Logo Streekziekenhuis Koningin Beatrix.
 
Klik op deze knop om alle folders te doorzoeken.Zoek folders
Klik op deze knop om dit document te printen.Print pagina
Klik op deze knop om dit document als PDF te downloaden.Download PDF
Klik op deze knop om de tekstgrootte te vergroten.Grotere tekst
Klik op deze knop om de tekstgrootte te verkleinen.Kleinere tekst

PiMS folder informatie logo

Urologie

Ureteroscopie

Ureteroscopie

Onderzoek en/of verwijdering van steentjes in de urineleider

De knop om deze folder als favoriet te markerenFavorietDe knop om deze folder per email door te sturen.Stuur door
Onderzoek heeft aangetoond dat er bij u een steentje aanwezig is in de urineleider (ureter). De ureter is de afvoerende buis tussen de nier en de blaas en is verantwoordelijk voor transport van urine van nier naar blaas. Een klein steentje in de ureter wordt over het algemeen vanzelf uitgeplast. Bij een grotere steen, die waarschijnlijk niet spontaan wordt uitgeplast, kan een ingreep nodig zijn. De steen wordt vergruisd en/of verwijderd door middel van een operatie. Om grotere stenen kwijt te raken was vroeger altijd een operatie nodig waarbij de urineleider werd geopend. Tegenwoordig is het in veel gevallen mogelijk ook stenen in de urineleider te vergruizen met een niersteenvergruizer, waarna de deeltjes van de steen vanzelf uitgeplast worden.

Wanneer een behandeling met de niersteenvergruizer géén resultaat heeft gehad of wanneer deze methode voor u niet geschikt lijkt, kan worden gekozen voor een ureteroscopie. Soms is de steen in de urineleider zo groot dat de afvoer van urine gehinderd wordt. In dat geval wordt sneller gekozen voor een ureteroscopie, omdat de nier dan gestuwd raakt (er blijft een te grote hoeveelheid urine in de nier die niet kan passeren) met het gevaar dat de nier op den duur minder goed zal functioneren. Wanneer de nier afgesloten is bestaat er ook een groter risico op infectie.

Weer een andere reden om te besluiten tot een ureteroscopie zijn koliekpijnen (heftige buikpijnaanvallen), die langere tijd bestaan.

De ureteroscopie
De ureteroscopie gebeurt onder algehele narcose of onder regionale verdoving. Tijdens een ureteroscopie brengt de arts een dun hol buisje (de ureteroscoop) via de plasbuis en de blaas in de urineleider. Wanneer de ureteroscoop op de plaats van de steen is, wordt de steen verwijderd met behulp van speciaal instrumentarium.

Voorbereiding voor opname
Na het gesprek met de uroloog vult u een vragenlijst in. In de vragenlijst kunt u bijzonderheden over uw gezondheid en medicatiegebruik aangeven. De vragenlijst kan thuis via Mijn SKB of in de Digituin binnen het SKB worden ingevuld.
Naar aanleiding hiervan ontvangt u bericht van de opname voor het plannen van een afspraak op het pre-operatieve spreekuur (POS).

Het pre-operatieve spreekuur (POS)
Het POS houdt in, dat u op één dag bij verschillende disciplines komt. U komt namelijk achtereenvolgens bij de apothekers-assistente, de anesthesioloog en de opnameverpleegkundige.

Apothekersassistente
Als u medicatie gebruikt, gaat u naar de apothekersassistent. Zij bekijkt samen met u de medicatie die u thuis gebruikt en zorgt ervoor dat deze in de computer wordt verwerkt. Zo weten zowel de specialisten als de verpleegkundigen wat u gebruikt aan medicatie. Juiste informatie is belangrijk, omdat bepaalde medicatie van invloed kan zijn op de medicatie die bijvoorbeeld voor de verdoving wordt gebruikt.

Anesthesie
U wordt tijdens dit gesprek geïnformeerd over de gang van zaken rondom de operatie en welke vorm van verdoving u krijgt. De anesthesioloog, Physician Assistant (PA) of anesthesie-medewerker bekijkt uw medische geschiedenis en brengt uw gezondheidssituatie in kaart. Uw gezondheidstoestand wordt gecontroleerd en eventueel wordt gericht medisch onderzoek verricht. Het kan zijn dat aanvullend onderzoek nodig is om een beter inzicht te krijgen. Indien u bloedverdunners gebruikt, krijgt u tijdens dit gesprek instructies over hoe u hiermee om moet gaan. Voor meer informatie kunt u de patiëntenfolder: ‘uw operatie en anesthesie' doorlezen.

Opnameverpleegkundige
U hebt afsluitend een opnamegesprek met de opnameverpleegkundige. Tijdens dit gesprek worden uw persoonlijke gegevens geïnventariseerd. De verpleegkundige probeert zo goed mogelijk uw voorgeschiedenis, thuissituatie, eventueel nazorgbehoeften en andere bijzonderheden in kaart te brengen. Deze informatie is ook voor de verpleegkundige op de afdeling zichtbaar op het moment dat u opgenomen wordt. Daarnaast geeft de verpleegkundige u, waar nodig, aanvullende informatie over de opname, operatie en nazorg.

Bevestiging opnamedatum
Een week voor opname wordt de ingreep telefonisch bevestigd. Dan hoort u ook op welke verpleegafdeling u wordt verwacht.

Voorbereiding thuis
De volgende punten zijn belangrijk:Meenemen voor de opname Enkele tips
Patiëntveiligheid

Ter verhoging van de patiëntveiligheid vragen onze medewerkers regelmatig naar uw naam en geboortedatum. Daarnaast wordt rondom de operatie meerdere malen een checklist afgewerkt, waarbij men nagaat of alle gegevens juist zijn en of alle handelingen zijn uitgevoerd. Ook bij de overdracht van de operatieafdeling naar de verpleegafdeling vindt deze controle plaats.

De operatiedag
Op de afgesproken dag en tijdstip meldt u zich op de met u afgesproken afdeling. Mocht u het prettig vinden, dan kunt u zich bij de Gastenservice in de centrale hal melden, waarna u naar de afdeling wordt begeleid. Op de afdeling wordt u ontvangen door een verpleegkundige die u wegwijs maakt op de afdeling. De verpleegkundige houdt een kort opnamegesprek met u en zou u nadien vragen om in een potje te plassen. De urine wordt voor de operatie nog gecontroleerd. Daarnaast wordt uw bloeddruk en lichaamstemperatuur gemeten en uw hartslag geteld.

Voor de operatie doet u een operatiejas aan. Sieraden (kettingen, horloge, ringen, etc.) moeten allemaal af worden gedaan. Een eventuele bril en/of een gebitsprothese kunt u op- of inhouden in overleg met de verpleegkundige. U krijgt voor de operatie medicijnen tegen de pijn, zodat deze alvast kunnen inwerken. Daarnaast kan zo nodig een rustgevend tabletje worden gegeven waar u wat slaperig van wordt. De verpleegkundige brengt u met bed naar de voorbereidingskamer (Holding). U krijgt hier een infuus ingebracht. Hier worden de laatste voorbereidingen getroffen voor de operatie

De operatie

U krijgt een ruggenprik of narcose (voor informatie: zie folder: ‘Uw operatie en anesthesie’). U ligt op de rug met opgetrokken benen (in de beensteunen), zodat de arts via de plasbuis de blaas kan inspecteren. De ureteroscoop wordt via de plasbuis en blaas door de afvoeropening van de ureter in de blaaswand geleid tot in de urineleider. De ureteroscoop wordt voortdurend met spoelvloeistof doorstroomd, wat voor verwijding van de ureter zorgt. De arts kan het instrument daardoor opschuiven tot op de steen.
Soms is het mogelijk de steen met behulp van speciale instrumenten (paktangetje, korfje) vast te pakken en geheel te verwijderen. Het kan zijn dat de steen eerst verkleind moet worden, meestal met trillingen uit een speciaal apparaat. Daarna worden de kleine deeltjes van de steen verwijderd. Over het algemeen wordt tijdens de operatie röntgendoorlichting gebruikt en soms wordt ook contrastmateriaal ingespoten om de urineleider en steen af te beelden.

Na verwijdering van de steen(-deeltjes) wordt soms een dun inwendig slangetje achtergelaten in de urineleider om de urineafvloed te vergemakkelijken en kolieken te voorkomen. Deze wordt op de polikliniek door middel van een cystoscopie verwijderd. Meestal wordt er tijdens de operatie een blaaskatheter geplaatst.

Na de operatie

Wanneer u de uitslaapkamer mag verlaten, wordt u door de verpleegkundigen opgehaald en u hebt dan een infuus, een blaaskatheter, soms een nier-katheter of een dubbel J-katheter.
De verpleegkundige komt regelmatig bij u kijken en vragen hoe u zich voelt en controleert uw bloeddruk, polsslag, lichaamstemperatuur en controleert het infuus, blaaskatheter en eventuele andere slangetjes. Deze controles worden regelmatig uitgevoerd en langzaam verminderd. De verpleegkundige vraagt geregeld hoe het is met de pijn en of u extra pijnstilling nodig hebt. U mag wat slokjes water drinken en ‘s avonds mag u weer eten. Vandaag houdt u bedrust.

De dag na de operatie
De uroloog komt bij u langs. Op afspraak van de uroloog worden de blaaskatheter en eventueel ureterkatheter de dag na de operatie verwijderd. Als u zich goed voelt en voldoende drinkt kan ook het infuus verwijderd worden. Wanneer u geplast hebt en u voelt zich goed, mag u in overleg met de verpleegkundige weer naar huis.

Mogelijke complicaties

Adviezen voor thuis
Het is belangrijk dat u de volgende adviezen in acht neemt om de kans op complicaties te verminderen:
  • Het is belangrijk dat, dat u gedurende de eerste twee weken veel drinkt ; 1,5 tot 2 liter per dag.
  • Herstarten van eventuele bloedverdunners: In overleg met uw uroloog.
  • Na de operatie kunt u pijn voelen in het gebied van de nier. Er kunnen nog kleine stukjes steen via de urineleider naar de blaas gaan, waardoor pijn en kolieken kunnen ontstaan. Meestal verdwijnen deze klachten vanzelf, soms is een pijnstiller nodig. Bij pijn mag u paracetamol innemen (of de door de uroloog voorgeschreven pijnstillers). Volgt u de gebruiksaanwijzing in de verpakking.
  • Als u antibiotica voorgeschreven heeft gekregen dan de kuur in zijn geheel afmaken. Volg de gebruiksaanwijzing op de verpakking.
  • Het plassen kan een branderig gevoel geven; u kunt meer aandrang hebben en vaker naar het toilet moeten. De urine kan de eerste weken nog bloed bevatten, wat niet verontrustend is.
Contact
Neem contact op met de polikliniek Urologie als:
  • de pijn toeneemt (koliekpijn);
  • u meer dan 38,5 ºC koorts heeft;
  • u vragen of andere problemen heeft.
Neem binnen 24 uur na ontslag contact op met:
Tijdens kantooruren: polikliniek Urologie; via telefoonnummer 0543 54 46 30.
Buiten kantooruren: de Spoedeisende Hulp; via telefoonnummer 0543 54 45 55.

Neem na 24 uur na ontslag contact op met:
Tijdens kantooruren: polikliniek urologie; via telefoonnummer 0543 54 46 30.
Buiten kantooruren: de huisartsenpost in uw regio.

Controleafspraak
U wordt na de operatie voor controle verwacht bij uw behandelend arts. Deze afspraak wordt voor u gemaakt op de afdeling.

Vragen
Heeft u nog vragen, neemt u dan telefonisch contact met ons op. Wij zijn bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 – 16.30 uur op telefoonnummer: 0543 54 46 30. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de website van de nierstichting: www.nierstichting.nl

Geheimhouding en recht op privacy
Alle medewerkers van ons ziekenhuis hebben een geheimhoudingsplicht. Verder heeft u als patiënt recht op privacy. Uitgebreide informatie hierover kunt u vinden in de folder ‘De rechten en plichten van de patiënt’. Deze is verkrijgbaar op de afdeling en bij de patiënteninformatie in de centrale hal. Daarnaast is deze folder te vinden op: www.skbwinterswijk.nl


Foldernummer: uro605 versie feb 23


PIMS™ folderportaal door 4CLOUD®
  |