U heeft gekozen voor een laparoscopische sterilisatie. In deze folder leest u informatie over:
- voorbereiding op de sterilisatie;
- opname;
- weer thuis;
- wanneer contact opnemen;
- wat u moet weten na de operatie.
Er is een aparte folder ‘
Informatie voor vrouwen die een sterilisatie overwegen’. Daarin staat informatie over de voor- en nadelen van sterilisatie’. Ook adviseren wij u om de folders:
‘Dagopname’ en:
‘Uw operatie en anesthesie’ te lezen (deze laatste folder krijgt u mee op de polikliniek of kunt u halen bij de patiëntinformatie in de centrale hal).
Voorbereiding op de sterilisatieOpname
De ingreep gebeurt meestal in dagbehandeling onder algehele verdoving (narcose). Zie bovengenoemde folders voor meer informatie.
Vergoeding
Deze behandeling valt buiten het basispakket van de zorgverzekering. Informeer bij uw zorgverzekeraar over eventuele vergoeding van de onkosten (wanneer u aanvullend verzekerd bent). De kosten van deze behandeling kunt u vinden op onze website.
Niet zwanger zijn
Zorg ervoor, dat u niet zwanger bent tijdens de sterilisatie. Zorg dat er geen kans is, dat er net een bevruchting heeft plaats gevonden. Als u de pil slikt, maak dan de strip af. Als u een spiraaltje hebt, bespreek dan met de gynaecoloog, wanneer dit verwijderd kan worden. Gebruikt u condooms of is er een risico op een zwangerschap? Dan kan de sterilisatie het beste de eerste week na de menstruatie plaats vinden, in elk geval vóór de eisprong.
Voorbereidingen voor de ingreepNa het gesprek met de gynaecoloog gaat u naar de afdeling Opname, waar u informatie krijgt over:
- de mogelijke datum (week) van operatie;
- wanneer u moet stoppen met het innemen van bloedverdunnende middelen (indien van toepassing);
- wanneer u door de afdeling opname gebeld wordt over hoe laat u zich op de opnamedag moet melden;
- vanaf welk tijdstip u niets meer mag eten, drinken of roken. Een slokje water om medicijnen in te nemen of tanden te poetsen mag.
Voor de operatie krijgt u een afspraak met de
AnesthesieDe anesthesioloog of physician assistant bespreekt met u of de operatie onder verdoving met behulp van een ruggenprik of onder algehele anesthesie (narcose) kan plaatsvinden. In de vragenlijst kunt u bijzonderheden over uw gezondheid en medicatiegebruik aangeven. Juiste informatie is belangrijk, omdat bepaalde medicatie van invloed kan zijn op de medicatie die voor de verdoving wordt gebruikt.
Voor meer informatie over anesthesie kunt u de SKB-brochure
‘uw operatie en anesthesie’ lezen, deze krijgt u op de polikliniek of kunt u opvragen bij de patiëntenservice in de centrale hal van ons ziekenhuis, via e-mailadres
psb@skbwinterswijk.nl of via telefoonnummer 0543 54 44 15.
ApothekersassistentAls u medicijnen gebruikt, gaat u naar de apothekersassistent; zij bekijkt samen met u de medicatie.
AntistollingWanneer u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, meld dit dan aan uw gynaecoloog en aan de verpleegkundige van de afdeling.
Soms vindt er nog poliklinisch vóóronderzoek plaats, met name bloedonderzoek; in sommige gevallen een longfoto; een hartfilmpje (ECG) en een algemeen lichamelijk onderzoek.
Dag van de operatiePatiëntveiligheidTer verhoging van de patiëntveiligheid vragen onze medewerkers regelmatig naar uw naam en geboortedatum. Daarnaast wordt rondom de operatie meerdere malen een checklist afgewerkt, waarbij men nagaat of alle gegevens juist zijn en of alle handelingen zijn uitgevoerd. Ook bij de overdracht van de operatieafdeling naar de verpleegafdeling vindt deze controle plaats.
Laatste voorbereidingen Op de afdeling wordt u door de verpleegkundige voorbereid op de operatie. De verpleegkundige geeft aanvullende informatie en neemt bijzonderheden met u door. In de meeste gevallen zult u al nuchter zijn, dat wil zeggen, dat u niets gegeten, gedronken of gerookt mag hebben. Als dit wel het geval is, kan het zijn, dat de operatie (enige uren) wordt uitgesteld.
Voor de operatie krijgt u een operatiejasje aan. Sieraden (kettingen, horloge, ringen, etc.) moeten allemaal af. Ook eventuele piercings moeten worden verwijderd. Waardevolle spullen kunt u het beste thuis laten. Verder gebruikt u geen make-up of nagellak. Bril, contactlenzen, hoorapparaat of een gebitsprothese kunt u op- of inhouden.
U krijgt voor de operatie al medicatie die door de anesthesioloog is voorgeschreven. De verpleegkundige brengt u met bed naar de operatieafdeling. Indien nodig wordt het te opereren gebied op de operatieafdeling onthaard.
De duur van de operatie is ongeveer een half uur.
Hoe verloopt een sterilisatie?De gynaecoloog maakt in de onderrand van de navel een sneetje van ongeveer 1 cm en brengt een holle naald in de buikholte. Via deze naald wordt de buik met gas opgeblazen om voldoende ruimte te verkrijgen. Door een tweede sneetje boven het schaambeen wordt een instrument ingebracht om de sterilisatie uit te voeren.
Met dit instrument plaatst de arts de clips over de beide eileiders. De eileiders zijn op deze manier meteen afgesloten. Ook kan het zijn, dat beide eileiders over een lengte van 3-4 cm. worden dichtgebrand. De arts verwijdert de instrumenten en laat het gas weer uit de buik lopen. Dan worden de wondjes met zelfoplosbare hechtingen gehecht.
Na de ingreep wordt u naar de uitslaapkamer gebracht, van waar u weer door de verpleegkundige wordt opgehaald. De verpleegkundige doet regelmatig controles en vraagt hoe het met u gaat. Zo nodig krijgt u een recept voor extra pijnstillers mee
.
De artsDe gynaecoloog die u op de polikliniek spreekt, is niet altijd degene die de sterilisatie uitvoert: het kan zijn dat een andere gynaecoloog u behandelt. Ook dan wordt de sterilisatie op de afgesproken manier uitgevoerd. Hebt u hiertegen bezwaar, maak dit dan voor uw behandeling kenbaar.
Mogelijke bijwerkingen en complicatiesZoals bij elke operatie kunnen er bijwerkingen en complicaties optreden. Bij een laparoscopische sterilisatie kunnen er complicaties optreden ten gevolge van de algemene narcose of ten gevolge van de instrumenten die door de buikwand worden ingebracht. Ook bestaat er een (klein) risico op infectie en op mislukken van de sterilisatie, en is er een (geringe) kans op zwangerschap.
Na de sterilisatie komt uw eigen cyclus weer op gang. Omdat het bloedverlies of de pijn tijdens de menstruatie hierbij kan tegenvallen besluiten sommige vrouwen na de sterilisatie alsnog weer de pil te gebruiken.
Slagingskans
Een laparoscopische sterilisatie lukt niet altijd. Door overgewicht of eerdere buikoperaties kan het inbrengen van de naald of de kijkbuis lastig zijn. Soms lukt het niet om de clips op de juiste manier te plaatsen. Een enkele keer kan de gynaecoloog de eileiders niet zien door verklevingen.
Dit komt vaker voor bij vrouwen die buikvliesontsteking, eileiderontsteking of eerdere buikoperatie(s) hebben meegemaakt. Er zijn op dat moment twee mogelijkheden, de operatie stoppen of de buik openmaken met een grotere snede (een zogenaamde bikinisnede), (zie ook operaties, algemeen). Als u bezwaar hebt tegen een dergelijke buikoperatie is het verstandig dit van tevoren aan de gynaecoloog te vertellen. Soms zijn de eileiders te dik of scheuren ze; dan is het onmogelijk om clips aan te brengen.
Het kan ook voorkomen dat de eileiders moeilijk dicht te maken zijn met het instrument waarmee de sterilisatie wordt uitgevoerd. De gynaecoloog maakt dan een derde sneetje in de zijkant van de buik.
Bij zeer hoge uitzondering (minder dan 1 op de 1000 vrouwen) treedt een complicatie op waarvoor een buikoperatie noodzakelijk is. Voorbeelden zijn beschadiging van de darm of blaas of een bloeding. Deze complicaties zijn over het algemeen goed te behandelen, maar vragen een langere ziekenhuisopname en een langduriger herstel en een hoogst enkele keer is het herstel niet zonder blijvende klachten.
Naar huisOver het algemeen kunt u na een uur of 2 weer naar huis. Soms vindt de arts het beter om u een nacht in het ziekenhuis te laten blijven. U kunt niet zelf auto rijden, dus adviseren wij u om iemand te regelen, die u ophaalt. Voor nazorg, zie bijlage. Indien nodig wordt nog een poliklinische nacontrole afgesproken.
Weer thuisDe pijn vermindert meestal de eerste uren na de sterilisatie. Sommige vrouwen hebben nog een paar dagen last. Zo nodig kunt u pijnstillers nemen (paracetamol; volg de adviezen in de bijsluiter). U kunt last hebben van schouderpijn; dit komt doordat er gas in de buik is ingebracht. Dit kan het middenrif prikkelen en dat wordt gevoeld als schouderpijn. Deze pijn verdwijnt meestal na één tot drie dagen.
Direct betrouwbaarEen laparoscopische sterilisatie is meteen betrouwbaar.
Toch zwanger?Na een laparoscopische sterilisatie worden 2-5 op de 1000 vrouwen toch zwanger. Als u zwanger bent, heeft u 30% kans dat het een buitenbaarmoederlijke zwangerschap is. Neem daarom contact op met de gynaecoloog zodra u weet dat u zwanger bent.
VergoedingOverleg met uw zorgverzekeraar of de sterilisatie vergoed wordt; dit kan verschillen per verzekering en verzekeraar.
Vragen
Mocht u nog vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met de polikliniek Gynaecologie. T 0543 54 46 50. Wij zijn bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.00 – 16.30 uur.
Geheimhouding en recht op privacyAlle medewerkers van ons ziekenhuis hebben een geheimhoudingsplicht. Verder heeft u als patiënt recht op privacy. Uitgebreide informatie hierover kunt u vinden in de folder ‘De rechten en plichten van de patiënt’. Deze is verkrijgbaar op de afdeling en bij de patiënteninformatie in de centrale hal. Daarnaast is deze folder te vinden op:
www.skbwinterswijk.nl De inhoud van deze folder is ontleend aan de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG)
Bijlage Adviezen na laparoscopische sterilisatie
U hebt een sterilisatie ondergaan. Het is belangrijk dat u de volgende adviezen opvolgt om de kans op complicaties te verminderen:
- U mag de dag na de operatie de pleisters verwijderen en weer douchen.
- U moet ervoor zorgen dat er geen zeepresten achterblijven in de wond. Na het douchen moet u de wondjes voorzichtig, deppend drogen. Indien de wondjes nog lekken kunt u deze afdekken met een gaasje of pleister.
- U kunt zich een paar dagen niet lekker voelen en wat pijn hebben van de wondjes. Hiervoor mag u Paracetamol gebruiken. Volgt u de bijsluiter in de verpakking.
- Bij schouderpijn kunt u het beste gaan liggen. Deze pijn ontstaat doordat tijdens de ingreep lucht in de buik is geblazen en gaat vanzelf weer over.
- Bij vaginaal bloedverlies kunt u de eerste dagen beter maandverband dan tampons gebruiken. Als u geen vaginaal bloedverlies (meer) hebt, mag u geslachtsgemeenschap hebben.
- De hechtingen zijn oplosbaar; wanneer ze na een week nog aanwezig zijn kunt u ze bij de huisarts laten verwijderen.
- Als u de pil gebruikt, adviseren wij u de strip op te maken; de eerste menstruatie is meestal een paar dagen later.
- U mag na 3-5 dagen het werk weer hervatten.
Mocht u vragen of problemen hebben dan kunt u natuurlijk contact opnemen met de polikliniek Gynaecologie, tel.: 0543 54 46 50. De dag na de ingreep neemt de verpleegkundige contact met u op om te informeren hoe het met u gaat. Heeft u vragen dan kunt u die natuurlijk stellen aan de verpleegkundige.
Neem contact op met de polikliniek Gynaecologie bij de volgende problemen:
- koorts boven 38,5o C;
- abnormaal veel bloedverlies;
- hevige buikpijn.
- roodheid of zwelling van de wondjes.
De polikliniek is van maandag tot en met vrijdag van 08.30 - 16.30 uur bereikbaar. Wanneer zich buiten kantooruren en binnen 3 dagen na de operatie problemen voordoen, neem dan contact op met de afdeling Vrouw/kind: T 0543 54 44 86