In overleg met uw behandelend oogarts ondergaat u binnenkort een staaroperatie. In deze brochure vindt u uitleg over staar en de staaroperatie.
StaarVóór in het oog, vlak achter de iris, zit de doorzichtige ooglens. Deze ooglens zorgt voor het scherpstellen van de beelden op het netvlies (zie de afbeelding).
Al u ouder wordt, wordt de ooglens langzaam dikker en minder helder. Dit troebel worden van de ooglens heet staar. Iedereen die ouder wordt, krijgt daarmee te maken. Soms ontstaat staar ook op jongere leeftijd. Dit kan het gevolg zijn van een infectie, van een trauma (bijvoorbeeld een klap tegen het oog) of van langdurig gebruik van bepaalde medicatie (steroïden, zoals prednison).
Soorten staar Er zijn verschillende soorten staar:
- Kernstaar (nuleair cataract): de lens is opgebouwd uit een lenskern, omgeven door lensschors. Hieromheen zit het lenskapsel. De lensschors bestaat uit cellen die eiwitvezels vormen. Die vezels blijven het hele leven langzaam aangroeien en vormen de lenskern.
Door die levenslange aangroei van lensvezels wordt de lenskern steeds dikker en verliest zo geleidelijk haar helderheid. Als hierdoor het zien vermindert wordt, spreken we van kernstaar. - Schorsstaar (corticaal cataract): bij deze vorm van staar raken de cellen in de lensschors beschadigd. De cellen worden dan troebel door het stollen van hun eiwitten.
Zowel kernstaar en schorsstaar kunnen een vorm van ouderdomsstaar zijn: een normaal verouderingsproces.
Oorzaken van staarDe meest voorkomende oorzaak van staar is de veroudering van de ooglens. Verder kan staar het gevolg zijn van:
- Een oogontsteking;
- Beschadiging van het oog door een ongeval;
- Erfelijke ziekten;
- Algemene lichamelijke ziekten (bijvoorbeeld suikerziekte);
- Chemische beïnvloeding (gebruik van bepaalde medicijnen;
- Aangeboren of congenitaal staar (is zeer zeldzaam).
SymptomenStaar ontwikkelt zich heel langzaam. Het belangrijkste symptoom van staar is dat u geleidelijk aan waziger gaat zien. In een vroeg ontwikkelingsstadium van staar kan de gezichtsscherpte wisselen. Soms moet daardoor de sterkte van de bril een aantal keren worden aangepast. Als de vertroebeling van de lens verder toeneemt, heeft veranderen van de brilsterkte geen zin meer.
Staar veroorzaakt ook vaak problemen bij het autorijden in schemer en duisternis.
Mensen met schorsstaar zien meestal het best bij zwakke verlichting, als de pupil enigszins wijd is. Mensen met kernstaar hebben vaak meer licht nodig om nog redelijk te kunnen zien. Soms ontdekken patiënten met kernstaar dat zij weer kunnen lezen zonder bril, terwijl zij voor het zien in de verte nog steeds een bril nodig hebben. Dit ‘goede zien’ gaat geleidelijk weer verloren als de vertroebeling van de lens (de staar) toeneemt.
BehandelingStaar kan alleen door een operatie worden verholpen. Bij de operatie wordt uw troebele ooglens vervangen door een heldere kunstlens. Er zijn verschillende soorten kunstlenzen. Hierover leest u verderop in deze folder meer.
Wanneer u wordt behandeldAls u nog goed genoeg ziet en zonder problemen kan werken of uw hobby’s kan uitvoeren, is een operatie nog niet noodzakelijk. Het is wel realistisch om rekening te houden met een staaroperatie in de toekomst. Zodra staar zo hinderlijk wordt dat het dagelijkse leven erdoor verstoord raakt, kan het gezichtsvermogen worden hersteld door een staaroperatie.
Vooronderzoek bij een staaroperatieStaar kan voorkomen in één oog, maar vaak is er sprake van staar in beide ogen. Doorgaans wordt ervoor gekozen om één oog per keer te opereren. Soms kunnen beide ogen tegelijk worden geopereerd.
LenssterkteBij een staaroperatie vervangt de oogarts uw ooglens door een kunstlens. Om te bepalen welke sterkte deze kunstlens moet hebben, wordt er op de polikliniek een een meting verricht van het oog (dat heet 'Biometrie') Als de troebelingen te dicht zijn is een IOL- meting soms niet mogelijk. Dan vindt er een ander soort meting plaats. Deze wordt 'a-scan' genoemd.
Aan de hand van onder andere de lengte van het oog en de hoornvlieskromming wordt de sterkte van de benodigde kunstlens zo precies mogelijk geschat. Draagt u contactlenzen? Dan adviseren we u de zachte contactlenzen minstens twee weken voor de IOL-meting niet te dragen. Bij harde contactlenzen is dit vier weken. Dit is om een zo betrouwbaar mogelijke meting te verkrijgen.
Soorten kunstlenzenTijdens de operatie wordt uw troebele ooglens vervangen voor een kunstlens. Er zijn verschillende soorten kunstlenzen:
- Monofocale lens: Dit is de meest gebruikte kunstlens, de ‘standaardlens’. Met de monofocale lens kunt u niet accommoderen. Dit houdt in dat het oog met deze lens op één afstand scherp zal zien en voor de andere afstanden een brilcorrectie nodig is. Meestal streeft de oogarts er, in overleg met u, naar het oog in de verte scherp te laten zien zonder brilsterkte. Een leesbril is dan altijd nodig. Sommige mensen hebben een aanzienlijk asymmetrische hoornvlieskromming (cilinderafwijking of astigmatisme genoemd). De monofocale lens corrigeert geen cilinderafwijkingen. Na de operatie blijft een eventuele cilindercorrectie in een bril (zowel voor dichtbij als veraf) dan in meer of mindere mate nodig.
- Torische monofocale lens: Deze lens laat het oog op één afstand scherp zien, maar corrigeert daarnaast ook een eventuele cilinderafwijking. Mensen met een cilinderafwijking zien dus beter met een torische monofocale lens dan met de standaard monofocale lens. Niet iedereen heeft correctie niet nodig; uw oogarts of assistent geeft aan of u voor een torische lens in aanmerking komt. Er wordt dan aanvullend onderzoek gedaan en u krijgt een afspraak met de oogarts die u zal opereren.
- Multifocale lens: Deze lenzen laten het oog van zowel dichtbij als veraf scherp zien, zodat u voor beide afstanden geen bril meer nodig heeft. Multifocale lenzen zijn niet voor iedereen geschikt. Daarnaast kunnen optische neveneffectten optreden, zoals het zien van halo's (kringen om lichtbronnen), lichtverstrooiing (minder scherp zien bij tegenlicht) en een verminderd contrast zicht.
Lenskeuze
Standaard wordt een monofocale lens gebruikt. De oogarts informeert u als u voor een torische of multifocale lens in aanmerking komt.
StaaroperatieOp onze website vindt u een video over de staaroperatie. In deze video wordt meer informatie gegeven over de voorbereiding op de operatie, waar u zich moet melden en adviezen en leefregels voor thuis na de operatie.
De video vindt u via
www.skbwinterswijk.nl/staaroperatie of door de QR code te scannen met de fotocamera van uw mobiele telefoon.
Voorbereiding thuisBelangrijk is het volgende te regelen:
- Vervoer naar huis: u mag na de operatie niet zelf autorijden;
- Druppelen van het oog: na de operatie moet u het geopereerde oog gedurende 4 weken druppelen. De oogdruppels krijgt u mee van het Dagcentrum wanneer u weer naar huis gaat;
- Lukt het druppelen niet zelf? Schakel hiervoor dan hulp in.
De dag van de operatie- U kunt op de dag van de operatie normaal eten en drinken, tenzij anders met u is afgesproken;
- U neemt uw medicijnen in zoals u gewend bent, tenzij anders met u is afgesproken;
- U mag deze dag geen make-up gebruiken;
- U mag tijdens de operatie geen sieraden dragen; deze kunt u het beste thuis laten.
MeenemenHet is belangrijk dat u het volgende meeneemt naar het ziekenhuis:
- Geldig identificatiebewijs: paspoort, identiteitskaart, rijbewijs of vreemdelingendocument.
MeldenOp de dag van de operatie meldt u zich bij de Gastenservice. De Gastenservice vindt u direct bij de hoofdingang van het ziekenhuis. Als u zich voor 8.00 uur moet melden, kunt u route 7.5 volgen en meldt u zich aan de balie van de Dagbehandeling (route 7.5).
Duur van de behandelingDe operatie duurt gemiddeld 15 minuten. Met het druppelen voor de operatie erbij bent u ongeveer 1,5 uur in het ziekenhuis. Daarna mag u naar huis.
De operatieTer verhoging van de patiëntveiligheid vragen onze medewerkers regelmatig naar uw naam en geboortedatum.
Daarnaast wordt rondom de operatie meerdere malen een checklist afgewerkt, waarbij men nagaat of alle gegevens juist zijn en of alle handelingen zijn uitgevoerd. In de voorbereidingsruimte ontmoet u een verpleegkundige. Hij/zij neemt uw gegevens met u door. U krijgt vervolgens verschillende oogdruppels om de pupil wijd te maken en verdovingsdruppels. Daarna wordt u naar de operatiekamer gebracht. Hier ontmoet u de oogarts en worden uw gegevens opnieuw gecontroleerd. Als u onder narcose geopereerd wordt krijgt u plakkers op de borst, een bloeddrukmeter om en een infuusnaald toegediend. Vervolgens krijgt u nog enkele verdovingsdruppels of de (algehele) verdoving als dit is afgesproken met de oogarts.
Tijdens de operatieTijdens de operatie is uw gezicht afgedekt met een steriele doek. Hierbij is alleen het oog dat geopereerd wordt zichtbaar voor de oogarts. Het is belangrijk dat u tijdens de operatie rustig blijft liggen. De oogarts maakt een klein sneetje in uw oog. Door deze opening kan de oogarts de troebele lens verwijderen en een nieuwe lens plaatsen. De operatie zelf duurt over het algemeen ongeveer 15 minuten. Na de operatie krijgt u een oogkapje voor of u krijgt deze mee. U gaat dan terug naar de wachtruimte.
Na de operatieIn de wachtruimte krijgt u iets te drinken. Daarna kunt u naar huis. U mag niet wrijven in het geopereerde oog. U krijgt daarom een beschermend oogverband. Dit oogverband moet u op laten tot de volgende ochtend.
Let op! Door het oogverband kan het zijn dat het diepte zien minder is. Hierdoor ziet u de hoogteverschillen niet goed en is het risico op vallen verhoogd.
Adviezen en leefregels voor thuis- U mag na de operatie niet in het oog wrijven. U kunt de oogwimpers schoonhouden door zachtjes de oogleden te wassen met een washand. Dit kan geen kwaad.
- U mag douchen en haren wassen, met het geopereerde oog gesloten.
- U mag normale huishoudelijke activiteiten en kantoorwerk verrichten, u mag wandelen, fietsen en tv kijken. U mag gewoon dingen van de grond rapen.
- Sporten mag na twee weken weer. Wees wel voorzichtig met contactsporten. Zwemmen mag de eerste twee weken niet.
- Werken in een stoffige omgeving mag de eerste week niet, daarna bij voorkeur (tijdelijk) met een beschermende bril.
- Autorijden is niet toegestaan vóór de eerste controle heeft plaatsgevonden. Dan kunt u dit overleggen met uw optometrist.
- De oude bril ‘klopt’ na de operatie niet meer, maar het kan geen kwaad het oude glas in de bril te laten zitten totdat u het nieuwe briladvies krijgt. Als u last heeft van de sterkte van het oude brillenglas, kunt u het glas bij de opticien eruit laten halen.
Invullen vragenlijstOp het dagcentrum krijgt u na de operatie een vragenlijst mee. Wilt u de vragenlijst de dag na de operatie doornemen? U kunt zo bepalen of een afspraak bij de oogarts gewenst is. Op de vragenlijst staan de telefoonnummers als u contact met ons wilt opnemen.
Controle- Ongeveer één week na uw operatie wordt u gebeld door de optometrist.
- Ongeveer vier weken na de operatie volgt een controle door de optometrist voor een laatste oogmeting en het aanmeten van een bril. Als u aan twee ogen geopereerd wordt heeft u deze afspraak ongeveer vier weken na de operatie van het tweede oog.
Druppelen
Zelf druppelenNa de operatie moet u vier weken oogdruppels gebruiken. Deze druppels krijgt u mee na de operatie en kunt u zelf in uw oog druppelen. Voor u begint met druppelen is het belangrijk dat u uw handen wast. Afhankelijk van wat u zelf prettig vindt, gaat u op bed liggen of in een stoel zitten. Eventueel kunt u gebruik maken van een druppelbril. Deze is verkrijgbaar bij uw apotheek.
Vervolgens brengt u de oogdruppels als volgt in het geopereerde oog:
- U draait het dopje van de fles.
- U pakt het flesje met duim en wijsvinger in het midden vast, zodat u goed in het flesje kunt knijpen. Met de overige vingers houdt u de rest van het flesje goed vast.
- Met de wijsvinger van de andere hand trekt u het onderooglid ietsje naar beneden; dan buigt u uw hoofd naar achteren, kijkt u naar boven en knijpt u in het flesje. De druppel valt dan in het oog. Het is belangrijk dat de opening van het flesje het oog of de oogleden niet raakt.
- Na vijf minuten wachten kunt u de druppel uit het andere flesje toedienen. Het maakt niet uit in welke volgorde u de druppels gebruikt.
- Na afloop sluit u de flesjes goed en wast u opnieuw uw handen.
Druppelschema Na de operatie moet u het geopereerde oog gedurende 4 weken druppelen met Tobradex® en Nevanac® volgens schema:
- 1e week: 3 keer per dag 1 druppel Tobradex en 1 keer per dag 1 druppel Nevanac;
- 2e week: 3 keer per dag 1 druppel Tobradex en 1 keer per dag 1 druppel Nevanac;
- 3e week: 2 keer per dag 1 druppel Tobradex en 1 keer per dag 1 druppel Nevanac;
- 4e week: 1 keer per dag 1 druppel Tobradex en 1 keer per dag 1 druppel Nevanac.
Na deze 4 weken stopt u met deze druppels.
ResultaatVrijwel altijd heeft de operatie goed resultaat. In een enkel geval is dit minder dan verwacht. Dit kan komen door al bestaande afwijkingen in het oog, zoals een aandoening aan de gele vlek of aan de oogzenuw.
ComplicatiesStaaroperaties worden regelmatig uitgevoerd. Over het algemeen is het risico op complicaties bij en na een staaroperatie klein. Soms doen zich complicaties voor, zoals een ontsteking, een bloeding, het niet geheel kunnen verwijderen van de eigen lens of het niet kunnen plaatsen van een kunstlens.
NastaarOp de lange termijn, variërend van enkele maanden tot jaren, kan nastaar ontstaan. Het is met een eenvoudige laserbehandeling op de polikliniek goed en pijnloos te verbeteren.
Bijwerkingen en risico’s
De operatie kan wat klachten veroorzaken die onschuldig zijn:
- Het oog kan aanvoelen alsof er een vuiltje in zit. Dit wordt veroorzaakt door de kleine sneetjes. Ook kan het oog wat branderig aanvoelen. Soms is het hele oogwit wat rood, soms zijn kleine stukjes van het oogwit rood. Deze bijwerkingen verdwijnen vaak vanzelf binnen een paar dagen/weken.
- Na de operatie ziet u zo nu en dan wazig. Na een paar dagen tot weken gaat dit beter.
- Soms merken patiënten de eerste dagen wat flikkeringen bij bewegingen van de ogen. Dit komt doordat het lenszakje nog vast moet groeien om het lensje. U hoeft niet bang te zijn dat de lens verschuift.
Neem
direct contact op met de polikliniek Oogheelkunde via telefoonnummer 0543 - 54 45 50, bij de volgende klachten die kunnen wijzen op ernstige oorzaken:
- het oog doet heftig pijn;
- uw zicht gaat achteruit, terwijl het na de operatie in eerste instantie verbeterde;
- bij misselijkheid met braken;
- bij fors toegenomen roodheid van het oogwit;
- als u lichtflitsen of ronddrijvende vlekjes ziet, of als een deel van het beeld donker wordt
- bij een sterke zwelling van de oogleden en bij afwijkingen van de huid rond het geopereerde oog.
Als uw behandeltraject in het ziekenhuis al is beëindigd, dan kunt u met vragen en problemen contact opnemen met uw huisarts.
NetvliesloslatingNa een staaroperatie is het risico op het ontstaan van een netvliesloslating toegenomen. Verschijnselen die kunnen wijzen op een (beginnende) netvliesloslating zijn lichtflitsen, bewegende vlekjes zien en/of uitval van het gezichtsveld. Bij deze verschijnselen moet u met spoed (binnen een dag) contact opnemen met uw oogarts of diens waarnemer.
Lang niet altijd is er bij deze symptomen daadwerkelijk sprake van een netvliesloslating, maar dit moet wel worden uitgesloten door de oogarts.
Vergoeding zorgverzekeraarDe torische monofocale en multifocale lens zijn duurder dan de standaard monofocale lens. De zorgverzekeraar vergoedt de monofocale lens, omdat dit wordt beschouwd als medisch noodzakelijke zorg. Het plaatsen van een torische of multifocale lens wordt gezien als luxe niet medisch noodzakelijke zorg en wordt daarom in principe niet vergoed door de zorgverzekeraar. Als u kiest voor een torische of multifocale lens worden de meerkosten ten opzichte van de standaard monofocale lens bij u in rekening gebracht.
Vragen
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen of wilt u meer informatie? Bel dan gerust naar de polikliniek Oogheelkunde in Winterswijk. Wij zijn van maandag tot en met vrijdag van 8.30 - 16.30 uur bereikbaar op telefoonnummer 0543 - 54 45 50. Bij spoed kunt u buiten kantoortijden ook bellen naar dit nummer. U krijgt dan de centrale receptie aan de telefoon. Zij zal u doorverbinden met de dienstdoende oogarts. In de bijlage, achterin deze folder, vindt u veelgestelde vragen.
Geheimhouding en recht op privacyAlle medewerkers van ons ziekenhuis hebben een geheimhoudingsplicht. Verder heeft u als patiënt recht op privacy. Uitgebreide informatie hierover kunt u vinden in de folder ‘De rechten en plichten van de patiënt’. Deze is verkrijgbaar op de afdeling en bij de patiënteninformatie in de centrale hal. Daarnaast is deze folder te vinden op: www.skbwinterswijk.nl
Tot slot
Wij zouden het op prijs stellen, als u uw ervaringen wilt delen op de volgende website: www.zorgkaartnederland.nl.
Bijlage
Veelgestelde vragenZie ik na de operatie direct helder/scherp?Het kan zijn dat u na de operatie nog wazig ziet. Dit is normaal. Is uw oog rood, doet het pijn en is het zicht wazig neemt u dan contact op met de poli: 0543 - 54 45 50.
Mag er een begeleider mee naar de operatiekamer (OK)?Een begeleider mag, in uitzonderlijke gevallen, mee naar de OK.
Moet ik doorgaan met de druppels die ik al gebruik?Ja, tenzij de oogarts anders met u heeft afgesproken. Tussen de druppels kunt u het beste minimaal vijf minuten wachten.
Wanneer mag ik weer autorijden?Een week na de operatie heeft u een belafspraak met de optometrist. Met hem/haar kunt u overleggen of u weer mag autorijden.
Mag ik na de operatie mijn oude bril dragen?Ja, dat mag. Dit kan geen schade aan uw ogen veroorzaken. Soms helpt het om het glas uit de bril te laten halen bij uw opticien. Eventueel kunt u een standaard leesbril halen bij de drogist. Deze leesbril kunt u gebruiken totdat u uw nieuwe bril heeft.
Wanneer mag ik een nieuwe bril uitzoeken?Als u aan één oog geopereerd wordt, heeft u na ongeveer vier weken een afspraak bij de optometrist. Als u aan twee ogen geopereerd wordt, heeft u deze afspraak ongeveer vier weken na de operatie van het tweede oog. Tijdens deze afspraak krijgt u een brilvoorschrift mee die u mee kunt nemen naar de opticien.