Logo Streekziekenhuis Koningin Beatrix.
 
Klik op deze knop om alle folders te doorzoeken.Zoek folders
Klik op deze knop om dit document te printen.Print pagina
Klik op deze knop om dit document als PDF te downloaden.Download PDF
Klik op deze knop om de tekstgrootte te vergroten.Grotere tekst
Klik op deze knop om de tekstgrootte te verkleinen.Kleinere tekst

PiMS folder informatie logo

Orthopedie

Zorgpad Schouderprothese

Zorgpad Schouderprothese

De knop om deze folder als favoriet te markerenFavorietDe knop om deze folder per email door te sturen.Stuur door
U bent bij de orthopedisch chirurg geweest om uw klachten te bespreken en te laten onderzoeken. U bent met de orthopedisch chirurg overeengekomen dat het plaatsen van een schouderprothese een goede oplossing is voor het verminderen van uw klachten. In deze folder wordt beschreven hoe het gehele traject van een schouderprothese, ook wel zorgpad schouderprothese genoemd, verloopt.

Wij adviseren u deze brochure zorgvuldig door te lezen en mee te nemen bij uw opname.


Inhoudsopgave
1. Voorbereiding op uw opname en revalidatie
2. Een schouderprothese
3. Verpleegafdeling Orthopedie
4. Opname en verblijf
5. Weer thuis
6. Richtlijnen en oefeningen totale schouder prothese
7. Richtlijnen en oefeningen reversed of omgekeerde schouder prothese






Wij wensen u veel succes bij de voorbereiding, de herstelperiode en met uw revalidatie!

1. Voorbereiding op uw opname en revalidatie

Medische voorbereiding

De orthopedisch chirurg
De orthopedisch chirurg beoordeelt tijdens het consult uw ziektegeschiedenis en uw lichamelijke conditie. Het kan zijn dat aanvullend onderzoek door de internist, cardioloog of geriater noodzakelijk is. Voor de operatie krijgt u een afspraak bij de anesthesioloog, apothekersassistente en de verpleegkundige. Ook wel POS (pre operatieve screening) spreekuur genoemd.

De anesthesioloog
De anesthesioloog beschikt over uw medische gegevens, uw medicijnlijst, laboratoriumgegevens en een eventueel hartfilmpje. Op basis van deze gegevens bepaalt de anesthesioloog tijdens uw bezoek of u in een goede conditie bent voor de operatie van de schouder. Verder bespreekt de anesthesioloog met u wat u mag eten en drinken op de dag van opname en welke medicatie u wel/niet mag innemen.

De apothekersassistente
Als u medicijnen gebruikt gaat u langs bij de apothekersassistente, zij bekijkt samen met u de medicatie. Als er na dit gesprek nog iets wijzigt in uw medicatie, dient u contact op te nemen met de apothekersassistente via 0543 – 54 47 21.

De verpleegkundige
In het gesprek met de verpleegkundige wordt de verzorging en behandeling tijdens uw opname in het ziekenhuis besproken. Verder bekijkt de verpleegkundige met u of alles rondom het ontslag naar huis geregeld is. Natuurlijk heeft u ook de gelegenheid om vragen te stellen.

Opnameplanning

Planning van de opnamedatum
Als de orthopedisch chirurg met u heeft vastgesteld dat u geopereerd wordt, worden uw gegevens digitaal naar de afdeling opname en/of anesthesie verstuurd. Een medewerker van de afdeling anesthesie neemt contact met u op. Eventueel wordt dan een afspraak gemaakt voor het POS spreekuur.

De oproep
Een medewerker van de afdeling opname neemt de donderdag voordat u wordt opgenomen, telefonisch contact met u op. U krijgt dan te horen wanneer u wordt opgenomen en op welk tijdstip u wordt verwacht. Ook krijgt u informatie over wat u mag eten en drinken op de dag van opname.

Informatie en vragen over opname
Als u kort voor de opname een infectie heeft gehad of een wond(je) aan de te opereren arm, wilt u dit dan melden bij de poli Orthopedie. Een recente opname in een ander (buitenlands) ziekenhuis of als u in contact komt met varkens of vleeskalveren moet u ook melden. Dit kunnen redenen zijn om uw operatie uit te stellen. Als u verdere vragen heeft over uw opname kunt u de afdeling opname bellen via 0543 - 54 48 88. In de brochure 'Opname en verblijf' vindt u uitgebreide informatie en handige tips over het verblijf in ons ziekenhuis.


Voorbereiding thuis
Een goede voorbereiding is belangrijk om uw operatie en herstelperiode zo goed mogelijk te laten verlopen. U kunt hier voor de operatie ook al aan werken. U kunt:De maatregelen zijn nodig zodat u snel en veilig naar huis kunt.

Maatregelen vóór uw opname
Aanpassingen in uw woning
Uw thuisrevalidatie wordt gemakkelijker als u thuis van te voren aanpassingen doet. U kunt zelf het beste inschatten wat op uw situatie van toepassing is.

Looppaden Trappen Toilet en douche
Mantelzorg
U kunt uw partner, kinderen, buren, vrienden en/of kennissen inschakelen voor hulp na ontslag uit het ziekenhuis. Eventueel kunt u, zolang u hulp nodig heeft, bij familie logeren of familie laten logeren bij u thuis. Voor advies over persoonlijke verzorging, kunt u contact opnemen met de wijkverpleegkundige van de thuiszorgorganisatie voor een advies/instructiegesprek.

Huishoudelijke hulp
Er is geen mogelijkheid om tijdelijke huishoudelijke hulp te regelen via het WMO loket. We raden u aan om in uw eigen netwerk rond te kijken wie u hierbij kan helpen.

Maaltijdvoorziening
Inventariseer voor uw opname, met uw partner of naaste(n), of er hulp nodig is bij het bereiden van een maaltijd en het doen van de boodschappen. Informeer als het nodig is in uw omgeving naar maaltijdvoorzieningen. Bestel eventueel online uw boodschappen.

Houd er rekening mee dat u zeker de eerste twee maanden hulp nodig heeft, zoals bijvoorbeeld hierboven omschreven. De eerste periode na de operatie kunt u niet fietsen of autorijden.


Huishoudelijke activiteiten
Het is handig om de spullen die u vaak gebruikt, bijvoorbeeld in de keuken, binnen handbereik te plaatsen.

Aanschaf van (hulp)middelenHeeft u vragen over welke hulpmiddelen voor u van belang zijn zodat u zich thuis zo zelfstandig mogelijk kunt redden? Dan kunt u een ergotherapeut vragen voor een gesprek over uw persoonlijke situatie. Dit is één consult.

2. Een schouderprothese

Een gezond schoudergewricht

Gewrichtsslijtage
Het schoudergewricht wordt gevormd door een kom, wat een deel van het schouderblad is, en de kop van de bovenarm. De botten zijn voorzien van een laagje glad kraakbeen, zodat ze soepel kunnen bewegen ten opzichte van elkaar. Bij artrose treedt overmatige slijtage van het kraakbeen op. Het gladde oppervlak wordt dun, brokkelig en/of het kraakbeen verdwijnt helemaal. Dit veroorzaakt pijn in de schouder, bewegingsbeperking in het gewricht en het kan zijn dat de schouder kraakt bij beweging.

Normaal schoudergewricht
Schematische weergave van een normaal schoudergewricht


Een nieuw schoudergewricht
Bij ernstige artrose in het schoudergewricht kan een schouderprothese de oplossing zijn. Ook bij een breuk in de schouder, kan er soms voor worden gekozen om een schouderprothese te plaatsen. Het belangrijkste doel is vermindering van de pijn. Dit lukt in de meeste gevallen voor een belangrijk deel. Het herstel van de beweeglijkheid en de kracht in de schouder is echter minder voorspelbaar. Dit is vaak afhankelijk van de conditie van uw schouder voor de operatie. Met name stijfheid en de kwaliteit van het peesweefsel op de schouderkop spelen hierin een rol.

Er zijn verschillende soorten schouderprotheses. Welke prothese de orthopedisch chirurg gaat plaatsen wordt samen met u bepaald en hangt af van verschillende factoren zoals leeftijd en conditie van spieren en pezen rondom het gewricht.

Totale schouderprothese

Bij een totale schouder-prothese worden zowel de kop als de kom vervangen. De metalen schouderkop zit op een steel en wordt in de bovenarm vastgezet. De kom wordt aan de schouder vastgemaakt.

Sleutelbeen




Omgekeerde schouderprothese

Bij de omgekeerde schouder-prothese wordt een kop op de oorspronkelijk kom geplaatst en een kom op de plaats van de kop. De kom draait nu om een kop in plaats van andersom.
Het voordeel hiervan is dat de schouder stabiel is en niet meer naar boven kan wegglijden. Dit wordt gebruikt als de peesaanhechting op de schouder onherstelbaar is gescheurd. Naast de gewrichtsbeschadiging is er ook sprake van functiebeperking en vermindering van kracht.

3

Anesthesie tijdens de operatie

De operatie vindt plaats onder algehele narcose. Daarnaast krijgt u ook regionale verdoving. De schouder kan worden verdoofd door de zenuwknoop (plexus) tijdelijk met een verdovingsvloeistof uit te schakelen. U krijgt dan een prik in de hals of in de nek. Via de naald worden zwakke elektrische prikkels gegeven. Wanneer de bovenarmspier samentrekt, bevindt de naald zich bij de juiste zenuw en kan de verdovingsvloeistof worden ingespoten. Ook kan gebruik worden gemaakt van een echoapparaat. Korte tijd later merkt u dat de arm zwaar wordt. Omdat de zenuw van het oog ook een beetje wordt verdoofd kan het ooglid iets gaan hangen. Vóór de operatie wordt de verdoving getest. Omdat de schouder een gevoelig gewricht is wordt voor de schouderverdoving altijd een langwerkend middel gebruikt. De verdoving kan wel tot 20 uur blijven werken en zo goede pijnbestrijding geven. In de folder 'Uw operatie en anesthesie' leest u meer over anesthesie.


Risico’s en mogelijke complicaties
Net als bij andere operaties zijn ook aan deze operatie risico’s verbonden en bestaat er een kans op complicaties. Deze komen zelden voor en uw orthopedisch chirurg en alle anderen die betrokken zijn bij uw verzorging, doen er alles aan om deze complicaties te voorkomen.

Mogelijke risico’s en complicaties zijn:

Schouderluxatie
De schouder kan na de operatie uit de kom gaan. Dit gebeurt gelukkig erg weinig. Belangrijk om u goed te houden aan de postoperatieve afspraken.

Infectie
Een zeer klein percentage van alle patiënten die een nieuw gewricht krijgen loopt een infectie op. In deze situatie is een intensieve behandeling met medicijnen nodig en eventueel ook een operatieve ingreep.

Loslaten
Een schouderprothese kan, na tien tot ongeveer vijftien jaar, los gaan zitten. Dit gaat bijna altijd gepaard met pijn. Meestal moet de prothese dan vervangen worden door een nieuwe schouderprothese.

Beschadiging van zenuw bij de operatie
Omdat de zenuwen van de arm heel dicht bij het kapsel van de schouder lopen, kan soms een zenuw beschadigd worden. Zo’n beschadiging maakt het herstel moeilijker. Deze complicatie is erg zeldzaam omdat de zenuwen tijdens de operatie heel goed worden beschermd.

Anesthesie
Bij de anesthesie kunnen complicaties voorkomen. Heeft u in het verleden complicaties ervaren met verdoving, breng dan uw anesthesioloog op de hoogte.

Delier (acute verwardheid)
Tijdens een ziekenhuisopname hebben oudere patiënten een verhoogd risico om een acuut optredende verwardheid door te maken. Het komt vooral voor tijdens ziekte of na een operatie. Wanneer dit optreedt is het belangrijk dat de artsen en verpleegkundigen dit zo vroeg mogelijk herkennen en behandelen. Als u zichzelf anders voelt, of uw naasten zien dat u zich anders gedraagt, dan is het verstandig om dit zo snel mogelijk aan de verpleegkundige door te geven.

3. Verpleegafdeling Orthopedie

Verpleegafdeling
U wordt opgenomen op de verpleegafdeling. Uw hoofdbehandelaar is de orthopedisch chirurg. Als het nodig is worden andere specialisten als medebehandelaar gevraagd.

Wie ontmoet u op de afdeling
Op de afdeling werkt een team van verpleegkundigen. Zij zijn verantwoordelijk voor de zorg tijdens uw verblijf in het ziekenhuis. De verpleegkundige fungeert als schakel tussen u, de orthopedisch chirurg en andere disciplines zoals de fysiotherapeut. We streven ernaar dat u zoveel mogelijk door dezelfde verpleegkundigen wordt verzorgd. Naast verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten, stagiaires, orthopeden en fysiotherapeuten ontmoet u nog andere medewerkers. De zorgassistentes zorgen voor uw maaltijden en drinken. Bovendien houden zij uw kamer schoon. De afdelingssecretaresse verzorgt een groot deel van de administratie rondom uw opname. De verpleegkundig specialist komt dagelijks visite lopen.

Bereikbaarheid verpleegkundige
Als u een vraag, opmerking of klacht heeft kunt u altijd een verpleegkundige aanspreken. Het telefoonnummer van de afdeling is 0543 – 54 45 11.

Bezoek
Bezoek van familie en vrienden betekent vaak een aangename onderbreking van uw dag. Toch kan bezoek erg vermoeiend zijn voor u en uw medepatiënten. Op de patiëntenkamers mogen daarom niet meer dan twee personen per patiënt aanwezig zijn. Het is belangrijk dat u zo spoedig mogelijk herstelt, daarom hebben therapieën voorrang tijdens bezoekuur.

4. Opname en verblijf

Opname
Tijdens uw verblijf in het ziekenhuis heeft u een druk schema zodat u zo snel en veilig mogelijk herstelt. Hieronder leest u wat u kunt verwachten. U verblijft één of twee nachten in het ziekenhuis.


Wat neemt u mee naar het ziekenhuis
Aangezien u een actief revalidatieprogramma gaat volgen, is het raadzaam comfortabele kleding te dragen, die goed wasbaar is. Omdat de wond kan nalekken zit er een verband omheen. De bovenarm kan na de operatie wat dikker zijn. Afhankelijk van de operatie die u heeft gehad mag u niet alle bewegingen (volledig) uitvoeren. Neem daarom makkelijk zittende kleding mee. Dit is makkelijker aan- en uit te trekken. Wat u verder nodig heeft verschilt van persoon tot persoon.

Waar meldt u zich voor opname
Op de afgesproken dag en tijdstip meldt u zich bij de verpleegafdeling Orthopedie (D1) route 7.3, op de eerste verdieping. De verpleegkundige begeleidt u naar de kamer waar u zich kunt klaarmaken voor de operatie, eventueel samen met uw partner of naaste.

De voorbereiding op de operatie
De verpleegkundige meet uw vitale lichaamsfuncties. U krijgt operatiekleding aan en medicijnen tegen pijn zodat die alvast kunnen inwerken. Tijdens de operatie mag u geen contactlenzen dragen. Uw bril kunt u ophouden en een gebitsprothese kan blijven zitten, net als een gehoorapparaat. Eventuele sierraden, piercings en nagellak moet u verwijderen. U hebt van te voren gehoord of u deze ochtend thuis nog iets mag eten/drinken. Tenslotte vraagt de verpleegkundige u om een pijl te zetten richting de schouder waaraan u wordt geopereerd.

Patiëntveiligheid
Ter verhoging van de patiëntveiligheid vragen onze medewerkers regelmatig naar uw naam en geboortedatum. Daarnaast wordt rondom de operatie meerdere keren een checklist afgewerkt, waarbij men nagaat of alle gegevens juist zijn en of alle handelingen zijn uitgevoerd. Ook bij de overdracht van de operatiekamer naar de verpleegafdeling vindt deze controle plaats.

De operatie
De verpleegkundige krijgt bericht wanneer u op de operatiekamer verwacht wordt. U wordt op uw bed naar de voorbereidingskamer gereden. Deze kamer bevindt zich in het operatiekamercomplex. Nadat u een infuus heeft gekregen dient de anesthesioloog de verdoving toe.

Vervolgens wordt u op de operatietafel gelegd. Tijdens de operatie wordt het aangetaste gewricht vervangen door een kunstgewricht. De operatie duurt ongeveer 1,5 uur.

Na de operatie
Na de operatie wordt u naar de uitslaapkamer gebracht. Daar verblijft u 1 à 2 uur, afhankelijk van hoe u zich voelt. Daarna halen verpleegkundigen u op en brengen u naar de verpleegafdeling. U heeft dan nog een infuus. Via het infuus krijgt u vocht en medicatie toegediend.

Als u weer op de verpleegafdeling bent, krijgt u de mogelijkheid om uw contactpersoon te bellen. Afhankelijk van hoe u zich voelt mag u weer normaal eten. Een verpleegkundige komt regelmatig vragen hoe u zich voelt, meet uw vitale lichaamsfuncties en kijkt naar de pleister op de operatiewond. Daarnaast vraagt de verpleegkundige u of u pijn heeft en in welke mate dat is. Het is ook belangrijk dat u zelf tijdig pijn aangeeft.


Om uw arm te ondersteunen draagt u een sling (soort mitella). De duur van het dragen van de sling is afhankelijk van de soort ingreep. De orthopedisch chirurg en/of de fysiotherapeut legt u dit uit. De totale duur van de revalidatie is ongeveer een halfjaar tot één jaar.

In principe kunt u kort na de operatie alweer uit bed. Zo snel mogelijk mobiliseren is belangrijk en bevordert het herstel. Uw arm zal gedurende een lange tijd verdoofd aanvoelen. Als u merkt dat de verdoving uitwerkt, geef dit dan op tijd door aan de verpleegkundige.

De eerste dag na de operatie wordt er bloed geprikt en een röntgenfoto van uw schouder gemaakt. Het infuus wordt verwijderd.

De fysiotherapeut komt langs en geeft u instructies en oefeningen.

Medicijnen
Vanaf de operatiedag krijgt u een aantal medicijnen. Dit is afhankelijk van hoe het herstel verloopt. Ze zijn vooral om pijn en infectie te voorkomen: Ontslag
De verpleegkundige bepaalt samen met de fysiotherapeut en orthopedisch chirurg of verpleegkundig specialist wanneer u naar huis kunt.

Wanneer kunt u naar huis?
Als u naar huis gaat is het belangrijk dat: Als u voldoet aan bovenstaande punten, kan het betekenen dat u de dag na de operatie al met ontslag gaat. Wanneer u bij een van de bovenstaande punten hulp nodig heeft, is dit vooraf al geregeld.

De verpleegkundige voert een ontslag gesprek, waar mogelijk in bijzijn van uw partner of naasten. De volgende punten worden besproken:De dag na ontslag belt de verpleegkundige u op om te horen hoe het gaat en vraagt ook naar uw ervaringen van de opname.


5. WEER THUIS

Huisarts

Uw huisarts ontvangt van de orthopedisch chirurg een ontslagbrief. Daarin staat een verslag van uw behandeling in het ziekenhuis, uw toestand bij ontslag en de eventuele noodzakelijke nazorg.

Wond
U heeft een pleister op de wond die maximaal 7 dagen mag blijven zitten. De verpleegkundige vertelt of u met deze pleister mag douchen. Is deze pleister al eerder verwijderd dan volgt u de richtlijnen van de verpleegkundige.

Zolang de wond nog lekt, mag u niet douchen. De wond moet minimaal 48 uur droog zijn. U kunt wel eerder douchen maar dan moet u de wond afdekken met een vuilniszak.

Problemen, pijn, koorts
Hieronder vindt u een aantal signalen die kunnen duiden op een mogelijke complicatie van uw nieuwe schouderprothese. Mocht u vragen of problemen hebben dan kunt u contact opnemen met de poli Orthopedie via 0543 - 54 45 60. Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de huisarts(enpost).

Zwelling van de wond of arm
Na de operatie kan de schouder gezwollen zijn. U kunt de wond zelf koelen met een coldpack, deze zijn te koop bij apotheek of drogist. U doet de coldpack in een doek, zodat de huid niet bevriest. De huid mag op deze manier niet langer dan 15 minuten gekoeld worden. Advies is om dit 3 keer per dag te doen.

Controle bij de orthopedisch chirurg
6 weken na de operatie komt u op controle bij de orthopedisch chirurg. De verpleegkundige geeft u een afspraak mee voor zowel de controlefoto als voor uw afspraak met de orthopedisch chirurg. De daarop volgende controle momenten komt u bij de orthopedisch chirurg.

Verwijzing fysiotherapie
U hebt van de verpleegkundige een verwijsbrief ontvangen voor fysiotherapie. U kunt zelf contact opnemen met een fysiotherapiepraktijk bij u in de buurt voor een afspraak. Als u een overdrachtsformulier heeft gekregen geeft u deze samen met de verwijsbrief bij de eerste afspraak af aan uw eigen fysiotherapeut.

Seksualiteit
Zodra u er behoefte aan heeft kunt u weer seksueel actief zijn. Laat uw partner een actieve rol spelen. Waarschijnlijk zijn bepaalde houdingen comfortabeler dan andere. Uw fysiotherapeut, orthopedisch chirurg of verpleegkundige kunnen eventuele vragen beantwoorden.

Fietsen en autorijden
Als u een schouderprothese heeft gekregen, mag u tot aan de eerste controle (6 weken) op de poli niet fietsen en autorijden. Wanneer dit wel weer mag bespreekt u tijdens de eerste controle afspraak.

Werkhervatting
Als u nog werkt, begeleidt de bedrijfsarts de terugkeer naar uw werk. Die moet dus op de hoogte zijn van uw behandeling. Afspraken over uw werk zullen vaak soepeler verlopen als u uw bedrijfsarts al vóór de operatie informeert.


Belangrijk na de operatie
Ter voorkoming van infectie van de nieuwe schouder is het belangrijk dat u onder bepaalde omstandigheden tijdelijk wordt beschermd met een antibioticum.

Deze bescherming is belangrijk bij:Wij adviseren u om in bovenstaande gevallen uw behandelend arts of tandarts zo nodig aan uw schouderoperatie (prothese) te herinneren.

Meer informatie
Het volgende adres is van een belangenorganisatie. Hier kunt u aanvullende informatie opvragen:

Patiëntenfederatie Nederland
Postbus 1539
3500 BM Utrecht
T. 030-2970303
Info@patientenfederatie.nl
www.patientenfederatie.nl


Landelijke registratie orthopedische implantaten (LROI)
Wanneer u een gewrichtsprothese krijgt, worden uw gegevens opgeslagen bij LROI. Ziekenhuizen en specialisten kunnen hiermee hun (behandel) uitkomsten vergelijken met de landelijke uitkomsten. Ook kunnen ze sneller zien wat de kwaliteit is van een prothese of operatietechniek. Wanneer er iets mis is met een prothese, kan de specialist snel terug vinden welke patiënten deze prothese hebben gekregen.

Uw gegevens (leeftijd, geslacht, operatie en prothese) worden versleuteld opgeslagen en kunnen alleen door uw eigen specialist gezien worden.

Wilt u niet dat uw gegevens in LROI komen, geef dit dan aan bij uw orthopedisch chirurg.

Vragen
Heeft u na het lezen van deze brochure nog vragen dan kunt deze aan de verpleegkundige of fysiotherapeut stellen. Ook kunt u telefonisch contact opnemen met het Streekziekenhuis Koningin Beatrix.

Afdeling Opname
Receptie
Secretariaat Anesthesie
Polikliniek Orthopedie
0543-544888
0543-544444
0543-544200
0543-544560

Geheimhouding en recht op privacy
Alle medewerkers van ons ziekenhuis hebben een geheimhoudingsplicht. Verder heeft u als patiënt recht op privacy. Uitgebreide informatie hierover kunt u vinden in de folder
‘De rechten en plichten van de patiënt’. Deze is verkrijgbaar op de afdeling. Daarnaast is deze folder te vinden op: www.skbwinterswijk.nl

Tot slot
Wij zouden het op prijs stellen, als u uw ervaring wilt delen op de volgende website www.zorgkaartnederland.nl

Bijlage 1

RICHTLIJNEN EN OEFENINGEN TOTALE SCHOUDER PROTHESE

In deze bijlage vindt u een overzicht van de oefeningen die u mag uitvoeren na de operatie en staan de leefregels met betrekking tot uw operatie uitgelegd. Het is belangrijk dat u onder leiding van een fysiotherapeut de oefeningen uitvoert ter verbetering van spierkracht en coördinatie. Bij twijfel of vragen neemt u contact op met uw fysiotherapeut.

Binnenkort vindt u op onze website ook een filmpje met adviezen en oefeningen voor na uw schouderoperatie.

Revalidatie
In het ziekenhuis komt er een fysiotherapeut bij u langs om de oefeningen die u mag uitvoeren samen door te nemen. Uw eigen fysiotherapeut zal samen met u de oefeningen uitbreiden en het programma op u afstemmen. Hierbij moet rekening worden gehouden met de soort prothese die u heeft gekregen.

Richtlijnen
Totale schouderprothese U mag na ontslag starten met fysiotherapie, tenzij na de operatie anders wordt vermeld.
De sling
Op de onderstaande afbeeldingen kunt u zien hoe u de sling moet dragen.

d

Oefeningen Totale schouder protheseMobiliteit en verbeteren spierfunctie
1. Actief oefenen van uw hand en pols.
2. Buigen/strekken van uw elleboog. 15 keer herhalen.
3. Kleine slinger-beweging (in een licht voorovergebogen stand kunt u, ondersteunend met de niet geopereerde arm, een kleine zwaai en slinger beweging maken).
4. Schoudergordel omhoog en omlaag bewegen. 15 keer herhalen.
5. Schoudergordel naar voren en naar achteren bewegen. 15 keer herhalen.

Nazorg
Start fysiotherapie na ontslag, bij voorkeur bij een fysiotherapeut die aangesloten is bij het schoudernetwerk.


Informatie voor de eerstelijns fysiotherapeut:

Neem onderstaande tabel mee naar uw, zelf uitgekozen, fysiotherapeut.


Passieve scaptie
Passieve exo elleboog zij
Actieve scaptie
Actieve exorotatie
PO
week 0-2

Tot max 90 graden

Tot 0 graden
Niet doen
Behandelend orthopeed geeft aan hoeveel graden actieve exorotatie er in de eerste 6 weken gemaakt mag worden
PO
week 3


90-100 graden

Tot 0 graden

Niet doen

PO
week 6


100-120 graden

0-20 graden

10-30 graden
Na 6 weken o.g.v. pijnklachten actieve exorotatie maken
PO
week 9


120-140 graden

20-40 graden

30-60 graden

PO
week 12


130-150 graden

Functioneel

Tot 90 graden


Bijlage 2

RICHTLIJNEN EN OEFENINGEN REVERSED OF OMGEKEERDE SCHOUDER PROTHESE

In deze bijlage vindt u een overzicht van de oefeningen die u mag uitvoeren na de operatie en staan de leefregels met betrekking tot uw operatie uitgelegd. Het is belangrijk dat u onder leiding van een fysiotherapeut de oefeningen uitvoert ter verbetering van spierkracht en coördinatie. Bij twijfel of vragen neemt u contact op met uw fysiotherapeut.

Binnenkort vindt u op onze website ook een filmpje met adviezen en oefeningen voor na uw schouderoperatie.

Revalidatie
In het ziekenhuis komt er een fysiotherapeut bij u langs om de oefeningen die u mag uitvoeren samen door te nemen. Uw eigen fysiotherapeut zal samen met u de oefeningen uitbreiden en het programma op u afstemmen. Hierbij moet rekening worden gehouden met de soort prothese die u heeft gekregen.

Richtlijnen
Omgekeerde schouderprothese/ reversed schouderprotheseU mag starten met fysiotherapie vanaf twee weken na de operatie, tenzij na de operatie anders wordt vermeld. De sling
Op de onderstaande afbeeldingen kunt u zien hoe u de sling moet dragen.
d



Oefeningen reversed of omgekeerde schouderprothese Mobiliteit en verbeteren spierfunctie

1. Actief oefenen van uw hand en pols.
2. Buigen/strekken van uw elleboog. 15 keer herhalen.
3. Kleine slinger-beweging (in een licht voorovergebogen stand kunt u, ondersteunend met de niet geopereerde arm, een kleine zwaai en slinger beweging maken).
4. Schoudergordel omhoog en omlaag bewegen. 15 keer herhalen.
5. Schoudergordel naar voren en naar achteren bewegen. 15 keer herhalen.
6. De arm (geleid) actief bewegen: voorwaarts en zijwaarts heffen. De arm eventueel ondersteunen met de niet geopereerde arm. 5 tot 10 keer herhalen.

Nazorg
Start na twee weken, tenzij anders vermeld, met fysiotherapie na ontslag, bij voorkeur bij een fysiotherapeut die aangesloten is bij het schoudernetwerk.





Foldernummer: ort168 (M) versie apr 22


PIMS™ folderportaal door 4CLOUD®
  |