Uw baby heeft moeite met drinken uit de borst of fles. Tijdens het drinken zijn er problemen bij het zuigen en/of verslikt uw baby zich. Daarom is geadviseerd om te starten met therapeutisch fingerfeeden. In deze folder leest u wat dit is en waar u op moet letten.
Wat is therapeutisch fingerfeedenHet aanpassen van houding, speen en zuigreeksen helpen uw baby onvoldoende om goed te kunnen drinken. Met therapeutisch fingerfeeden krijgt uw baby de kans om op een ontspannen manier te oefenen om de coördinatie van zuigen, slikken en ademen te verbeteren. Het risico op verslikken wordt verkleind.
Therapeutisch fingerfeeden bestaat uit een aantal stappen, met als doel uw baby veilig en zonder negatieve ervaringen weer uit de borst en/of fles te laten drinken. Het gaat hierbij niet om de hoeveelheid die uw baby drinkt per voedingsmoment, maar om de kwaliteit van het drinken en het aanleren van een goede coördinatie/techniek.
Bij therapeutisch fingerfeeden maakt u gebruik van een spuitje met een sprietje of fingerfeeder. Daarin zit een klein beetje (moeder)melk, dat tijdens het fingerfeeden in het mondje van de baby komt.
De stappenTherapeutisch fingerfeeden gaat als volgt:
- Leg uw baby op uw schoot, waarbij de billen van uw baby tegen uw buik liggen. Uw baby ligt zo goed gesteund, indien mogelijk iets in zijligging.
- Breng uw pink voorzichtig in de mond van uw baby met de nagelkant op de tong. Kijk of uw baby start met zuigen. Breng het sprietje of de fingerfeeder voorzichtig naast uw vinger in de mond van uw baby. Let er op dat het sprietje of de fingerfeeder niet voorbij uw vinger komt.
- Spuit voorzichtig voeding mee als uw baby start met zuigen. Hoeveel voeding per keer meegespoten wordt, wordt vastgesteld op basis van de leeftijd van uw baby en hoeveel voeding uw baby per keer kan wegslikken. Bij pasgeborenen is 0.1 tot 0.2 milliliter gemiddeld. Soms is het nodig om met 0.05 ml per keer te starten. De preverbaal logopedist of verpleegkundige vertelt u hoeveel uw baby op dat moment aankan.
- Wacht vervolgens tot uw baby de voeding wegslikt en ademhaalt. Bij de start van een nieuwe zuigreeks spuit u weer voorzichtig voeding mee.
- Herhaal het meespuiten van voeding zolang uw baby blijft zuigen, geen vermoeidheid en geen van onderstaande stresssignalen laat zien.
Mogelijke stresssignalen tijdens het drinken:
- Wegdrukken van de pink
- Tong omhoog houden
- Wenkbrauwen fronsen of optrekken
- Bewegen met de neusvleugels
- Sneller en hoger ademen
- Onrustig gedrag en zwaaien met de armen
- Vingers spreiden
- Daling van saturatie (zuurstofgehalte in het bloed) of verandering van kleur
- Verslikken
- Kokhalzen
- Geluiden bij het drinken (bijvoorbeeld kloeken, kreunen, rochelen)
Het is belangrijk om te letten op deze stresssignalen, omdat uw baby hiermee laat zien (kortdurend) te willen stoppen met de voeding. Uw baby kan het benauwd krijgen of zich verslikken. Als deze signalen niet gezien worden en doorgegaan wordt met de voeding, kan uw baby de voeding mogelijk als onprettig ervaren. Bij meerdere onprettige drinkervaringen is de kans op het ontwikkelen van voedingsproblemen op latere leeftijd groter.
Vragen? Heeft u nog vragen, neem dan contact op met afdeling Logopedie, te bereiken via de polikliniek Revalidatiegeneeskunde, telefoonnummer 0543 – 54 42 55.
Geheimhouding en recht op privacyAlle medewerkers van ons ziekenhuis hebben een geheimhoudingsplicht. Verder heeft u als patiënt recht op privacy. Uitgebreide informatie hierover kunt u vinden in de folder ‘De rechten en plichten van de patiënt’. Deze is verkrijgbaar op de afdeling en bij de patiënteninformatie in de centrale hal. Daarnaast is deze folder te vinden op:
www.skbwinterswijk.nl