal wordt hierbij een pomp gebruikt, waarop de precieze inloopsnelheid kan worden ingesteld. Het toedienen ’s nachts heeft als voordeel dat u er overdag geen omkijken naar hebt. Wel is het wennen dat u de hele nacht vastzit met een slangetje aan de pomp. Ook maakt de pomp steeds geluid.

Bij een PEJ en een jejunumkatheter wordt de sondevoeding alleen druppelsgewijs toegediend, omdat toediening per portie mogelijk klachten geeft. Normaal gesproken blijft ons voedsel ongeveer twee tot drie uur in de maag, waar het wordt fijngemalen en gekneed. Het wordt vervolgens in kleine porties afgegeven aan de dunne darm, die op dat moment klaar is voor de voedselresten.

Wanneer een portie sondevoeding direct in de dunne darm aankomt, is de dunne darm nog niet ‘klaar’ voor deze voeding. De benodigde spijsverteringssappen zijn dan nog niet voldoende in de dunne darm aangekomen. Er kunnen dan klachten ontstaan zoals zweten (‘koud zweet’), onrustig gevoel en trillen, duizeligheid, hartkloppingen en soms flauwvallen. Dit noemen we: 'dumpingklachten'.

Hoeveel sondevoeding krijgt u en hoe vaak?
Het is afhankelijk van uw persoonlijke situatie hoe veel en hoe vaak u sondevoeding krijgt. Als u naast de sondevoeding mag eten en drinken zult u minder sondevoeding krijgen dan iemand die alleen maar sondevoeding krijgt. Uw arts of diëtist zal met u overleggen wat de beste hoeveelheid voor u is en u uitgebreid instrueren.

Wel of geen voeding naast de sondevoeding?
De arts bepaalt wat u naast de sondevoeding wel of niet mag eten en drinken. Afhankelijk van uw situatie, kunt u verschillende voedingsadviezen krijgen. Hieronder staat aangegeven welke voedingsadviezen er zijn naast de sondevoeding. Een diëtist kan u helpen bij wat u het beste wel en niet kunt eten. Als u een tijdelijk voedingsstoma hebt, mag u na overleg met diëtist of arts op een bepaald moment de sondevoeding afbouwen en langzaam weer op gewone voeding overgaan. Dit zal geleidelijk aan gebeuren. Uw darmen zullen weer moeten wennen aan gewoon voedsel. Daarom is het belangrijk om de gewone voeding stap voor stap uit te breiden. U zult eerst de sondevoeding erbij blijven gebruiken totdat uw darmen weer gewend zijn aan de gewone voeding. Pas dan kan de sondevoeding worden
gestaakt. Het is niet te zeggen hoe lang dit voor u gaat duren.

De een kan na een paar dagen weer overschakelen op gewone voeding; voor een ander kan het weken duren voordat het zover is. Er zijn ook mensen die hun leven lang sondevoeding gebruiken.

Naast de sondevoeding kan het advies zijn:
Hoe kunt u de katheter verzorgen?
Het is belangrijk om de katheter goed te verzorgen. Hierdoor verlengt u de levensduur ervan en voorkomt u dat hij verstopt raakt. Daarom is het belangrijk dat u de katheter regelmatig doorspoelt met schoon water. Per keer ongeveer 20 tot 30 ml schoon lauwwarm water. Dit moet dagelijks vier tot zes keer worden gedaan. Vooral na het afkoppelen van de sondevoeding is het belangrijk de katheter met ruim water door te spoelen.

Daarnaast is het ook zaak de huid rondom de katheter goed te verzorgen, zodat deze niet geïrriteerd raakt. Tijdens het baden of douchen maakt u de huid rondom de voedingsstoma goed schoon met water en zeep. Daarna droogt u de plek zorgvuldig af. Leg eventueel een gaasje tussen de huid van de buik en het buitenste plaatje. U kunt hier een zogenoemd splitgaasje voor gebruiken. Deze schuift u onder de katheter door. Vouw daarna de punten van het gaasje naar elkaar toe en plak hier een pleister op. U hoeft dan geen pleisters op de huid te plakken. Gebruik zo min mogelijk pleister om de katheter vast te plakken op de buik. Dit kan huidirritatie geven.

Gebruik beslist geen föhn om de huid of de katheter te drogen, dit is slecht voor de huid en de katether. Beweeg de katheter elke dag een aantal keren een heel klein stukje naar binnen en buiten, om te voorkomen dat hij vastgroeit in de maagwand. Verder is het belangrijk om een aantal maatregelen nemen, waardoor de kans op problemen vermindert. Deze maatregelen zijn gericht op hygiëne, de verzorging van mond en gebit en het gebruik van medicijnen.

Hygiëne

Goede hygiëne is heel belangrijk omdat de voeding in het pak, de katheter en de hulpstukken gevoelig zijn voor groei van bacteriën. Te veel bacteriën kunnen misselijkheid of diarree veroorzaken. Bewaar een geopend pak sondevoeding daarom altijd in de koelkast, maar nooit langer dan 24 uur. Haal de sondevoeding (per portie) een uur voor toedienen uit de koelkast om de voeding op kamertemperatuur te brengen. U kunt de sondevoeding ook in de magnetron verwarmen. Let erop dat het niet té warm wordt. Laat sondevoeding nooit in de zon staan of lange tijd in een warme kamer. Let ook op de houdbaarheidsdatum.

Voordat u sondevoeding toedient, is het belangrijk dat u eerst uw handen goed wast en alle benodigde materialen op een schoon oppervlak legt. Spoel de sonde en de katheter na gebruik schoon met lauwwarm water en sluit de katheter af met het daarvoor bestemde dopje. Haal de spuit na gebruik uit elkaar; spoel hem uit en bewaar in een bakje in de koelkast. Zorg dat het toedieningssysteem in elk geval elke 24 uur vervangen wordt.

Verzorging van mond en gebit
Als u sondevoeding gebruikt, eet u weinig of helemaal niet meer 'normaal'. Er wordt hierdoor minder speeksel aangemaakt. Dit heeft een negatief effect op de gezondheid van uw mond en tanden. Daarom is het belangrijk om een paar keer per dag uw tanden te poetsen en de mond regelmatig te spoelen met schoon water. Hebt u iets zoets gedronken, spoel de mond dan ook na met water. Bij de apotheek is een speciale mondgel te verkrijgen. Als u kauwgom mag gebruiken, is het kauwen hierop een goede manier om de speekselklieren te activeren en de mond vochtig te houden. Bescherm uw lippen en de huid eromheen met een vettige crème of lippenbalsem tegen uitdroging.

Sondevoeding en medicijnen

Als u medicijnen gebruikt en u kunt dat niet doen door ze in te slikken, dan kunnen ze ook via de katheter worden toegediend. Voor u dit doet, kunt u het beste eerst met uw arts of apotheker overleggen hoe en wanneer u de medicijnen het beste kunt innemen. Vermeng medicijnen nooit met sondevoeding.

Moet u medicijnen op uw nuchtere maag innemen, dan mag u pas een half uur later sondevoeding toedienen. Spoel de sonde en de katheter na medicijngebruik goed door met water. Medicijnresten kunnen de katheter namelijk makkelijk verstoppen.

Spuit de sonde door:
Achterin deze brochure vindt u een tabel met mogelijke problemen die kunnen ontstaan bij sondevoeding via een voedingsstoma. Hierin staat vermeld wat u kunt doen om deze problemen op te lossen.

Sondevoeding mee naar huis
Tegenwoordig krijgen steeds meer mensen sondevoeding thuis. Onderstaande tips kunnen u helpen bij sondevoeding in uw thuissituatie.

Tips bij sondevoeding thuis
Laat alle materialen thuis afleveren, dan krijgt u in uw eigen thuissituatie uitleg.
Hoe verder?
Sondevoeding is soms nodig om weer op krachten te komen. Vaak krijgt u een betere conditie en zult u zich ook beter en actiever voelen. Laat u duidelijk instrueren over het gebruik van de sondevoeding en raadpleeg bij problemen meteen uw (wijk)verpleegkundige, arts of diëtist. Als u niet meer gewoon kunt eten en drinken en helemaal afhankelijk bent van sondevoeding, kunt u een aantal sociale problemen ondervinden. Praat over uw problemen met uw partner, vrienden en familie. Het kan ook helpen om met mensen te praten die, net als u, sondevoeding krijgen. Vraag aan uw arts of hij u in contact kan brengen met andere patiënten met sondevoeding.

Wat te doen als u klachten krijgt?

Het kan gebeuren dat u door de sondevoeding klachten krijgt. Hebt u één of meer van onderstaande problemen, neem dan direct contact op met uw huisarts of (wijk)verpleegkundige.
Meer informatie
Meer informatie kunt u vinden op de website van de Maag-lever-darmstichting (MLDS): www.mlds.nl of via hun Infolijn, telefoon 0900 202 56 25 (€ 0,15 per minuut).

Vragen
Indien u na het lezen van deze folder nog vragen hebt, kunt u deze stellen aan de specialist of verpleegkundige.
De specialist kunt u bereiken via de betreffende polikliniek. De poliklinieken zijn elke werkdag van 8.30 tot 16.30 uur bereikbaar.

Geheimhouding en recht op privacy

Alle medewerkers van ons ziekenhuis hebben een geheimhoudingsplicht. Verder heeft u als patiënt recht op privacy. Uitgebreide informatie hierover kunt u vinden in de folder ‘De rechten en plichten van de patiënt’. Deze is verkrijgbaar op de afdeling en bij de patiënteninformatie in de centrale hal. Daarnaast is deze folder te vinden op: www.skbwinterswijk.nl

Bijlage

Probleem: de voeding loopt niet goed door

Mogelijke oorzaakOplossing
  1. Regelklem is dicht.
  2. De katheter of het toedieningssysteem is dichtgedrukt.
  3. Sonde is verstopt.
  1. Zet regelklem open.
  2. Controleer of de katheter en het toedieningssysteem toegankelijk zijn.
  3. Zie onder.


Probleem: de voedingskatheter is verstopt
Mogelijke oorzaakOplossing
  1. Niet regelmatig doorgespoeld.
  2. Toedienen van poedervormige medicijnen.
  3. De katheter is aan vervanging toe.
  1. Spuit voorzichtig 20 ml. warm water in de voedingskatheter en laat het terugstromen vanuit de katheter tot de verstopping is opgeheven. Als de verstopping zichtbaar is: masseer de katheter voorzichtig met de vingers om de verstopping op te heffen. Als het bovenstaande niet helpt overleg dan met uw arts of verpleegkundige.
    NB. Gebruik bij het doorspoelen nooit te kleine spuiten om overmatige druk op de katheter te voorkomen.
  2. Zorg ervoor dat de medicijnen heel fijn gemalen zijn; overleg met de apotheek of het medicijn in zeer fijngemalen of vloeibare vorm gemaakt kan worden.
  3. Overleg met de verpleegkundige of arts over een nieuwe katheter.


Probleem: weinig plassen, donkere urine, duizeligheid
Mogelijke oorzaakOplossing
Te weinig vocht, uitdrogingOverleg met uw verpleegkundige of arts


Probleem: misselijkheid, diarree
Mogelijke oorzaakOplossing
  1. Sondevoeding is te snel toegediend.
  2. Te veel voeding in één keer toegediend.
  3. Sondevoeding is te koud.
  4. Er is niet voldoende hygiënisch gewerkt.
  5. Gebruik van bepaalde medicijnen.
  1. Voeding minder snel laten lopen.
  2. Kleinere porties of lagere inloopsnelheid.
  3. Laat voeding op kamertemperatuur komen
  4. Let op hygiëne.
  5. Overleg met uw arts


Probleem: obstipatie (verstopping)
Mogelijke oorzaakOplossing
  1. Te weinig vocht of vezels in de voeding.
  2. Gebruik van bepaalde medicijnen.
  1. Overleg met uw diëtiste.
  2. Overleg met uw arts.


Probleem: ongewenst gewichtsverlies of gewichtstoename
Mogelijke oorzaakOplossing
Te weinig of te veel sondevoedingOverleg met uw arts of diëtiste


Probleem: lekkage rondom de voedingskatheter
Mogelijke oorzaakOplossing
Het buitenste plaatje op de buikwand zit te los of te strak Tussen de huid en het plaatje moet ongeveer een muntdikte (3 mm.) ruimte zitten. Als dit niet klopt, of u hierover twijfelt: overleg met uw verpleegkundige of arts


Probleem: stoma en huid zijn rood verkleurd
Mogelijke oorzaakOplossing
  1. Lekkage via de stoma.
  2. Overgevoeligheid voor pleisters.
  1. Controleer of het huid plaatje niet te los zit.
  2. Leg een gaasje tussen de huid en het plaatje op de buikwand. Bij pijn of roodheid van de huid: overleg met uw verpleegkundige of arts.

De inhoud van deze brochure is ontleend aan de Maag Lever Darm Stichting (maart 2009) met toestemming van de Stichting.



Foldernummer: int501 versie jun 20


PIMS™ folderportaal door 4CLOUD®
  |