Uw specialist heeft voorgesteld om te starten met de vacuümtherapie, de zogeheten VAC-therapie. VAC staat voor Vacuüm Assisted Closure. Deze behandeling is nodig om ervoor te zorgen dat uw wond beter of sneller geneest. U hebt hiervoor een afspraak bij de wondverpleegkundige. In deze brochure kunt u lezen hoe de vacuümtherapie werkt.
Reden van behandelingU bent door uw specialist naar de wondverpleegkundige verwezen omdat u last heeft van een grote wond, een erg lekkende wond of een chronische wond. Deze kan het gevolg zijn van een operatie, van doorliggen of van een ziekte zoals Diabetes Mellitus (suikerziekte). De vacuümtherapie heeft vaak als doel de wond minder diep te maken. Zodra de wond niet meer diep is, maar oppervlakkig, volgt de volgende stap. Welke dat is, hangt af van uw situatie. Het kan zijn dat de wondverpleegkundige u verder helpt. Of het kan zijn dat u een plastiek krijgt, een ‘huidlapje’, bij de (plastisch) chirurg.
Belangrijk om te wetenDe vacuümtherapie heeft als doel nieuw weefsel de kans te geven om aan te groeien. Toch is het geen wondermiddel. Binnen één tot twee weken na het starten met de therapie moet verbetering te zien zijn. Is dat niet zo, dan is voor u deze therapie minder geschikt en zullen we zoeken naar andere manieren van behandeling. De vacuümtherapie is voor veel patiënten tamelijk belastend. Een goede motivatie helpt.
Uitleg vacuümtherapie- Op de wond wordt een zogeheten wondbedekker gelegd, geknipt op de juiste maat. Dit is een sponsachtig materiaal, dat goed vocht kan doorgeven.
- Over de wond met de spons wordt folie geplakt. De wond is nu luchtdicht verpakt.
- Aan de folie wordt een afvoerslang gekoppeld. De slang is verbonden met een pomp.
- De pomp wordt aangezet. De spons wordt vacuüm getrokken, tegen de wond aan. Het wondvocht wordt afgevoerd door de slang en verdwijnt in een opvangbeker. In de opvangbeker zit een zakje gel, dat het wondvocht verdikt.
Duur van de vacuümtherapieU bent 24 uur per dag verbonden met de pomp, gedurende een aantal dagen of weken. Tussendoor wordt de wondbedekker twee keer per week vervangen, in het ziekenhuis of thuis. De wondverpleegkundige bepaalt wanneer de therapie kan worden beëindigd.
Functioneren met de vacuümtherapieDe materialen en hulpmiddelen zijn zo gemaakt, dat u zo normaal mogelijk kunt functioneren.
- Het afvoeren van vocht door de slang kan een wat pruttelend geluid geven. Als u gaat slapen, is er genoeg ruimte om de pomp een eind van het bed af te zetten, zodat het geluid u niet stoort. De afvoerslang is hiervoor lang genoeg.
- Wat kleding betreft, krijgt u van ons tips hoe u uw kleding kunt aanpassen aan de vacuümtherapie.
- Als u op stap gaat, kunt u de pomp in een tasje meenemen. De pomp is zo groot als een draagbare radio.
- U krijgt een voorraad wondbedekkers en bekers mee naar huis.
- Het vacuümapparaat krijgt u te leen via het ziekenhuis. Bij nabestelling en technische problemen met de pomp moet u contact op nemen met de thuiszorgorganisatie die is ingeschakeld als achterwacht.
- In overleg met de (wond)verpleegkundige van de thuiszorgorganisatie zou u kunnen douchen op de wisseldag. De pomp mag niet nat worden, maar de slang is lang genoeg om de pomp ver bij de douche vandaan te leggen.
Belangrijke aandachtspunten tijdens de vacuümtherapieHet is heel belangrijk dat de pomp constant aan blijft staan. Als deze langere dan 2 uur uit staat, om wat voor reden dan ook, kunnen er bacteriën gaan groeien in de wond. Dan gaat de wond achteruit; de kans op infectie wordt groter en u kunt koorts krijgen. Het apparaat werkt op een accu die 12 tot 16 uur werkt. Deze kunt u het beste ’s nachts opladen bij het stopcontact. Als er iets mis is, geeft het apparaat een waarschuwingsgeluid. Bijvoorbeeld:
- als de opvangbeker vol is;
- als de accu bijna leeg is;
- als de afvoerslang bekneld is;
- als er niet genoeg vacuümdruk is.
Wij hebben in overleg met u een thuiszorgorganisatie ingeschakeld, welke als achterwacht dient. De verpleegkundige van de thuiszorgorganisatie komt 1 keer per dag kijken of alles goed gaat; deze kunt u bij alarmering 24 uur per dag bellen.
VerbandwisselsTwee keer per week wordt de wondbedekker vervangen. Het verwijderen van het materiaal kan pijnlijk of gevoelig zijn. Daarvoor kunt u een pijnstiller krijgen. De wond kan korte tijd iets bloeden. Dit is normaal. Meestal betekent het dat de wond goed geneest.
MeenemenAls u naar het ziekenhuis komt om de wondbedekker te wisselen moet u altijd het koffertje met snoer en oplader meenemen. Ook neemt u het materiaal mee (beker en spons).
Contact opnemenAls de opvangbeker binnen een uur vol zit met bloed, belt u het ziekenhuis. Ook bij hoge koorts, als u zich ziek voelt, of bij andere problemen als gevolg van de behandeling neemt u contact op met de medewerkers van de wondpolikliniek.
De wondpoli is bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 16.00 uur op telefoon: 0543 54 45 23. Buiten deze tijden draait u het algemene nummer 0543 54 44 44 en vraagt naar de afdeling Spoedeisende Hulp. Ook kunt u ons mailen via
wondzorg@skbwinterswijk.nl.
Tot slotAls u verhinderd bent om uw afspraak na te komen, verzoeken we u zo spoedig mogelijk contact met ons op te nemen en de afspraak te verzetten. Op die manier kunnen we in uw plaats een andere patiënt helpen.
Geheimhouding en recht op privacyAlle medewerkers van ons ziekenhuis hebben een geheimhoudingsplicht. Verder heeft u als patiënt recht op privacy. Uitgebreide informatie hierover kunt u vinden in de folder ‘De rechten en plichten van de patiënt’. Deze is verkrijgbaar op de afdeling en bij de patiënteninformatie in de centrale hal. Daarnaast is deze folder te vinden op:
www.skbwinterswijk.nl.