Het enige wat je nog voor je kind kan doenEens uit de moederschoot geboren,Nu heb je opeens je kind verloren.De klok lijkt even stil te staan,Het heden wil niet weer verder gaan.Leeg in je hoofd en lam in je benen,In een roes de uitvaart regelen, afscheid nemen.Het enige wat je nog voor je kind kan doen,Is een lief gebaar of een laatste zoen.Dit hoofdstuk is veel te vroeg afgesloten,Hopelijk heb je van de tijd samen wel genoten.Je verleden samen is misschien wel zoek,Later koester je het zoals een dierbaar boek. Claudia Rodenburg Je hebt van de gynaecoloog gehoord dat je kindje is overleden en je kreeg het advies om in het ziekenhuis te bevallen. Voor jou is dit een verdrietige, emotionele en ook onzekere periode. Je moet op korte termijn gaan nadenken en beslissen over dingen die plotseling op je afkomen. Beslissen over de bevalling, over het contact met je kindje en het afscheid. Je hebt waarschijnlijk een heleboel vragen.
Met dit informatieboekje willen we proberen je te helpen in deze intensieve periode. Als wij hier spreken over ‘je’, bedoelen wij meestal beide ouders, partners of dierbare naasten. Soms wordt over ‘je’ gesproken en wordt alleen de moeder bedoeld.
GevoelensNiets is ingrijpender in het leven van een mens dan geboorte en dood. Het hoogtepunt van de verwachting van een nieuw leven staat zo lijnrecht tegenover het bericht dat je kindje is overleden. Het is een hoogte- en dieptepunt tegelijk.
Het slechte nieuws kan je overvallen, bijvoorbeeld als tijdens een normale zwangerschapscontrole geen harttonen meer te vinden zijn. Het kan ook zijn dat je zelf al een voorgevoel had of minder leven voelde en daarom een extra controle hebt laten uitvoeren. In alle gevallen komt het slechte nieuws als een enorme schok, die uiteenlopende gevoelens kan oproepen. De eerste reactie is vaak ongeloof, ‘dit kan niet waar zijn’.
Sommige ouders voelen zich rustig en gevoelloos, alsof ze verlamd zijn. Anderen voelen zich meteen boos en opstandig. Deze gevoelens kunnen overgaan in een intens gevoel van verdriet of schuldgevoelens. Gevoelens kunnen elkaar afwisselen en zijn onderdeel van een proces dat iedereen op zijn eigen manier beleeft en doormaakt.
Deze gevoelens kunnen je overvallen alsof je er geen grip meer op hebt. Je kunt het gevoel hebben geheel uit balans te zijn of je voelt je als een kruidvat dat op ontploffen staat. Het helpt om erover te praten of op een andere manier deze gevoelens te uiten. Dat kan een manier zijn om jezelf te ontladen.
Waarom geen keizersnede?De eerste, zeer begrijpelijke, reactie is vaak de vraag om het kind zo snel mogelijk geboren te laten worden. Ervaring leert dat ouders het afsluiten van de zwangerschap met een normale bevalling achteraf toch als positief ervaren. Moeders kunnen dan het gevoel hebben op een actieve en positieve manier iets gedaan te hebben voor hun kindje. Bovendien brengt een keizersnede risico’s met zich mee, zoals elke andere operatie.
Hoe verder?De gynaecoloog zal je alles vertellen over de mogelijke oorzaak van het overlijden van je kindje. Soms zal er nog verder onderzoek worden gedaan. Je wordt geïnformeerd over de gang van zaken bij de bevalling. Vaak wordt geen spontane bevalling afgewacht, maar afgesproken om de bevalling op gang te brengen. Hiervoor word je opgenomen in het ziekenhuis.
Voordat dit gebeurt, krijg je eerst het advies om nog enige tijd naar huis te gaan. Zo krijg je de kans de eerste schok te verwerken in je eigen omgeving. Ook kun je in deze periode nadenken over wat je te doen staat en beslissen wie je alvast wilt informeren: familie, vrienden, huisarts of verloskundige. Je kunt met hen bespreken welke hulp, zowel praktisch als emotioneel, je op prijs stelt. In het hoofdstuk na de bevalling staan nog meer punten waar je alvast over na zou kunnen denken.
Probeer bij je beslissingen zoveel mogelijk ruimte te geven aan je persoonlijke wensen en overtuigingen. Dat helpt zeker bij de verwerking later.
De opnameJe bespreekt het tijdstip van opname met de gynaecoloog en de afdeling. Mocht je je, in afwachting van de opname, niet meer prettig voelen, dan kun je altijd rechtstreeks contact opnemen met de
verpleegafdeling via 0543 54 44 86.
Je wordt opgenomen op een eenpersoonskamer. Natuurlijk kan je partner de gehele opnameduur blijven; voor eten en drinken wordt gezorgd. Voor de nacht is er een extra bed en er is douchegelegenheid. Als andere dierbaren willen komen, kan dit altijd in overleg. Ook via je mobiele telefoon kun je contact onderhouden met je dierbaren. Tijdens de opname word je begeleid door zoveel mogelijk dezelfde gespecialiseerde verpleegkundigen. Na de eerste kennismaking volgt een gesprek waarin ook alle ruimte is voor je vragen.
De bevallingVoor het opwekken van de weeën krijg je medicijnen toegediend. Dit wil niet zeggen dat de weeën meteen op gang komen. Zeker bij een korte zwangerschapsduur kan dit sterk variëren, van enkele uren tot enkele dagen. Bij een ingeleide bevalling verloopt de ontsluiting – dat is het opengaan van de baarmoedermond – vaak anders dan bij een gewone bevalling. Ook de pijn van de weeën kan anders worden ervaren. Door het plotseling opkomen van de weeën kunnen ze heftig zijn, maar ook de ervaring van zinloosheid van de pijn kan een rol spelen bij de beleving ervan. Geef vooral op tijd aan wanneer de pijn te hevig wordt. De pijn kan onder andere verdoofd worden via een ruggenprik, de zogenaamde epidurale anesthesie. De ruggenprik wordt door een anesthesioloog ingebracht. Pijnbestrijding kan de bevalling draaglijker maken. Meer informatie kun je lezen in de folder: ‘Pijnbestrijding tijdens de bevalling’.
De bevalling zelf kan vrij plotseling beginnen. De arts en verpleegkundige zullen je intensief begeleiden.
Kijken naar je kindjeJe kunt bij jezelf een schroom bemerken om naar je kindje te kijken. De voorstelling die ouders maken is vaak erger dan hoe de werkelijkheid ervaren wordt. De duur van de zwangerschap en het tijdstip van overlijden hebben invloed op hoe je kindje eruit kan zien.
Stel je vragen aan de gynaecoloog of de verpleegkundige. De meeste ouders vinden dat hun kindje er in werkelijkheid mooier uitziet dan zij hadden verwacht. Door goed te kijken, ontdekken ouders soms gelijkenissen met zichzelf of eventuele andere kinderen. Dit kan, ondanks het grote verdriet, tot een gevoel van herkenning leiden. Ouders vertellen dat ze steeds meer mooie dingen in hun eigen kindje gaan zien naarmate ze langer en beter kijken. Die mooie dingen blijven ook langer in hun herinnering. Na het kijken kun je je kindje aanraken of vasthouden. Je kunt zelf of samen met de verpleegkundige je kindje aankleden of in een doek wikkelen.
Een naamDoor je kindje een naam te geven, geef je hem of haar een identiteit en erkenning. Je laat daarmee aan iedereen zien en horen dat dit kindje echt jouw zoon of dochter is en voor altijd zal zijn. Je voorkomt hiermee dat er achteraf over je kindje als ‘het’ of ‘de baby’ wordt gesproken.
Andere gezinsleden en vrienden om je heenErvaring leert dat het erg belangrijk is om je eventuele andere kinderen te betrekken bij de kennismaking met je gestorven kindje. Hoe intensief dit gebeurt, kan ook afhankelijk zijn van hun leeftijd. Behalve naar hun broertje of zusje kijken, kunnen ze een tekening maken of helpen met het uitzoeken van kleertjes of knuffeltjes. Andere familieleden die je nabij staan, kunnen ook de behoefte hebben om je kindje te zien. Later heb je dan meer mensen met wie je je herinneringen kunt delen.
Geboortekaartjes of een advertentieHet kan verstandig zijn om mensen uit je omgeving te laten weten dat je kindje levenloos geboren is, door een kaartje te sturen of een advertentie te plaatsen. Zo kun je pijnlijke vragen van nietsvermoedende mensen voorkomen. Door zelf deze ingrijpende gebeurtenis in je leven openbaar te maken, geef je anderen de gelegenheid om met je mee te leven. Andere ouders hebben dit meeleven als steunend en versterkend ervaren, vooral van ouders die hetzelfde verlies hebben meegemaakt. Ideeën of adviezen over geboortekaartjes kun je overleggen met de verpleegkundige.
Nazorg door kraamzorg, verloskundige of huisartsAls je weer naar huis gaat, wordt de verloskundige of huisarts ingeschakeld om je thuis te bezoeken, ook wanneer je tijdens de zwangerschap onder controle stond bij de gynaecoloog. In principe heb je, als je na 24 weken zwangerschap bevalt, recht op kraamzorg. De verpleegkundige van de afdeling neemt hiervoor contact op met het kraamcentrum. Met de kraamverzorgende, verloskundige of huisarts kun je spreken over de reacties van je lichaam na de bevalling, zoals naweeën, vloeien of last van de hechtingen. Borststuwing na de bevalling zonder een kind om te voeden is een pijnlijke ervaring. Hierdoor kun je het gemis des te meer voelen. Praat over deze ongemakken. Behalve emotionele ondersteuning kan de kraamverzorgende je ook praktische adviezen geven, zoals het dragen van een strakke BH. Met je arts kun je bespreken of je medicijnen nodig hebt om de melkproductie te voorkomen of te stoppen.
Nazorg door de arts, verpleegkundige en geestelijk verzorgerBij vertrek uit het ziekenhuis krijg je een afspraak mee voor nacontrole bij de gynaecoloog. De polibezoeken zijn bedoeld om met je te bespreken hoe het met je gaat, zowel lichamelijk als emotioneel. Ook worden de uitslagen van de onderzoeken besproken. Misschien is het zinvol om de vragen die je wilt stellen van tevoren op te schrijven en mee te nemen naar de gynaecoloog.
Ook krijg je, twee weken na de bevalling, een gesprek met de verpleegkundige van het ziekenhuis die je heeft begeleid. In dit gesprek staat de verpleegkundige nog een keer stil bij de zorg en je ervaringen rondom de opname en de bevalling. De verpleegkundige overlegt met je of je het op prijs stelt dat jouw naam en telefoonnummer aan de geestelijk verzorger van het ziekenhuis worden doorgegeven. De geestelijk verzorger zal dan zes weken na de bevalling contact met je opnemen om te horen hoe het nu met je gaat en of je behoefte hebt aan een vervolggesprek, eventueel bij je thuis.
In de tijd na de thuiskomst groeit het besef dat je verder moet leven zonder je kindje. Dit kan uitermate pijnlijk zijn. Vaak komt de moeilijkste periode na de begrafenis of crematie, als iedereen om je heen weer doorgaat met zijn gewone bezigheden. De geestelijk verzorger kan je ondersteunen of begeleiden. Wat je met de geestelijk verzorger wilt bespreken, hangt af van je eigen wensen. Misschien heb je alleen behoefte aan iemand die luistert, het kan ook zijn dat het je zwaar valt om je leven weer op te pakken en je daarover wilt spreken.
Adviezen van lotgenoten - Je steeds wisselende en heftige emoties kunnen je in de war brengen. Het is heel normaal dat gedurende een lange periode verdriet, opluchting, schuldgevoel, boosheid en ook gelukkige momenten elkaar afwisselen. Belangrijk is wel om deze gevoelens te uiten door erover te praten of te huilen. Erover schrijven of tekenen kan helpen om orde in deze chaos te brengen.
- In deze periode kun je jezelf zo kwetsbaar voelen dat je extra gevoelig bent voor opmerkingen van anderen. Zoek vooral contact met mensen die je nabij zijn en met wie je je vertrouwd voelt. Soms vinden vrienden of familie het moeilijk om een gesprek te beginnen over je verlies. Vaak blijkt dat anderen ook behoefte hebben om erover te praten, maar zelf niet durven te beginnen. Probeer er daarom zelf het initiatief toe te nemen; het kan jullie beiden helpen.
- Schuld- en faalgevoelens kunnen ook een rol spelen. Je geeft jezelf de schuld, of je kunt het gevoel hebben dat anderen schuld hebben. Het kan rust en duidelijkheid geven als je dit bespreekt.
- Mannen en vrouwen verwerken het verlies vaak in een verschillend tempo en op verschillende manieren. Mannen drukken hun eigen emoties vaak naar de achtergrond omdat ze vinden dat het steunen van hun partner het belangrijkste is. Soms willen mannen hun vrouw beschermen door niet over hun kindje en het verdriet te praten. Je zou dit als een gemis kunnen ervaren, omdat je het verdriet niet samen beleeft of deelt. Probeer met elkaar te bespreken hoe jij dit beleeft.
- Het seksuele contact met je partner is vaak niet hetzelfde als voor de zwangerschap. De meeste vrouwen hebben tijd nodig om zichzelf terug te vinden voordat ze weer zin hebben in vrijen. De eerste behoefte is vaak warmte en aandacht. Het gebruik van voorbehoedsmiddelen kan als tegenstrijdig worden ervaren.
- Volwassenen willen hun kinderen vaak sparen voor pijn en verdriet. Toch merken kinderen dat je verdrietig bent. Ze buiten houden kan onzekerheid en schuldgevoelens veroorzaken.
Herinneringen Foto’sFoto’s zijn tastbare en kostbare herinneringen. Omdat je maar zo’n korte periode samen met je kindje hebt, kunnen foto’s later houvast en troost bieden. Als je dat wilt, kun je foto’s aan bezoek laten zien en hen zo alsnog laten kennismaken met je kindje. Denk ook aan de mogelijkheid om eventuele broertjes en zusjes samen met je kindje te fotograferen. Daarnaast kan het mooi zijn om specifieke foto’s van je kindje te maken, zoals van alleen de handjes of voetjes. Op de afdeling is een fototoestel aanwezig en de verpleegkundige kan de foto’s voor je maken. Als je dit wilt, kun je je kindje ook vastleggen op je eigen video. Een andere mogelijkheid is 'Make a Memory', een organisatie met professionele fotografen die kosteloos foto’s kunnen maken (www.makeamemory.nl).
Andere tastbare herinneringenOp de afdeling krijg je een boekje waarin je alle gedachten en herinneringen kunt bewaren, zoals een haarlokje. Ook kunnen wij hand- en/of voetafdrukjes maken. Je kunt aan de verpleegkundige vragen om een kopie van het verpleegdossier; dit geeft een beeld van de gebeurtenissen tijdens je verblijf in het ziekenhuis.
ZegenenAls je je kindje wilt laten zegenen, kun je contact opnemen met je eigen pastoor of dominee. Ook kan de geestelijk verzorger van het ziekenhuis ingeschakeld worden om aan deze wens te voldoen.
AangifteElk kindje dat geboren wordt na een zwangerschap van meer dan 24 weken moet worden aangegeven bij de burgerlijke stand in de gemeente waar de bevalling plaatsvond. Het ziekenhuis geeft een verklaring af waaruit blijkt dat je kindje levenloos geboren is. De vader of partner kan de aangifte zelf doen, eventueel met ondersteuning van de uitvaartverzorger.
Voor kinderen die geboren zijn na een zwangerschap van minder dan 24 weken gelden geen wettelijke bepalingen voor aangifte. Je mag als ouders zelf, onafhankelijk van de duur van de zwangerschap, je kindje bijschrijven in jullie trouwboekje.
ObductieEen obductie is een gedetailleerd onderzoek door de patholoog/anatoom om meer duidelijkheid te krijgen over de oorzaak van het overlijden. Dit zal vrijwel zeker met je worden besproken. De bevindingen van zo’n onderzoek kunnen je als ouders helpen bij het begrijpen en aanvaarden van het overlijden van jullie kindje. Soms is onderzoek ook van belang in verband met erfelijke aspecten bij een eventuele volgende zwangerschap. Bovendien kan het onderzoek van je kindje bijdragen aan een beter inzicht in ziekten van pasgeborenen, zodat de zorg voor zieke pasgeborenen in de toekomst verder verbeterd kan worden.
Misschien schrik je van deze gedachte en wil je niet dat dit met je kindje gebeurt. Heb je bezwaren tegen zo’n onderzoek, dan heb je alle recht om dit te weigeren; iedereen zal je beslissing respecteren. Lang niet altijd wordt er een duidelijke oorzaak voor het overlijden gevonden. Dit kan gemengde gevoelens teweegbrengen. Aan de ene kant is er de opluchting omdat het kindje gezond was, wat meestal betekent dat er geen risico op herhaling is. Aan de andere kant kan dit je gevoelens van onbegrip en opstandigheid versterken, omdat het zinloze van dit sterven blijft bestaan.
VlinderwandIn het ziekenhuis bestaat een vlinderwand. Dit is een groot schilderij dat in het stiltecentrum hangt en een herdenkingsplek is, speciaal bedoeld voor ouders die hun kindje hebben verloren tijdens de zwangerschap of rond de bevalling. Deze vlinderwand is ook bedoeld als ontmoetingsplek met lotgenoten. Na de bevalling van je overleden kindje word je de mogelijkheid geboden om samen met de begeleidende verpleegkundige naar het stiltecentrum te gaan. Hier kun je op het schilderij een vlinder plaatsen met daarop de naam en geboortedatum van je kindje. Op de achterzijde van de vlinder is ruimte voor een paar woorden of een klein gedichtje.
Als je bent ontslagen uit het ziekenhuis, kun je op elk gewenst moment naar deze herdenkingsplek komen, omdat het stiltecentrum voor iedereen toegankelijk is. Er ligt een boekje bij het schilderij waarin gedachten en gevoelens op papier kunnen worden gezet. Na ongeveer een half jaar krijg je een uitnodiging voor een herdenkingsbijeenkomst. Op deze avond komen maximaal acht ouderparen, die allemaal hun kindje hebben verloren. Deze avond wordt verzorgd door de dienst geestelijke verzorging van ons ziekenhuis in samenwerking met een verpleegkundige. Deze bijeenkomst is mede bedoeld om in contact te komen met lotgenoten, zodat jullie ervaringen met elkaar kunnen delen. Aan het eind van deze bijeenkomst mag je de vlinder meenemen naar huis.
Naar huisZodra het mogelijk is, kun je weer naar huis. Je kindje mag mee. Je kunt met de uitvaartverzorger bespreken hoe je het thuis wilt regelen. Als je besluit om je kindje niet mee te nemen naar huis, kan het opgebaard worden in de rouwkamer van de uitvaartverzorger.
Terug naar huis betekent ook weg uit de veilige omgeving van het ziekenhuis, met de mensen die weten wat er is gebeurd, maar ook een terugkeer naar je eigen vertrouwde omgeving. Terugkomen in een leeg huis kan heel aangrijpend zijn. Het kan ook betekenen dat je geconfronteerd wordt met de volheid van je huis: de kinderkamer met de babyspullen waarmee je de komst van je kindje had voorbereid.
Ga vragen van vrienden, kennissen en familie niet uit de weg en betrek hen zoveel mogelijk bij je eigen verwerking. Neem je tijd voordat je eventueel je werk weer hervat; dat geldt voor beide ouders. Verdriet verwerken kost meer tijd dan de buitenwereld denkt. Bespreek het op tijd met je werkgever of je bedrijfsarts.
Lotgenoten kunnen je enorm steunen. Meer informatie en adressen vind je achterin dit informatieboekje.
Begraven of cremerenWordt een kindje geboren na een zwangerschap van minder dan 24 weken, dan zijn er geen regels. Niets is verplicht of verboden; je kunt als ouders zelf kiezen voor wel of geen begrafenis of crematie. Een crematie kan door het ziekenhuis geregeld worden. Overleg hierover met de verpleegkundige van de afdeling.
Voor kinderen die geboren zijn na een zwangerschap van 24 weken of meer geldt een wettelijke plicht tot begraven of cremeren. De keuze tussen een begrafenis of crematie is erg persoonlijk. Iedereen moet zijn keuze baseren op zijn eigen gevoel. Voor het regelen van een begrafenis of crematie wordt bijna altijd een uitvaartverzorger ingeschakeld, maar je kunt het ook zelf doen. Op de polis van jullie uitvaartverzekering kun je nakijken hoe jullie verzekerd zijn voor de kosten van de begrafenis of crematie van je kindje.
Afscheid nemenNeem voldoende tijd om afscheid te nemen en alles naar eigen wens te regelen. Overleg met je uitvaartverzorger hoe je afscheid wilt nemen; er is veel mogelijk. Misschien is het fijn om iemand erbij te hebben die betrokken is, maar tegelijkertijd ook in staat is een zekere afstand te bewaren en je zo te helpen de beslissingen te nemen die bij je passen. Beslissingen die aansluiten bij je eigen ervaring op dat moment.
Enkele tips- Je kindje mag thuis opgebaard worden.
- Je mag zelf een kistje maken, in elke kleur of gewenste versiering. Je kunt het kistje bekleden met een dierbare stof, bijvoorbeeld iets van de babykamer.
- Er mogen knuffels en tekeningen mee in het kistje.
- In plaats van een kistje mag je kindje ook in een mandje, reiswieg of doek worden gelegd.
- Kies de bloemstukjes voor op het kistje niet te groot.
- Wil je een afscheid met een kerkdienst, dan kun je voor steun en advies terecht bij je pastor of dominee.
- De rouwdienst kan in principe overal plaatsvinden, dus ook in de huiskamer in plaats van in een aula of kerk.
- Je kunt behalve een religieus voorganger ook een humanistische raadsman of -vrouw, of een goede vriend of vriendin vragen om een toespraak te houden. Het kan troost bieden als er tijdens de afscheidsdienst iemand is die je gevoelens van dat moment kan verwoorden, die je verwachtingen, hoop en verdriet hardop kan uitspreken. Je andere dierbare aanwezigen kunnen daardoor dit moment met je delen.
- Denk voor passende muziek eventueel aan een speeldoosje of kinderliedjes. Misschien zong je in je zwangerschap al favoriete liedjes voor je kindje.
- Denk aan het maken van foto’s tijdens de plechtigheid of het opnemen/filmen van de plechtigheid.
- In het algemeen wordt aangeraden om eventuele broertjes en zusjes mee te nemen naar de begrafenis. Zij kunnen dan bijvoorbeeld een ballon voor hun broertje of zusje oplaten. De aanwezigheid bij de begrafenis kan hen helpen het verlies van hun broertje of zusje als werkelijkheid te beleven en dit een plek te geven.
Tot slotEr is veel geschreven en veel gelezen. Er is veel gezegd en veel gedacht. Gehuild en getroost, maar je pijn is nog voelbaar. Pijn verwerken is rouwarbeid verrichten. Vertrouw erop dat dit uiteindelijk, op je eigen tijd, een plek krijgt in je leven. We willen dit informatieboekje afsluiten met een gedicht van de pagina ‘Lieve Engeltjes’ van internet. Wij wensen je veel sterkte.
Namens de medewerkers van afdeling Vrouw-kindStreep hun naam niet door.Al zijn zij tot stof vergaan.Streep hun naam niet door,Alsof ze nooit hebben bestaan.’t Liefste wat ik heb bezeten,’t toekomstbeeld van mijn bestaan.Vraag me niet om dat te vergeten,En gewoon weer door te gaan.Want ik wil weer verder leven,Maar ik weet niet hoe dat moet.‘k hoor bij hen die achterbleven,overleven dat vergt moed.Streep daarom hun naam niet door,Noem hun naam en laat me weten,Dat ook jij niet zult vergeten.Zo alleen kan ik verder gaan.Handig om mee te nemenWij adviseren je bij opname het volgende mee te nemen:
- een geldig identificatiebewijs: paspoort, identiteitskaart, rijbewijs of vreemdelingendocument. Ben je nog niet ingeschreven of zijn je gegevens gewijzigd? Laat dat dan wijzigen bij de receptie in de centrale hal, voordat je naar je afspraak gaat.
- eventueel papieren van je uitvaartverzekering
- mapje met telefoonnummers; schrijfblok met pen of eigen dagboek
- leesboek, tijdschrift of puzzelboek, laptop of tablet
- fototoestel, videocamera (denk ook aan volle accu’s, batterijen, etc.)
- kleertjes voor uw kindje inclusief hemdje, mutsje, sokjes, omslagdoek
- knuffeltje
- eventueel reiswieg of een rieten mandje
- voldoende nachtgoed, kleding en toiletspullen voor u en uw partner
- strakke beha (sportbeha)
- kraamverband in huis
Adressen Landelijke zelfhulporganisatie
Ouders van een overleden kind
www.oudersoverledenkind.nl 0252 370 604
Stichting ‘Achter de regenboog’
www.achterderegenboog.nl030 236 8282
Stichting ‘ in de wolken
www.in-de-wolken.nl040 226 0173
Stichting ambulante Fiom
www.fiom.nl073 612 8821
Landelijke Stichting Rouwbegeleiding
www.steunbijverlies.nl030 276 1500
Humanistisch verbond
www.humanistischverbond.nl 020 521 9000
www.uitvaart.nlu vindt daar ook de brochure van Claudia Rodenburg-Folkerts
Lotgenotencontact
www.lieveengeltjes.nl
Boeken
Stille baby’s; Christine Geerinck-Vercammen
Rouwverwerking bij doodgeboorte en zwangerschapsafbreking.
ISBN 9029521864
Geen ooievaar in de tuin; E. van Amstel
ISBN 902971543x
Met lege handen; M. Cuisinier en H. Janssen
Vrouwen over het verlies van hun baby in de zwangerschap of rond de bevalling.
ISBN 9026966997
Je kind verliezen; M. van den Berg
ISBN 9024292670
Roerloos; Yvonne van Emmerik, gedichtenbundel
ISBN 9064163634
Bloem, steen; Esther Jansma, gedichtenbundel
ISBN 9070459140
Een lege wieg; De baby is er niet meer.
Brochure van de vereniging ‘Ouders van een Overleden Kind.