Logo Streekziekenhuis Koningin Beatrix.
 
Klik op deze knop om alle folders te doorzoeken.Zoek folders
Klik op deze knop om dit document te printen.Print pagina
Klik op deze knop om dit document als PDF te downloaden.Download PDF
Klik op deze knop om de tekstgrootte te vergroten.Grotere tekst
Klik op deze knop om de tekstgrootte te verkleinen.Kleinere tekst

PiMS folder informatie logo

Orthopedie
Chirurgie

Voorste kruisbandreconstructie

Voorste kruisbandreconstructie

De knop om deze folder als favoriet te markerenFavorietDe knop om deze folder per email door te sturen.Stuur door
U staat op de wachtlijst voor een reconstructie van de voorste kruisband. Tijdens deze operatie vervangt de specialist (orthopeed of chirurg) de beschadigde kruisband door twee pezen van de hamstrings of door een deel van de pees die van de knieschijf naar het onderbeen loopt. Deze folder is opgesteld om u de nodige informatie te verstrekken over voorbereiding, operatie en leefregels nadien.

Wat is een voorste kruisband?
Een gewrichtsband (ligament) is een structuur, die als functie heeft een gewricht een goede stevigheid te geven door geleiding en remming van bewegingen in het gewricht. De meeste gewrichten hebben gewrichtsbanden aan de buitenzijde van het gewricht. De knie heeft daarnaast ook nog twee gewrichtsbanden in het centrum van het gewricht. Deze twee gewrichtsbanden zijn de voorste en achterste kruisband, die elkaar qua richting kruisen.

Door zijn specifieke aanleg kan de voorste kruisband een goede stabiliteit bieden. De voorste kruisband zorgt er onder andere voor dat het onderbeen altijd in de juiste positie ten opzichte van het bovenbeen staat. Als de voorste kruisband er niet zou zijn zou het onderbeen ten opzichte van het bovenbeen een te grote beweging naar voren kunnen maken, waardoor de stabiliteit minder wordt en er beschadigingen kunnen optreden in het kniegewricht.

Het kniegewricht
De knie bestaat uit drie botdelen: het bovenbeen, het onderbeen en de knieschijf. Om de knie ligt een gewrichtskapsel. Buiten dit gewrichtskapsel heeft de knie twee banden, die voor zijdelingse stabiliteit van de knie zorgen. Midden in de knie liggen de voorste en de achterste kruisband. Zij voorkomen dat het onderbeen naar voren of naar achteren verschuift. Daarnaast voorkomen de kruisbanden bepaalde draaibewegingen tussen boven- en onderbeen. In de knie bevinden zich tussen het boven- en onderbeen twee maanvormige schijfjes van zacht kraakbeen (de meniscus). Deze vangen schokken van de knie op en zorgen dat boven en onderbeen in iedere stand goed op elkaar passen. Elk botdeel is bekleed met een laag kraakbeen.

Voorste kruisbandruptuur (scheur)

Bij u is geconstateerd dat de voorste kruisband van uw knie gescheurd is. De voorste kruisband kan scheuren door een plotselinge draai, door uit te glijden of door lichamelijk contact bij het sporten. Dit wordt meestal ervaren als “door de knie gaan” en gaat vaak samen met een knappend geluid. Meestal wordt de knie direct daarna dik.

De voorste kruisband is belangrijk voor de stabiliteit van uw knie. De gescheurde kruisband kan klachten geven zoals het op onverwachte momenten door de knie gaan, soms geen controle over de knie of het niet goed kunnen traplopen. Het is mogelijk om met een kapotte kruisband goed te functioneren. Daarom wordt altijd eerst geprobeerd om met behulp van fysiotherapie de spieren zodanig te trainen, dat ze voor een gedeelte de functie van de kruisband kunnen overnemen. Een gescheurde kruisband hoeft dus niet altijd vervangen te worden. Alleen wanneer dit onvoldoende resultaat heeft, kan de arts voorstellen een nieuwe kruisband te plaatsen.

Diagnose en onderzoek
De arts stelt de diagnose aan de hand van de aard van de klachten, het lichamelijk onderzoek, röntgenfoto’s en eventueel een arthroscopie (kijkoperatie) of MRI-scan van de knie.

Opname en behandeling
Na het bezoek aan de arts gaat u naar de afdeling Opname.
Hier krijgt u informatie over:
Pré-operatief spreekuur (POS)
Voor de operatie krijgt u een afspraak bij de anesthesioloog, apothekersassistente en de verpleegkundige.

De anesthesioloog
De anesthesioloog beschikt over uw medische gegevens, uw medicijnlijst, laboratoriumgegevens en eventueel een hartfilmpje. Op basis van deze gegevens bepaalt de anesthesioloog tijdens uw bezoek of u in een goede conditie bent voor de operatie.

Meestal vindt de operatie van de knie plaats onder verdoving door middel van een ruggenprik. De anesthesioloog zal dit met u bespreken. Hij of zij zal u ook vragen naar uw eventuele medicijngebruik. Juiste informatie over uw eigen medicatie is belangrijk, omdat deze medicatie van invloed kan zijn op de medicatie die voor de verdoving wordt gebruikt.

Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, meld dit dan aan de arts. In de meeste gevallen moet dit ruim voor de operatie tijdelijk gestaakt worden. Meer informatie kunt u vinden in de folder Uw operatie en anesthesie.

De apothekersassistente.
Als u medicijnen gebruikt gaat u langs bij de apothekersassistente, zij bekijkt samen met u de medicatie.

De verpleegkundige
In het gesprek met de verpleegkundige komt de verzorging en behandeling tijdens uw opname in het ziekenhuis aan bod. Verder gaat het gesprek over de situatie bij u thuis en welke zorg u daar nog nodig heeft bij ontslag. Natuurlijk hebt u ook alle gelegenheid om vragen te stellen.

Antistolling
Denk aan het tijdig stoppen met het innemen van bloedverdunnende middelen (indien van toepassing).

Bevestiging opname
Een week voor opname wordt de ingreep telefonisch bevestigd. Dan hoort u ook op welke verpleegafdeling u wordt verwacht. U meldt zich op de afgesproken datum en tijd op de verpleegafdeling.

Voor de opname neemt u het volgende mee
  • Poliklinische afsprakenkaart met een geldig legitimatiebewijs: paspoort, identiteitskaart, rijbewijs of vreemdelingendocument.
  • Naam en telefoonnummer van uw contactpersoon.
  • Gemakkelijk zittende kleding en gemakkelijk, stevig schoeisel.
  • Krukken, deze kunt u lenen bij de Thuiszorgwinkel.
In verband met de hygiëne adviseren wij u vooraf thuis te douchen en nagellak, make-up en sieraden te verwijderen. Denk aan het tijdig stoppen met het innemen van bloedverdunnende middelen (indien van toepassing).

Behandeldag
Op de afdeling wordt u door de verpleegkundige voorbereid op de operatie. De verpleegkundige geeft informatie over deze dag en neemt bijzonderheden met u door. U krijgt een operatiejasje aan; de onderbroek mag u aanhouden. Sieraden zoals: kettingen, horloge, ringen, oorbellen en piercings moeten allemaal af en uit. Uw bril of een gebitsprothese kunt u op- of inhouden. Eventuele contactlenzen moeten uit. Wij adviseren u een bril mee te nemen, zodat u eventueel kunt meekijken. Verder adviseren wij u uw sieraden thuis te laten. In overleg met de verpleegkundige zet u met watervaste stift een pijl op het te opereren been. Enkele tips:
  1. Neem geen geld of kostbaarheden mee naar het ziekenhuis (geld, sieraden) Het ziekenhuis is niet aansprakelijk voor verlies of diefstal. Wel adviseren wij uw eventuele smartphone mee te nemen, zodat u uw contactpersoon kunt bellen.
  2. Neem iets te lezen mee.
De operatie: Voorste kruisband reconstructie
Er zijn verschillende operatie technieken om de kruisband te vervangen. Op de plaats van de oorspronkelijke kruisband wordt een nieuwe band gemaakt van lichaamseigen materiaal. Bij deze ingreep wordt over het algemeen één van de volgende 2 technieken gebruikt:
  1. herstel van de voorste kruisband met behulp van een deel van de knieschijfpees
  2. de hamstringtechniek.
Bij de eerste techniek gebruikt de specialist het middelste deel van de pees van de knieschijf. Aan beide zijden zit een stukje bot. Deze nieuwe kruisband wordt op de oorspronkelijke plaats van de voorste kruisband geplaatst. Aan beide uiteinden van de pees laat de (orthopedisch) chirurg kleine stukjes bot zitten. Deze stukjes zijn afkomstig van het dijbeen en het scheenbeen. Om de geprepareerde pees vast te zetten, maakt de specialist met behulp van een boor een holte in het dijbeen en het scheenbeen. De diameter van deze holtes is gelijk aan de diameter van de botblokjes. Eerst wordt het botblokje in het dijbeen vastgezet en daarna die in het scheenbeen. De (orthopedisch) chirurg doet dit door gaten te boren in de botblokjes, waarna ze met speciale schroeven of pinnetjes kunnen worden vastgezet. Deze schroeven of pinnetjes zijn gemaakt van een materiaal dat oplost in het lichaam.

Bij de operatie volgens de tweede techniek wordt een nieuwe kruisband gemaakt van twee pezen van de hamstrings, te weten de semitendinosis en de gracilis-pees. Tijdens de operatie zet de specialist de nieuwe kruisband vast met oplosbare pennen en een schroef. De specialist plaatst een kleine snede aan de binnenkant onder de knie. Op deze plek zit de aanhechting van de hamstringpezen. De twee benodigde pezen worden verwijderd met behulp van een speciaal instrument (een stripper). Vervolgens worden de pezen speciaal geprepareerd en schoongemaakt.Ze worden dusdanig aan elkaar gehecht dat ze een stevige nieuwe kruisband vormen en ze worden opgerekt. Om de geprepareerde pees vast te zetten, maakt de (orthopedisch) chirurg met behulp van een boor een holte in het dijbeen en het scheenbeen.

De diameter van deze holtes is gelijk aan de diameter van beide hamstringpezen. Eerst worden de hamstringpezen in het dijbeen vastgezet en daarna in het scheenbeen. De chirurg zet de hamstringpezen vast met speciale schroeven of pinnetjes (fixeren). De operatie wordt via een kijkoperatie (arthroscopie) uitgevoerd. Daarbij wordt een buisje in de knie gebracht, dat via een camera met een monitor is verbonden. Afgezien van de huidsnede voor het verkrijgen van de pezen worden er twee kleine sneetjes van ongeveer een centimeter lengte in de huid gemaakt. Via het eerste sneetje gaan de arthroscoop en vocht naar binnen. Via het tweede sneetje kunnen instrumenten in de knie worden gebracht. Om een helder beeld te houden, wordt het kniegewricht met vloeistof gespoeld en wordt de operatie ‘onder bloedleegte’ uitgevoerd. Het bloed wordt uit het operatiegebied weggestreken door het omzwachtelen met een elastische rubberen band en met een opgepompte bloeddrukband wordt het gebied ‘bloedleeg’ gehouden. De rest van de knie wordt ook bekeken en eventuele beschadigingen van kraakbeen en meniscus bijgewerkt.

De wonden worden meestal gehecht met oplosbare hechtingen. De operatie duurt ongeveer vijf kwartier tot anderhalf uur.

Na de operatie brengt de verpleegkundige u naar de afdeling Radiologie. Daar wordt een controlefoto van uw knie gemaakt. Daarna gaat u weer naar uw kamer. In de loop van de dag krijgt u wat te eten en te drinken. De verpleegkundige kijkt ondertussen ook hoe het met u gaat, of de pijn onder controle is en observeert het been. Zij geeft u volgens voorschrift pijnstillers.

Fysiotherapie, ontslag en controle
De dag van de operatie komt de fysiotherapeut bij u langs. Dit zal na 16.00 uur zijn. De fysiotherapeut legt uit hoe u met de krukken moet mobiliseren. Dit gaat u samen oefenen en u maakt een start met het been buigen en strekken op geleide van klachten. In de eerste twee dagen loopt u op krukken waarbij de eerste twee dagen onbelast en daarna gaat u op geleide van de pijn de belasting tot 100% opvoeren.


Zowel tijdens de onbelaste fase (eerste twee dagen) als tijdens de daaropvolgende weken probeert u zo normaal mogelijk te lopen; u wikkelt de voet normaal af en buigt en strekt de geopereerde knie. Het gebruik van krukken in de eerste weken na de operatie voorkomt dat u een onverwachte verkeerde beweging met de knie maakt en zorgt ervoor, dat u de belasting van de knie langzaam opvoert. Omdat uw nieuwe kruisband tijd nodig heeft om goed vast te groeien, heeft uw knie in het begin veel rust nodig. Dit neemt niet weg dat u al snel na de operatie met het oefenprogramma begint. U leert de knie langzaam weer te belasten, onder begeleiding van een fysiotherapeut, zodat u de normale dagelijkse activiteiten op de juiste manier kunt verrichten.

Ontslag
Voordat u weer naar huis gaat wordt het infuus verwijderd. U krijgt een elastische kous (tubigrip) mee naar huis. De dag na de operatie mag u het drukverband verwijderen en de elastische kous (tubigrip) aantrekken. Deze kous doet u dubbel om. De tubigrip is ter ondersteuning van de knie en dient ter voorkoming van zwelling. Deze tubigrip gebruikt u iedere dag en doet u ‘s nachts af. Wanneer de zwelling is verdwenen kunt u de tubigrip na ongeveer een week af laten. De verpleegkundige van de afdeling geeft u hier uitleg over.

In principe kunt u met ontslag nadat de fysiotherapeut geweest is; als het gevoel terug is; de pijn goed onder controle is en alle ontslagpapieren met u zijn doorgenomen. U kunt na overleg met de verpleegkundige zelf bellen naar uw contactpersoon om u op te laten halen. U kunt niet zelf naar huis rijden.

Controle
Bij ontslag krijgt u een afspraak voor de controle bij de specialist mee. Deze afspraak staat op uw afsprakenkaart. Wij adviseren u om vragen die u wilt stellen van te voren voor u zelf te noteren.

Mogelijke complicaties
Ondanks alle zorg die besteed wordt aan de operatie, kunnen er soms toch complicaties optreden. Gelukkig treden na een voorste kruisbandreconstructie niet vaak complicaties op.

Eventuele complicaties kunnen zijn:
  • Beschadiging van een huidzenuw; doordat er sneden in de huid worden gemaakt, kan een huidzenuw beschadigd raken. Dit geeft een doof gevoel in een gedeelte van de huid. Meestal verdwijnen deze klachten in de loop van tijd.
  • Nabloeding in het operatiegebied.
  • Wondinfectie in het operatiegebied. Dit is een vervelende complicatie, de kans hierop is echter erg klein, maar kan ernstige gevolgen hebben voor het extreme gewrichtskraakbeen.
  • Trombose; omdat u tijdens en vlak na de operatie veel stil ligt in bed en dus minder loopt, kan er een verstopping van een bloedvat in het been (trombose) ontstaan. Trombose is herkenbaar aan een dikke en pijnlijke kuit. In het ziekenhuis krijgt u een injectie ter voorkoming van trombose. Bij tekenen van aanhoudende dik en pijnlijk onderbeen moet u contact opnemen met uw specialist of huisarts.
  • Stijf worden van de knie door vorming van littekenweefsel, met name wanneer de operatie te snel uitgevoerd wordt na een kruisbandletsel. In sommige gevallen moet middels een kijkoperatie het littekenweefsel worden verwijderd een verminderd vermogen om te presteren
  • Kneuzing en blaren; doordat de bloeddrukband voor het bloedleeg maken van de knie strak heeft gezeten, kan dit kneuzing en blaarvorming geven aan de knie. Deze klachten verdwijnen vanzelf.
Revalidatie
Het ondergaan van een voorste kruisbandreconstructie is geen kleinigheid. Zeker in de eerste maand na de operatie vraagt de revalidatie veel van u. Voor een goed resultaat is het nauwkeurig volgen van een revalidatieprogramma belangrijk. Omdat uw nieuwe kruisband tijd nodig heeft om goed vast te groeien, heeft uw knie in het begin veel rust nodig. U leert de knie langzaam weer te belasten, zodat u de normale dagelijkse activiteiten op de juiste manier kunt doen. Deze revalidatie verloopt in meerdere stappen.

Fysiotherapeutische nabehandeling en leefregels
De revalidatie bij een voorste kruisbandreconstructie is globaal verdeeld in drie perioden:

1e periode (van 0-6 weken)
Dit is de periode waarin u niet of beperkt mag belasten.

Voorzichtigheid
De operatie die u heeft ondergaan is behoorlijk ingrijpend voor uw knie. De (orthopedisch) chirurg heeft het reconstructie werk gedaan, nu is het na de operatie ook aan u om een optimaal resultaat te verkrijgen. Voorzichtigheid met het oog op de peesaanhechting en de hechtingen is zeker in deze periode erg belangrijk. Bij ontstekingsverschijnselen als zwelling, warmte en pijn in de knie en/of in de kuit adviseren wij u contact op te nemen met uw specialist. Ook bijkomend ander knieletsel, zoals kraakbeenletsel en de uitgebreidheid daarvan kan een rol spelen in het uiteindelijke resultaat. Belangrijk om te weten is, dat het minimaal 6 tot 9 maanden duurt voordat het voorste kruisband transplantaat zijn optimale sterkte heeft bereikt.

Brace
Indien nodig wordt er door de arts een brace voorgeschreven die u na de operatie moet dragen. Dit wordt vooral gedaan wanneer er naar een gescheurde voorste kruisband nog meer banden in de knie gescheurd zijn. Indien u een brace voorgeschreven heeft gekregen dan moet u deze de eerste 2 weken dag en nacht omhouden. Na de 2e week mag u overdag in onbelaste toestand (bijvoorbeeld zittend op tafel/bank) de brace afhalen en oefenen naar kunnen (eventueel “bengelen”). Na de 4e week mag u, in overleg met de fysiotherapeut, het dragen van de brace afbouwen.

Belasting
In deze periode maakt u gebruik van twee elleboogkrukken . De eerste 2 dagen loopt u onbelast met voetafwikkeling. In de weken die daarop volgen bouwt u de belasting op naar 100% belasten met elleboogkrukken op geleide van pijn.

Oefenen
Actief gebruik van de kniespieren vermindert de zwelling en tevens stimuleert het de vorming van steunweefsel, die het voorste kruisbandtransplantaat zal gaan versterken.

De oefeningen doet u ongeveer vijf keer per dag waarbij u elke oefening tien keer herhaalt.
  • In rustig tempo de voet en enkel maximaal naar u toe optrekken en weer wegduwen;
  • het been gestrekt optillen;
  • de knie buigen waarbij de hiel over de matras beweegt;
  • de knie strekken waarbij de knieholte in de matras wordt geduwd;
  • de hiel in de matras duwen.
  • Als het drukverband verwijderd is, zittend op een hogere stoel of op de rand van de tafel:
    • de knie rustig buigen en strekken waarbij u de bovenbeenspieren goed aanspant
    • ontspannen zwaaien met het onderbeen
Voor alle oefeningen geldt dat u deze regelmatig moet herhalen op geleide van pijn, zwelling en kniefunctie.

Dagelijkse activiteiten
Autorijden wordt afgeraden zolang u nog met elleboogkrukken loopt, zowel om medische dan wel verzekeringstechnische redenen. Het streven is, dat u na zes weken loopt zonder krukken, fietst en kan autorijden.

Traplopen met elleboogkrukken:
Trap op:
  1. Pak de leuning vast
  2. Zet eerst uw goede been een tree omhoog en zet daarna uw geopereerde been samen met de kruk erbij. De andere kruk neemt u mee in de hand waarin u de kruk waarop u steunt al vast hebt.
Trap af:
  1. Pak de leuning vast.
  2. Zet de kruk een tree lager (niet op rand van de tree zetten) en uw geopereerde been naast de kruk. Daarna zet u uw goede been erbij. De andere kruk neemt u mee in de hand waarin u de kruk waarop u steunt al vast hebt.
Werkadvies
De hervatting van uw werk hangt altijd samen met het herstel van uw knie en de zwaarte van de te verrichten arbeid. Overleg daarvoor weer met uw specialist en/of fysiotherapeut.

2e periode (van 6 tot 12 weken)

Deze periode is gericht op hervatten van dagelijkse werkzaamheden.

Voorzichtigheid
Blijf letten op de zwelling en pijn.

Brace
Indien een brace is voorgeschreven door de arts is deze inmiddels afgebouwd.

Belasting
In deze periode mag u, indien de zwelling en de pijn dit toelaten, volledig belasten. Dit verhogen van de belasting gaat altijd in overleg met de specialist en/of fysiotherapeut.

Oefenen
Als u de knie zwaarder kunt belasten gaat u intensiever trainen. Het trainingsprogramma bestaat dan uit fietsen, roeien, steppen, lopen en specifieke kracht- en stabiliteitsoefeningen.

Dagelijkse activiteiten

U kunt in deze periode weer beginnen met werken. Dit is afhankelijk van de inhoud van het werk. Zittend werk kan vaak binnen zes weken hervat worden. Zwaarder lichamelijk werk kan vaak binnen drie maanden hervat worden.

3e periode (12 weken en verder)
Deze periode is gericht op het eventueel hervatten van sportactiviteiten. U leert de knie zwaarder te belasten met verschillende oefeningen. Met deze specifieke oefeningen bereidt u de knie voor op intensieve belasting. Dit is van belang als u werk doet waarbij u veel staat, loopt en tilt, en waarbij de kniebelasting groot is.

Ook als u weer wilt gaan sporten zijn deze oefeningen van belang. De meeste sporten kunnen vaak na zes maanden weer uitgeoefend worden. Sommige contactsporten, zoals voetbal, volleybal, basketbal en hockey kunnen vaak pas na negen maanden hervat worden.

Bovengenoemde termijnen verschillen per patiënt. Als u weer wilt gaan werken of sporten is het verstandig dit te bespreken met de specialist en de fysiotherapeut. U moet zich bij de hervatting van uw sport echter wel realiseren dat het oude niveau niet altijd haalbaar is.

Verder herstel
Wilt u er wel rekening mee houden, dat het voorste kruisband transplantaat pas na 6 tot 9 maanden volledig is ingegroeid en voorzien is van het juiste steunweefsel.
Voor meer informatie kunt u de volgende websites raadplegen:Naast deze folder adviseren wij u de folders Opname en verblijf en Uw operatie en anesthesie door te nemen

Neem contact op met de behandelend arts (via de polikliniek Orthopedie) bij de volgende klachten:

  • Wanneer de hele knie dik wordt en/of meer pijn gaat doen.
  • Als u niet meer op het been kunt staan, terwijl dit daarvoor wel goed mogelijk was.
Meer informatie
Wilt u op internet aanvullende informatie opzoeken dan verwijzen wij u naar de volgende websites:
Vragen
Hebt u nog vragen, neemt u dan gerust telefonisch contact op met onze medewerkers. Telefoonnummers:
  • Receptie, tel. 0543 54 44 44
  • Secretariaat anesthesie, tel. 0543 54 42 00
  • Polikliniek Orthopedie, tel. 0543 54 45 60
  • Polikliniek Chirurgie, tel. 0543 54 42 50
  • Verpleegafdeling, tel. 0543 54 45 11
Geheimhouding en recht op privacy
Alle medewerkers van ons ziekenhuis hebben een geheimhoudingsplicht. Verder heeft u als patiënt recht op privacy. Uitgebreide informatie hierover kunt u vinden in de folder De rechten en plichten van de patiënt. Deze is verkrijgbaar op de afdeling en bij de patiënteninformatie in de centrale hal. Daarnaast is deze folder te vinden op: www.skbwinterswijk.nl


Foldernummer: ort035 versie mei 21


PIMS™ folderportaal door 4CLOUD®
  |